Wachtlijst donorharten stabiliseert, ook hart overleden patiënt kan nu worden gedoneerd

‘Heart-in-a-box’ Door een nieuwe Amerikaanse hartbewaarmethode kan het hart van een overleden donor uit het lichaam worden verwijderd en aangesloten op een machine die de omstandigheden van het menselijk lichaam nabootst.
Een hartoperatie bij een kind in een operatiekamer van het kinderthoraxcentrum van het Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam.
Een hartoperatie bij een kind in een operatiekamer van het kinderthoraxcentrum van het Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

De wachtlijst voor donorharten is in Nederland voor het eerst in jaren gestabiliseerd dankzij een nieuwe techniek om harten te bewaren na het overlijden van een patiënt. Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) die maandag zijn gepubliceerd. Sinds 2021 zijn zestig zogenoemde ‘DCD-harten’ getransplanteerd. „Tot en met juni hebben we dit jaar al dertig harttransplantaties in Nederland uitgevoerd, terwijl de norm jarenlang veertig per jaar was”, aldus Michiel Erasmus, hart-longchirurg UMC Groningen.

De heart-in-a-box’-methode werd in de Verenigde Staten ontwikkeld en voor het eerst gebruikt in 2020. Bij die methode wordt het hart van een overleden donor uit het lichaam verwijderd en aangesloten op een machine die de omstandigheden van het menselijk lichaam nabootst. Zuurstofrijk bloed van de donor wordt op lichaamstemperatuur door het hart gepompt, waardoor de spier blijft pompen en niet afsterft door zuurstoftekort. Voorheen was het alleen mogelijk om het hart van een hersendode (maar fysiek levende) donor naar een ontvanger te transplanteren, maar nu komen dus ook overleden patiënten in aanmerking. Door de ‘heart-in-a-box’-methode kunnen meer harten gedoneerd worden én is het mogelijk om ze langere tijd te bewaren – tot wel acht uur – en over grotere afstanden te vervoeren.

In juni 2021 werd de eerste harttransplantatie via een ‘heart-in-a-box’-machine uitgevoerd in Nederland, in het UMC Utrecht. Volgens de NTS groeide de wachtlijst voor een donorhart al jaren, waardoor een op de zeven mensen op de wachtlijst kwam te overlijden. Eind juli 2023 stonden er nog 164 mensen op de lijst. Een jaar eerder waren dat er 165, en in 2021 waren het er 120. Volgens hart-longchirurg Michiel Erasmus zijn „de resultaten voor de ontvangende patiënten minstens zo goed als bij de klassieke hartdonatiemethode”. Vanaf 1 januari 2024 wordt de behandeling in Nederland ook vergoed in het basispakket.