Het begon met een grote nederlaag, triomfantelijk gedeeld in video’s op sociale media. Te zien was een slagveld midden in de woestijn in het noorden van Mali, met tussen de uitgebrande legervoertuigen tientallen levenloze lichamen, bloederig en bedekt met zand. Herkenbaar waren de uniformen van Malinese soldaten, maar in de stapels vielen vooral de vele witte mannen op: Russische huurlingen van de Wagner Groep.
Het was de dodelijkste aanval op Wagners troepen op het Afrikaanse continent. En het werd een diplomatieke rel. Zowel Mali als Niger, dat ook Russische huurlingen op zijn grondgebied heeft, verbrak vorige week alle diplomatieke banden met Kyiv, omdat Oekraïne steun zou hebben verleend aan de separatistische Touareg-rebellen die de aanval opeisten.
Het idee dat Oekraïne betrokken was, komt niet uit de lucht vallen. Het was Andri Joesov, de woordvoerder van de Oekraïense inlichtingendienst GOeR, die dit kort na de aanval vertelde in een tv-interview. Hij zei dat de rebellen, die in het noorden van Mali hun vrijstaat Azawad nastreven, „alle benodigde informatie, en niet alleen informatie, kregen waarmee zij een succesvolle operatie konden uitvoeren tegen de Russische oorlogsmisdadigers”.
Dat Kyiv bereid is verder te gaan dan alleen het diplomatieke spel, leek eerder al het geval in Soedan
„Vanzelfsprekend”, voegde Joesov eraan toe, „zullen wij geen details delen. Maar er zal een vervolg komen.” De video werd kort gedeeld op Facebook door de Oekraïense ambassade in Senegal. De ambassadeur werd terstond op het matje geroepen.
Jihadisten
Voor de Malinese regering, na twee opeenvolgende staatsgrepen in 2020 en 2021 in handen van militairen, bewijzen Joesovs uitspraken Kyivs steun aan wat zij omschrijven als „internationaal terrorisme”. Want niet alleen de rebellen claimen de aanval, dat doen ook de strijders van het aan Al-Qaida gelieerde Jama’a Nusrat ul-Islam wa al-Muslimin (JNIM), die daar eveneens actief zijn. Volgens de junta werken de rebellen en de jihadisten samen. En nu dus, zo lijkt het, met steun van Oekraïne.
Het Oekraïense ministerie van Buitenlandse Zaken ontkent – in tegenstelling tot de militaire inlichtingendienst – enige rol bij de aanval te hebben gehad. De geloofwaardigheid van deze ontkenning valt in twijfel te trekken. De woordvoerder van de Oekraïense militaire inlichtingendienst Joesov claimde zelfs nog een tweede keer betrokkenheid bij de veldslag.
En dan was er nog de raadselachtige foto van Toeareg-rebellen met een Oekraïense vlag die het online medium Kyiv Post zei na de aanval te hebben ontvangen van „een bron uit de Oekraïense defensie- en inlichtingensector”. Hoewel de foto volgens beeldspecialisten van NRC authentiek lijkt, is niet te achterhalen waar en wanneer deze gemaakt is. In elk geval lijken entiteiten aan beide zijden te willen impliceren dat er samenwerking is tussen de Toeareg en het veiligheidsapparaat van Oekraïne.
Oekraïense special forces
De affaire ondermijnt het Oekraïense charmeoffensief in Afrika. Zo ging minister van Buitenlandse Zaken Koeleba de afgelopen twee jaar vier keer op tournee langs Afrikaanse landen om samenwerkingen en de opening van nieuwe ambassades aan te kondigen. „We willen Afrika bevrijden uit de grip van Russen”, zei hij daarover. „En steun [krijgen] voor het vredesplan van president Volodymyr Zelensky.”
Dat Kyiv bereid is verder te gaan dan alleen het diplomatieke spel, leek eerder al het geval in Soedan, waar het hardnekkige gerucht gaat dat Oekraïense special forces zich hebben gemengd in de oorlog tussen regeringsleger SAF en de paramilitairen RSF. En nu, zo lijkt het, ook in de Sahel. Het wekt afgrijzen in de hele regio. Zelfs in landen die niet uitgesproken pro-Russisch zijn, is afkeurend gereageerd.
