Waarom de expat een warmer welkom krijgt dan de asielzoeker


Kennismigranten Nieuwkomers Door de voortdurende bevolkingsgroei zwelt de roep om regulering van de migratie aan. Waar de Nederlandse overheid minder actief is dan andere landen om kennismigranten aan te trekken, probeert ze juist wel de asielinstroom te reguleren – dat laatste met beperkt resultaat.

Bij het aanmeldcentrum in Ter Apel sliepen vorige zomer honderden asielzoekers weken buiten.
Bij het aanmeldcentrum in Ter Apel sliepen vorige zomer honderden asielzoekers weken buiten.

Foto Kees van de Veen/HH/ANP

‘Wist je dat voor sommige Chinezen de voordeur een aandachtspunt is, geheel volgens de feng shui? Ook verwachten ze dat de afvoer van de afzuigkap rechtstreeks naar buiten gaat. Nieuwe dingen waar ik rekening mee ben gaan houden.”

Het werk van de Brabantse makelaar Ad Kennis is veranderd. Waar hij eerder vooral „de lokale bevolking” bediende, bestaat zijn klantenbestand sinds enkele jaren voor 80 procent uit Indiase en Chinese kennismigranten. Waar zijn woonbrochure tien jaar geleden in het Nederlands werd uitgegeven, is deze nu tweetalig.

Dankzij chipmachinefabrikant ASML in Veldhoven hebben whizzkids de aan Eindhoven grenzende stad gevonden. Deze kennismigranten, zegt Kennis, kopen graag woningen in vinexwijk Meerhoven. Die ligt nabij een internationale school en heeft een „prima verbinding” met het openbaar vervoer en de snelweg.

Hij ziet dat „de regio meegroeit met ASML”. Sommige mensen vinden het „superdruk” geworden op de weg en hun kinderen komen „minder makkelijk aan een huis”, omdat ze concurreren met de goed verdienende expats.

Sterk groeiende bedrijven als ASML zijn gebaat bij de komst van kennismigranten. Tegelijkertijd zwelt de roep om het reguleren van immigratie aan. Vorig jaar groeide de bevolking naar 17,8 miljoen inwoners. Dat aantal zal alleen maar stijgen, voorspelt het CBS: in 2050 telt Nederland ruim 20 miljoen inwoners.

De prognose maakte dat de Tweede Kamer het kabinet in 2018 opriep de bevolkingsontwikkeling in „diverse scenario’s” te vatten en te onderzoeken hoe die scenario’s doorwerken op een achttal beleidsterreinen – alleen de fracties van PVV en Denk waren tegen. Aan deze opdracht is de staatscommissie demografische ontwikkelingen in september begonnen, het advies wordt eind 2023 verwacht.

Vergrijzing en migratie

De bevolkingsgroei komt door vergrijzing en immigratie. Het aandeel van de beroepsbevolking neemt af. Zo verwacht het CBS dat in 2040 een kwart van de bevolking uit 65-plussers bestaat. Dit blijft niet zonder gevolgen voor de verzorgingsstaat en de economie, voorspellen migratiedeskundigen als Katharina Natter. Toch ziet ze dat de arbeidsmarkt en het migratiebeleid nog onvoldoende op elkaar zijn afgestemd. In plaats daarvan wordt het migratiedebat, stelt zij, overstemd door ideologische extremen.

Waar de een het liefst de grenzen voor asielzoekers en economische migranten gesloten ziet worden, pleit de ander voor een ruimhartig beleid. „Ik mis pragmatisme in het debat”, zegt de Oostenrijkse Natter, docent aan de Universiteit Leiden. „Je hebt een bepaald migratieniveau nodig, anders raakt de economie verstoord.”

In Duitsland zien ze migratie al wel „als deel van de oplossing”, stelt Bram Frouws, directeur van het Mixed Migration Centre, een organisatie die wereldwijd onderzoek doet naar diverse vormen van migratie. Waar Nederland het aantrekken van arbeidsmigranten aan bedrijven als ASML overlaat, is in Duitsland juist een rol voor de overheid weggelegd. De coalitie van bondskanselier Scholz heeft afgesproken dat minstens 200.000 arbeidsmigranten per jaar moeten worden aangetrokken. „Je ziet dat landen als Duitsland en zelfs Australië voorsorteren op de mondiale concurrentie om arbeidskrachten, terwijl in Nederland wordt gesproken over het minderen van migratie. Dat is kortzichtig.”

Immigratie naar migratieachtergrond

Nederland kiest wel voor regulering waar het gaat om de komst van vluchtelingen en asielzoekers. In 2022 waren dat er ruim 100.000 – van wie onder meer 90.000 Oekraïners die geen asielstatus nodig hebben, maar wel een dak boven hun hoofd en een dokter als ze ziek worden. Ook dit jaar worden hoge asielcijfers verwacht. Pogingen om met strengere eisen aan inburgering en andere beperkingen (later permanente verblijfsvergunning) die te reguleren, konden deze hoge cijfers niet voorkomen.

De asieldeal van vorige zomer is het antwoord van het kabinet op de asielopvangcrisis, gekatalyseerd door hoge werkdruk bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst en het woningtekort. Door dat tekort verhuizen onvoldoende statushouders (vluchtelingen met een verblijfsvergunning) naar een normale woning. Het zorgde vorige zomer voor een ongekende situatie bij het aanmeldcentrum in Ter Apel, waar wekenlang honderden asielzoekers buiten sliepen. Waar de een schande riep van de „mensonwaardige” situatie, wilde de ander een algehele asielstop.

