N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Hoe ga je als ambtenaar om met gewetensbezwaren tegenover een vanaf het begin af aan omstreden politieke maatregel? Het is een vraag die de afgelopen maanden door mijn hoofd spookte. Ofschoon ik de afgelopen tweeënhalf jaar met plezier bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heb gewerkt, realiseerde ik me dat ik niet meer achter de recent ingevoerde nareismaatregel van het kabinet kon staan. Daarom heb ik mijn ontslag ingediend. Als jurist kon ik niet begrijpen dat de IND dit beleid bleef uitvoeren. Als mens begrijp ik niet waarom de politiek nationale problemen probeert op te lossen over de ruggen van kwetsbare vluchtelingen. De vraag is nu hoe dit in de toekomst valt te voorkomen.
De nareismaatregel is afgelopen augustus ingevoerd door het kabinet als onderdeel van de zogeheten asieldeal, en ging al meteen gepaard met morele bezwaren en kritiek over de ontbrekende juridische grond. Door deze zogeheten huisvestingsmaatregel moet een statushouder (een vluchteling met een verblijfsstatus) een woning hebben of nog zes maanden wachten om herenigd te kunnen worden met zijn of haar familie.
Immigratie-experts, de Tweede Kamer én de IND zelf hadden al grote bedenkingen bij de invoering van de maatregel of adviseerden negatief hierover. Ook wilde staatssecretaris Eric van der Burg (Justitie en Veiligheid, VVD) de maatregel niet van tevoren neerleggen bij de Raad van State voor een advies over de wetmatigheid ervan. De voorzieningenrechter en de rechtbank waren duidelijk: de maatregel schendt internationale verplichtingen en de Vreemdelingenwet. Ook ontbreekt het aan een wettelijke basis om het uit te voeren.
De staatssecretaris besloot door te procederen tot de Raad van State, waarvan de eerste zitting inmiddels is geweest. Een definitieve uitspraak wordt midden februari verwacht. Een dag voor de zitting werd de maatregel door het kabinet buiten werking gesteld, waarschijnlijk een teken dat ze inzien dat er veel mis is met de maatregel. De staatssecretaris wilde twee weken geleden juist nog bij de Raad van State voorkomen dat gezinnen herenigd konden worden met hun familie na een uitspraak van de rechtbank.
Erbarmelijke omstandigheden
Een van mijn grootste persoonlijke problemen met de nareismaatregel draait om de grote gevolgen voor de vluchtelingen zelf. Zelfs wanneer statushouders al hebben gehoord dat zij herenigd mogen worden met de familie, moeten ze alsnog een half jaar wachten in erbarmelijke omstandigheden of een onveilige omgeving waar zij direct gevaar kunnen lopen. Er valt in de tussentijd niet uit te sluiten dat er familieleden vermist raken of, vanwege illegaal verblijf, naar een ander land worden uitgezet. Het lijkt er daarbij sterk op dat het hier gaat om een politieke keuze met als doel tijd te winnen om nationale problemen op te lossen. En dat ten koste van kwetsbare vluchtelingen die herenigd willen worden met hun familie.
Maar dit is niet het enige. Het beleid van het kabinet heeft namelijk ook gevolgen voor de IND als uitvoeringsorganisatie. Ook na de rechterlijke uitspraken bleef de IND vasthouden aan het beleid van het kabinet en voerde het politiek beleid uit zonder een wettelijke grond. We hebben gezien bij de Toeslagenaffaire hoe ontzettend schadelijk de gevolgen kunnen zijn als een uitvoeringsorganisatie in de eerste plaats de politiek volgt. De gevolgen zijn natuurlijk nog niet dezelfde, maar we zien hier wel een vergelijkbare zorgelijke ontwikkeling.
Het wachten is nu op de definitieve uitspraak van de Raad van State. Maar als de maatregel ook definitief wordt ingetrokken door het kabinet, zal er schade hersteld moeten worden en zullen we moeten kijken hoe dit voortaan voorkomen kan worden.
In de toekomst is het daarom van belang dat de positie van uitvoeringsorganisaties versterkt wordt. De IND moet er in het uiterste geval voor kunnen kiezen om te weigeren politiek beleid zonder wettelijke grond – of beleid dat tegen de wet ingaat – uit te voeren.
Bij de Toeslagenaffaire zagen we wat er gebeurt als een uitvoeringsorganisatie vooral de politiek volgt
Uitvoeringsorganisaties hebben politieke en juridische handvatten nodig om dit ook daadwerkelijk in te kunnen zetten. Een handrem, om te voorkomen dat wederom een uitvoeringsorganisatie uit de bocht vliegt, met alle gevolgen van dien. Dat betekent dat uitvoeringsorganisaties bij structurele juridische en politieke bezwaren de mogelijkheid moeten hebben de uitvoering van omstreden beleid op te schorten, tot een rechter hierover uitspraak heeft gedaan. Dit om te voorkomen dat achteraf weer alle schade hersteld moet worden.
Alarmbellen
Mijn ontslag bij de IND zal hieraan niet zoveel veranderen, dat is slechts een kleine rimpeling in het grotere functioneren van de Nederlandse overheid. Maar toch is het belangrijk dat er een maatschappelijke discussie gevoerd wordt over hoe om te gaan met het uitvoeren van omstreden politiek beleid. Het feit dat een uitvoeringsorganisatie zonder wettelijke basis bezig is moet, zeker na de Toeslagenaffaire, alle alarmbellen laten rinkelen.
Het is noodzakelijk dat de uitvoeringsorganisaties de burgers kunnen beschermen als hun functioneren door omstreden politieke besluitvorming schadelijk dreigt te worden. Voorkomen moet worden dat zelfs na de waarschuwingen uit het verleden de kans op herhaling nog steeds mogelijk is.