Waarom de meeste mensen liever moe dan lui zijn

Ben Tiggelaar

Wat zien we?

Als een mens mag kiezen, is-ie graag bezig. Werken. Spelen. Klusjes rond het huis en in de tuin. Sporten, wandelen, fietsen. Nietsdoen, daar vinden de meeste mensen niets aan.

Psychologen dachten vroeger dat we het liefst zo weinig mogelijk uitvoeren. Het ‘principe van de minste inspanning’ werd dat genoemd. Maar wie een beetje om zich heen kijkt, ziet dat dit niet klopt. We zijn blijer met ons Zweedse keukentrapje wanneer we de onderdelen zelf in elkaar hebben gedraaid.

Hedendaags onderzoek laat duidelijk zien dat mensen liever iets dan niets doen. Sterker: helemaal niets doen is voor veel mensen beangstigend.

Hoe weten we dat?

Psycholoog Timothy Wilson en zijn collega’s publiceerden in 2014 over een reeks experimenten waarbij proefpersonen zes tot vijftien minuten alleen in een kamer werden geplaatst. Zij konden kiezen tussen nietsdoen en een eenvoudige activiteit, zoals lezen of muziek luisteren. De meeste personen kozen voor ‘iets’.

Één van de activiteiten was opzettelijk onaantrekkelijk: het jezelf toedienen van een elektrische schok. Verrassend genoeg bleek een kwart van de vrouwelijke deelnemers en twee derde van de mannelijke zo’n schok te verkiezen boven helemaal niets doen.

Hoe komt dat?

Waarom kunnen we zo slecht stilzitten? Er zijn verschillende verklaringen.

We leren dat inspanning loont. Volgens de Canadese onderzoeker Michael Inzlicht en zijn collega’s leren de meeste mensen al jong dat inspanning leidt tot beloning. Door persoonlijke ervaring, door te kijken naar anderen of door wat opvoeders ons vertellen. De associatie tussen inspanning en beloning wordt op den duur zo sterk dat we inspanning op zichzelf gaan waarderen.

We willen ons graag competent voelen. De perceptie die wij hebben van onze eigen vermogens om klussen te klaren – self-efficacy noemen psychologen dat – bepaalt in sterke mate of wij lekker in ons vel zitten. We voeren dus graag haalbare klusjes uit, gewoonweg om ons goed te voelen.

We genieten van het werken aan doelen. Wanneer mensen doelen nastreven en daarbij progressie ervaren, voelen ze zich gelukkig. Ook bij het behalen van doelen voelen we ons goed. Dat geldt voor doelen die we zelf kiezen en voor doelen die ons aangereikt worden.

We zijn niet graag alleen met onze eigen gedachten. In het onderzoek van Wilson bleek dat de meeste deelnemers het vervelend vonden om gewoon te denken en verder niets te doen. Ander onderzoek laat zien dat wanneer we onze gedachten de vrije loop laten, deze doorgaans naar het negatieve neigen. We denken meer over onze vervelende ervaringen en onze tekortkomingen dan over de fijne kanten van het leven.

Herkenbaar, deze vier motieven. En ook wel geruststellend.

Waarom?

Een onhebbelijkheidje van mij is dat ik op vakantie – zoals deze week – graag even een klusje doe aan het begin van de dag. Lezen in een studieboek. Een stukje schrijven. Tot voor kort was ik bang dat ik een workaholic was. Maar – zo legde een psycholoog mij recent uit – échte workaholics doen op vakantie stiekem hun werkmail op de hotelkamer en liegen dan tegen hun partner dat ze een dutje hebben gedaan. Dat doe ik dan weer niet.

Blijkbaar ben ik gewoon monsieur tout le monde. Een alledaagse aardbewoner die liever iets dan niets doet.

Ben Tiggelaar schrijft wekelijks over persoonlijk leiderschap, werk en management.