N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Durf te vragen Insectengiffen bevatten soms wel tientallen gifstoffen.
Het zijn allemaal steekbeesten: muggen, wespen, bijen, mieren en andere insecten. Toch voelt elke steek anders. De een veroorzaakt vooral jeuk, de ander vooral pijn – soms zelfs een verlammende pijn: de tropische Amerikaanse kogelmier heeft een steek die aanvoelt als een pistoolschot. Hoe komt het dat die steken zo totaal verschillend aanvoelen?
Alle stekende insecten spuiten een interessante cocktail bij ons naar binnen, met daarin onder meer tientallen eiwitten, aminozuren en enzymen. „Het verschil zit hem in de functie van die cocktails”, vertelt Sander Koenraadt, muggenonderzoeker bij Wageningen University & Research. „In het speeksel van muggen zitten stoffen die ze helpen zo veel mogelijk bloed op te zuigen. Bijvoorbeeld antistollingsmiddelen en stofjes die de bloedvaten wijder maken. Sommige andere insecten steken om een prooi te verdoven of te doden. En wespen steken ter verdediging. Hun steek moet zo veel mogelijk pijn doen om de belager snel weg te krijgen. Dus dat zijn totaal verschillende dingen.”
Cellen kapotmaken
Insectengiffen bevatten soms wel tientallen gifstoffen. Wespengif bevat bijvoorbeeld kinines, die acute pijn veroorzaken, en polyamines, die cellen kapotmaken, celreceptoren blokkeren en zelfs zenuwen kunnen beschadigen. Wetenschappers zijn erin geïnteresseerd omdat die stoffen, in minieme hoeveelheden, een medicinale werking kunnen hebben, net zoals slangengif. In wespengif zijn stoffen aangetoond die bacteriegroei, ontstekingen en zelfs kanker kunnen remmen.
Muggenspeeksel is veel minder agressief. Hoe onderzoek je dat? „Door het speeksel af te tappen”, vertelt Koenraadt. „Dat kun je doen door de mug te verdoven met koolstofdioxide, en dan de snuit in een pipetpuntje te steken waarin je een beetje bloedserum en suikerwater hebt gedaan. Dat wekt bij de mug een kwijlreactie op. Die piepkleine druppeltjes speeksel kunnen we isoleren en analyseren.”
Koenraadt en zijn collega’s doen dat vooral om te onderzoeken welke ziekteverwekkers muggen bij zich dragen, zoals virussen of de malariaparasiet. „Het is eigenlijk heel raadselachtig waarom muggen bepaalde ziekten wel, en andere niet kunnen overbrengen via hun speeksel.”
Het is geen injectienaald
Muggen stéken overigens niet zoals bijen en wespen dat doen, benadrukt Koenraadt. Muggen bíjten. „Ja, die termen zijn verwarrend, want we spreken wel van een ‘steeksnuit’”, zegt hij. „Maar het is niet gewoon een scherp buisje, zoals een injectienaald. Het zijn eigenlijk de monddelen van de mug: de kaken en de lippen die zijn geëvolueerd tot een lang dun apparaatje waarmee de mug heel precies haarvaten kan aanboren.”
Die monddelen hebben zeven afzonderlijke onderdelen, elk met hun eigen functie. Eén deel heeft bijvoorbeeld tandjes en maakt een zagende beweging in de huid. Andere delen zorgen voor houvast. „En aan het uiteinde zitten receptoren die de mug informatie geven over wat er te proeven is. Er staan prachtige filmpjes op internet waarin je echt ziet dat die snuit onderhuids op zoek gaat naar een haarvat.”
Spieren in de kop vormen een pompje dat het bloed omhoog zuigt, terwijl speeksel door een apart buisje de andere kant op stroomt. En waarom jeukt dat speeksel nu zo erg? „Voor de mug heeft dat geen evolutionair voordeel”, zegt Koenraadt. „Het is puur een allergische reactie van jouw immuunsysteem op die stoffen.” Dat gebeurt trouwens bij elke insectensteek. De jeuk blijft vaak nog dagen hangen, als de pijn allang weg is.