Genocide is de zwaarste misdaad tegen de menselijkheid. Tegelijkertijd is het moeilijk genocide te bewijzen. Welke criteria zijn er? Hoe lang vinden genocides al plaats? En wat is er mogelijk wanneer genocide eenmaal bewezen is?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected]
Deze foto van duizenden pasgeboren sterren is samengesteld uit nieuwe waarnemingen van de Amerikaanse röntgentelescoop Chandra X-ray Observatory en uit de al eerder vrijgegeven gegevens van ruimtetelescoop James Webb (JWST). De sterrenhoop NGC 602 omgeven door stofwolken strekt zich zo’n 175 lichtjaar uit (een lichtjaar is zo’n 9.460.000.000.000 kilometer) en staat ergens in een afgelegen hoek van de Kleine Magelhaense Wolk, een buurstelseltje van ‘onze’ Melkweg. Het leuke aan deze pasgeboren sterren (weergegeven als blauwe, rode en gele stippen) is dat ze voor astronomen ideaal zijn om iets te leren over hoe stervorming eruitzag in het prille heelal.
De afstand van dit sterrencluster – 200.000 lichtjaar – is voor astronomen nog best dichtbij en met een leeftijd van zo’n vijf miljoen jaar zijn de sterren relatief jong. Vermoedelijk worden in dit cluster nog steeds nieuwe sterren gevormd en er is – net als in het prille heelal – weinig materiaal in de buurt om de sterren uit te vormen.
Sterren ontstaan in de loop van honderdduizenden jaren in enorme, koude wolken van gas en stof, soms honderden lichtjaren breed. Sommige delen van de wolk waarin materie door kou klontert, storten in onder hun eigen gewicht. Die instortende delen worden steeds compacter en heter.
Wanneer de temperatuur en de druk hoog genoeg zijn, treedt kernfusie op: kernen van lichte elementen smelten samen tot zwaardere. Daarbij komt extreem veel energie vrij, wat genoeg tegendruk geeft om te voorkomen dat het gebied verder instort. De hete bol, de nieuwe ster, belandt in een evenwicht tussen de inwaartse zwaartekracht en uitwaartse stralingsdruk. Voor miljoenen tot miljarden jaren lang, tot de ster is opgebrand.
In de sterren op deze foto is kernfusie nog relatief kort gaande, met andere woorden: nog niet zo veel lichte elementen zijn omgezet in zwaardere. Dat maakt de samenstelling ervan heel anders dan bijvoorbeeld die van de veel oudere zon, en meer zoals die van sterren van miljarden jaren geleden in het jonge universum.
In het rood zijn röntgenstralen te zien, opgevangen door Chandra, die worden afgegeven door jonge sterren. De kring in blauw, groen en oranje bestaat uit stofwolken, verlicht en verhit door de jonge sterren, en komen uit JWST-gegevens. Sommige sterren hebben zes stralen, een artefact dat ontstaat door de hexagonale vorm van de JWST-spiegels.
Je bent wat ouder. Je rijdt in pittig tempo op een – vermoedelijk – elektrische fiets. Op een smal fietspad verlies je het evenwicht nadat je tegen een paaltje bent gebotst, over een boomwortel bent gereden, of bent geschrokken van een fatbike of de vele andere fietsers om je heen. Je valt. Je loopt een zware hersenschudding op. Of breekt je heup.
Ziedaar een voorbeeld van de meest voorkomende ongevallen in het verkeer van de laatste jaren. Ruim vier van de vijf ernstig gewonde fietsers valt na een ongeval zonder dat daarbij een auto of ander motorvoertuig betrokken is. „In tegenstelling tot het aantal verkeersdoden vallen de meeste ernstig gewonde fietsers bij ongevallen zonder betrokkenheid van een motorvoertuig”, schreef minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) vorige maand aan de Tweede Kamer.
De laatste tien jaar stijgt het aantal verkeersdoden onder fietsers jaarlijks gemiddeld met 5 procent, vooral onder zeventigers en tachtigplussers, meldde vorige maand kennisinstituut SWOV. De meeste verkeersdoden vallen onder fietsers en van de ernstig verkeersgewonden zijn fietsers met 70 procent veruit de grootste groep.
De SWOV verwacht bovendien een verdubbeling van het aantal ernstig gewonden onder fietsers in 2040 ten opzichte van 2018. „Als er niets gebeurt”, zegt onderzoeker Wendy Weijermars, hoofd van de afdeling infrastructuur en verkeer van de SWOV.
Negenduizend meedenkers
Beleidsmakers zinnen op maatregelen. De Fietsersbond bood de Tweede Kamer vorige maand ruim twintigduizend handtekeningen aan, plus als wensen betere fietspaden, een verlaging van de snelheidslimiet voor auto’s naar dertig kilometer per uur en strengere handhaving. De bond roept ook iedereen op mee te doen aan de ‘raadpleging’ die minister Madlener heeft uitgeschreven, en waarop iedereen kan aangeven welke maatregelen kunnen leiden tot veiliger verkeer. De lijst met suggesties, van strenge straffen voor hardrijders tot het veiliger maken van wegen, is inmiddels negenduizend keer beoordeeld.
Madlener wil dit voorjaar een reeks maatregelen presenteren om de fietsveiligheid te vergroten. Die maatregelen worden betaald uit een ‘investeringsimpuls’ van een half miljard euro waartoe een vorig kabinet had besloten voor 2020-2030. Gemeenten die plannen indienen voor bijvoorbeeld het verbreden van een fietspad kunnen daarvoor aankloppen bij het ministerie. Dat betaalt dan de helft van de kosten. In totaal is er dus maximaal een miljard euro beschikbaar.