„Het aanhalen van de betrekkingen met West-Afrika zou een heel subtiel diplomatiek spel moeten zijn”, zegt Issa Sadio Dialo, voorzitter van de Afrikaanse Raad in Kyiv, die uitwisseling van cultuur en bedrijvigheid tussen Oekraïne en West-Afrika bevordert. „Als Oekraïne nu bijdraagt aan destabilisatie, zal dat worden opgevat alsof het de oorlog van Oekraïne en Rusland overbrengt naar het Afrikaans continent.”
Wist Kyiv in welk wespennest het zich mengde?
Nee, zegt Wassim Nasr, die als Sahel-onderzoeker is verbonden aan het Soufan Center, een denktank in New York. „Ze hebben hun vingers gestoken in iets dat ze niet begrijpen.” Nasr doelt op de complexe situatie in het noorden van Mali, waar verschillende groepen van Toearegs – een berbers sprekend nomadenvolk – sinds de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960 meermaals in opstand kwamen tegen de machthebbers in de hoofdstad Bamako.
Bij de laatste keer, in 2012, zetten zij de deur open voor aan Al-Qaida en Islamitische Staat gelieerde jihadisten met wie zij een verbond aangingen om hun vrijstaat te kunnen uitroepen. Dat hield niet lang stand, maar toen was het kwaad al geschied. Dat hun leiders daarna jarenlang werden beschermd door VN-blauwhelmen en Franse militairen die in Mali de jihadisten bestreden, frustreerde veel Malinezen.
De machtsgreep van 2021 veranderde alles. De junta zette de Fransen en blauwhelmen buiten de deur en wisselde hen in voor de huurlingen van Wagner. Die staan het Malinese leger sindsdien met mankracht en materieel bij. Met hulp van de Russen verdreef het leger de rebellen eind vorig jaar uit Kidal, de hoofdstad van de Toearegs in het noorden – een belangrijke symbolische overwinning.
Connectie-Kyiv
Het contact met Kyiv moet in die periode zijn gelegd, zegt Nasr. Hij is tevens gespecialiseerd in de verschillende terreur- en rebellenbewegingen in de Sahel. Verschillende Toeareg-facties die zich hebben verenigd, hebben volgens hem contact gelegd met Oekraïne. „Ze zochten ook samenwerking bij andere landen waarvan ze dachten dat die hun strijd tegen de Russen zouden willen steunen.” Alleen Oekraïne zou op de hulpvraag zijn ingegaan, zegt Nasr.
Waarom? Sinds Wagners komst naar Mali eind 2021 werden hun operaties daar hun uithangbord voor de Sahel. Geschat wordt dat het Russische huurlingenleger – dat na de dood van hun oprichter Jevgeni Prigozjin vorig jaar werd omgedoopt tot Africa Corps en nu onder controle van het Kremlin staat – in Mali meevecht met 1.200 tot 2.000 man.
„Er is zo’n gezegde: de vijand van mijn vijand is mijn vriend”, zegt Ivan Stoepak, militair expert en voormalig officier bij de Oekraïense inlichtingendienst. Uiteraard is het pijnlijk dat Oekraïne daarvoor separatisten moet steunen, erkent Stoepak, juist omdat door het buitenland gesteunde separatisten Oekraïne in oorlog hebben gebracht. „Maar Oekraïne heeft geen andere opties, het moet de vijand verslaan waar het kan.”
De activiteiten van Wagner op het Afrikaanse continent spekken bovendien de Russische oorlogskas. De huurlingen leveren krijgssteun in ruil voor natuurlijke hulpbronnen, zoals toestemming voor het plunderen van de diamant- en goudmijnen, en het kappen van tropisch hardhout. Oekraïne wil een einde aan deze geldstroom.
Een derde motivatie voor Oekraïne, redeneert Stoepak, zou wraak kunnen zijn. „Huurlingen van Wagner hebben heel veel schade aangericht in Oekraïne. Ze hebben soldaten verminkt, er zijn video’s van Wagner waarin ze benen, armen en geslachtsdelen afhakken.” Onder de Russen die eind juli bij de hinderlaag werden gedood, zaten bovendien meerdere bekende gezichten die eerder in de Donbas tegen Oekraïne vochten, zoals Sergej ‘Proud’ Sjevtsjenko en Anton ‘Lotus’ Olegovitsj Elizarov.
Europese leiders houden zich ondertussen op de vlakte over Oekraïens gerommel in de Sahel – mogelijk uit eigenbelang
Nasr zegt overigens niet te geloven dat Oekraïense inlichtingen een doorslaggevende rol speelden bij de hinderlaag van eind juli. Volgens zijn contacten ter plaatste was de Oekraïense steun financieel („al stelde dat niet veel voor”) en, belangrijker, praktisch van aard. Nasr: „Meerdere strijders zijn naar Oekraïne gehaald voor training, zoals met miniatuurdrones die de Oekraïners gebruiken tegen de Russen.” Of zij die drones ook aan de rebellen hebben geleverd, weet Nasr niet. „Maar ze zijn wel bij de aanval bij de grens gebruikt.”
Een van de Oekraïense doelen zou kunnen zijn om de kwetsbaarheid van Wagner te tonen. Dit zei ook GOeR-woordvoerder Joesov: „Vandaag heeft de hele wereld gezien dat de potentie en de capaciteiten van de Russen niet meer zijn wat ze waren. Dit betekent dat er minder bestellingen binnenkomen en er minder op hen gerekend wordt als het juiste instrument voor de problemen in de regio.”
Rebellen samen met jihadisten?
Nu lijkt Oekraïne zelf de problemen in de regio eerder te verergeren. Want bij de recente aanval waren óók jihadisten van Al-Qaida betrokken – al ontkennen de Toeareg-rebellen dat. Al langere tijd gaan er geruchten over een mogelijk nieuw verbond tussen de rebellen en jihadisten. Zo delen ze hun vijand: de Malinese staat én de Russische huurlingen van Wagner. Een terugkerend punt daarbij is dat de leider van het aan Al Qaida-gelieerde JNIM, Iyad Ag Ghali, een Toeareg is. Nasr verwerpt – net als andere analisten – het idee van een ‘grande alliance’. „Soms bestrijden ze elkaar en soms strijden ze naast elkaar.”
De schimmigheid over regionale allianties grijpen de Russen dankbaar aan. „Omdat ze er niet in slagen Rusland te verslaan op het slagveld [in Oekraïne, red.], opent het criminele regime van Volodomyr Zelensky nu een tweede front in Afrika”, zei een Kremlin-woordvoerder woensdag. Ze beschuldigde Kyiv ervan „terroristische groepen te steunen in landen op het continent die bevriend zijn met Rusland”.
Over dit Russische narratief maakt Oekraïne zich weinig zorgen, schat de Oekraïense inlichtingendeskundige Stoepak. „We geven geen fuck om wat zij zeggen, wat ze geloven. Alles wat Rusland zegt wordt beschouwd als bullshit, desinformatie, niets. Excuses voor mijn taalgebruik. Het zijn gewoon leugens.”
Europese leiders houden zich ondertussen op de vlakte over Oekraïens gerommel in de Sahel – mogelijk uit eigenbelang. „In sub-Sahara Afrika wordt een soort cirkel om Europa heen gelegd waar Russen steeds meer invloed krijgen. En waar ze ook aan de kraan komen te zitten van onze migratieproblematiek”, zegt Peter Knoope, diplomaat en terreur- en defensie-expert bij hij Haagse International Center for Counter-Terrorism. „Je kunt natuurlijk niet openlijk staan te applaudiseren”, maar volgens hem „mogen we blij zijn met iedereen die probeert om een beetje weerstand te bieden aan de invloed van de Russen aan die kant van Europa.”