Stoepranden moeten schuin oplopen. En je moet als je valt niet meteen tegen een boom botsen of een dichtbij liggende sloot belanden
Fietspad zonder tramrails
Over de meest effectieve maatregelen zijn de experts bij kennisinstituut SWOV het wel eens. Om het aantal enkelvoudige fietsongevallen te reduceren, dat wil zeggen ongevallen zonder aanrijding met een auto, moet de infrastructuur voor fietsers ‘vergevingsgezind’ worden, dat wil zeggen dat fietsen gemakkelijker moet worden gemaakt, comfortabeler, en geen buitensporige inspanningen of vaardigden moet vergen. Onderzoeker Weijermars: „Het wegdek moet voldoende stroef zijn. Er moeten geen scheuren in zitten. Geen boomwortels. Geen gleuven tussen tegels. Geen tramrails. Stoepranden moeten schuin oplopen. En je moet als je valt niet meteen tegen een boom botsen of een in dichtbij liggende sloot belanden.”
Wat verder helpt, zegt Weijermars, is het opzetten van een fietshelm. „Het draagvlak daarvoor lijkt groter te worden.” Problemen door drukte op het fietspad kunnen worden verminderd door verbreding ervan. De drukte zelf is een gegeven. „Hoe groter de verschillen tussen voertuigen in massa en snelheid, hoe groter de kans op ernstig letsel.”
Ingrijpender zijn suggesties om het aantal dodelijke fietsongevallen terug te brengen. De SWOV pleit sinds jaar en dag al voor aanleg van vrijliggende fietspaden en ongelijkvloerse kruisingen, of in elk geval kruisingen waar fiets en auto elkaar niet kunnen treffen. Bijvoorbeeld door de aanleg van rotondes en door te voorkomen dat bij verkeerslichten auto en fietser tegelijk door groen mogen rijden. In nieuwe wijken kunnen fiets- en autoroutes gescheiden worden aangelegd.
De gemeente Houten is wat dat betreft een lichtend voorbeeld. In oudere steden of stadsdelen moet ruimte voor vrijliggende fietspaden worden bevochten. Weijermars: „Gemeenten hebben het daar soms moeilijk mee. Ze moeten een politieke en soms pijnlijke keuze maken tussen bijvoorbeeld ruimte voor parkeerplaatsen voor auto’s of een vrijliggend fietspad. En dan kun je zeggen dat auto’s maar naar parkeergarages verdwijnen, maar die garages kosten veel geld.” Als er geen ruimte is voor vrijliggende fietspaden, is het natuurlijk altijd verstandig de snelheidslimiet te verlagen naar dertig kilometer per uur. Weijermars: „Waarbij je dan niet alleen een verkeersbord moet neerzetten maar ook de weg zo inrichten dat dertig kilometer een logische snelheid is, bijvoorbeeld door de weg te versmallen.” De Fietsersbond heeft nog een paar andere voorstellen: een verplichte afstand van anderhalve meter voor het inhalen van een fiets door een auto; het recht op les in fietsvaardigheid; en minder auto’s.
Effectief zijn deze maatregelen zeker, menen de deskundigen. In 2023 kwamen 270 fietsers om in het verkeer en raakten bijna 5.200 fietsers ernstig gewond. Als in 2030 alle infrastructuur voor fietsers veilig zou zijn ingericht, zo berekende de SWOV eerder, dan zouden er jaarlijks vijftig fietsdoden minder vallen, en tweeduizend ernstig gewonden minder.
Lees ook
‘Fietsslachtoffers’ vallen niet ten prooi aan de fiets, maar aan de auto
De TU Eindhoven (TU/e) heeft de hackers die afgelopen weekend probeerden de computersystemen aan te vallen „op heterdaad betrapt”. zegt vicevoorzitter van het College van Bestuur Patrick Groothuis woensdag. Om erger te voorkomen haalde de universiteit het netwerk zondag op tijd uit de lucht. Na intern onderzoek zijn „nog geen tekenen gevonden dat de hackers erin geslaagd zijn om systemen te gijzelen, documenten te versleutelen, of data te ontvreemden”.
Voor de universiteit bewijst de gang van zaken „dat de digitale veiligheidssystemen goed hebben gewerkt”. In het onderzoek zegt de universiteit te hebben achterhaald hoe de hackers zijn binnengekomen. Wie de aanvallers zijn en waarom zij het op de TU Eindhoven gemunt hadden, blijft onduidelijk.
Woensdag werden ook de computersystemen van ICT-coöperatie SURF slachtoffer van een DdoS-aanval. In SURF werken alle universiteiten, hogescholen, universitaire ziekenhuizen en een groep mbo’s en onderzoeksinstituten samen op IT-gebied. Het gaat om een andere cyberaanval dan die op de TU/e afgelopen weekeinde. Bij een DdoS-aanval wordt een server overladen met dataverkeer en raakt daardoor overbelast. De systemen van veel universiteiten in het zuiden van het land waren daardoor woensdag moeilijk bereikbaar.
De TU Eindhoven wil de systemen komend weekeinde testen en maandag het onderwijs, dat sinds zondag stilligt, hervatten. Dinsdag maakte de universiteit al bekend het onderwijs en de tentamens een week uit te stellen.