Nareisbeperking

En dus sprak het kabinet af dat er een tijdelijke stop komt op gezinshereniging voor vluchtelingen. In de praktijk houdt dit in dat gezinsleden van vluchtelingen met een verblijfsvergunning een half jaar langer moeten wachten op hun visum. In ruil hiervoor ging de VVD schoorvoetend akkoord met de spreidingswet, die gemeenten verplicht een bepaald aantal asielzoekers in hun gemeente op te nemen.

De nareisbeperking is door meerdere rechters onwettig verklaard. VVD-Kamerlid en asielwoordvoerder Ruben Brekelmans stelde eerder in NRC dat de VVD de spreidingswet kan dragen mits „er nieuwe maatregelen worden genomen om de instroom van asielzoekers te beperken”. Het kabinet beloofde erover na te denken.

Dat bestuursrechters oordelen dat de nareisbeperking voor familieleden van vluchtelingen onwettig is, komt door Europese wet- en regelgeving: wie is erkend als (familielid van) een vluchteling kan niet zomaar worden beperkt in zijn recht op vestiging. De Haagse rechtbank wees op 22 december op het argument van de staat dat „de krapte op de woningmarkt” een belangrijke oorzaak is van de opvangcrisis, zodat het kabinet de gezinshereniging voor vluchtelingen moet opschorten. De rechter schreef niet te begrijpen waarom alleen de komst van gezinsleden van vluchtelingen wordt beperkt, en niet die van reguliere migranten zoals expats.

Dat meer mensen naar Nederland komen dan vertrekken is sinds 2007 de realiteit. Het migratiesaldo lag in 2021 op 107.258 personen: er migreerden 252.588 mensen naar Nederland terwijl 145.330 Nederland als thuisland verlieten, de laatsten onder meer omdat ze Nederland ‘te vol’ vonden worden . Voor 2022 komt het immigratiesaldo waarschijnlijk nog hoger uit.

Ruim de helft van ‘onze’ migranten komt uit Europa Foto Ramon van Flymen/ANP

Ruim de helft van de immigranten in 2021 kwam uit een ander EU-land (vooral Polen). Zo’n 30 procent was arbeids-of kennismigrant van buiten de EU, vaak uit Azië (India, China) of de VS. Bij circa 8 procent ging het om mensen met een Nederlandse achtergrond die terugkwamen. Zo’n 10 procent van de 252.588 personen die in 2021 naar Nederland kwamen, was asielzoeker (vooral uit Syrië)

Landen als Australië en Canada werken met immigratieplafonds. Het zijn landen waarnaar politici als Frits Bolkestein (VVD) in het verleden en Hugo de Jonge (CDA) recentelijk verwijzen als voorbeelden van landen die immigratie reguleren en beperken. Probleem met deze vergelijking is dat die landen een wezenlijk andere geografische situatie en internationale verplichtingen kennen. Beide landen liggen ver af van notoir instabiele regio’s zoals het Midden-Oosten, zodat oorlogsvluchtelingen Australië en Canada veel moeilijker kunnen bereiken. Ook maken ze geen deel uit van een Schengen-achtige zone met verplichte open grenzen.

Met bootjes

Australië (ruim 25 miljoen inwoners) spreekt elk jaar met UNHCR af een bepaald aantal erkende vluchtelingen ‘af te nemen’ die vastzitten in kampen overal ter wereld. In de praktijk zijn dat er al jarenlang niet meer dan tussen de vier- en zevenduizend. Vluchtelingen die op eigen kracht aankomen, dus met bootjes of het vliegtuig, worden sinds begin deze eeuw naar verafgelegen eilanden (detention islands ) Nauru en Manus gebracht, ook kinderen. De leefsituatie op die eilanden is volgens diverse mensenrechtenorganisaties erbarmelijk en moeilijk controleerbaar voor ngo’s en journalisten. Wie als vluchteling wordt erkend, is niet zeker van een permanente verblijfsvergunning in Australië zelf.

Canada (ruim 38 miljoen inwoners) accepteert jaarlijks zo’n 30.000 door de UNHCR erkende vluchtelingen. Ook is plaats voor vluchtelingen die zich bij de grens met de VS melden; hun aantal groeide vanaf 2018 nadat de VS de regels verscherpte. Zo houden de Canadezen rekening met 66.000 tot 93.000 ‘spontane’ vluchtelingen die zich bij de grens melden.

Hoewel grenscontroles binnen de EU niet mogen, staat de Europese Commissie deze sinds de vluchtelingencrisis van 2015 steeds meer toe. Zo vroegen Frankrijk en Duitsland om toestemming voor tijdelijke grenscontroles vanwege de dreiging van terrorisme. Zweden beriep zich op de ontwrichtende effecten van wapen- en mensensmokkel, met als bijeffect: daling van de asielaanvragen. Ook Nederland wil meer mobiele grenscontroles, volgens staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel en Migratie, VVD) om „mensensmokkelaars aan te pakken, niet om het verkeer voor de gewone burger te voorkomen”.

Canada en Australië kunnen hun eigen beleid bepalen bij het reguleren van zowel asielbeleid als kennis- en arbeidsmigratie. Vanwege het uitgangspunt van vrij verkeer van personen binnen de EU heeft Nederland die vrijheid niet. Dat ligt anders voor arbeidsmigratie van buiten de EU. Tot 1 oktober 2019 hanteerde Nederland quota bij de toelating van niet-Europese arbeidsmigranten om in Aziatische horeca te werken. In de praktijk bleek dat ingewikkeld. Het plafond was lager dan de vraag – hoewel de overheid uitging van maximaal 1.000 werkvergunningen verleende het 3.200 vergunningen.

Landen als Australië en Canada werken met immigratieplafonds

Door de betrekkelijk inactieve houding van de Nederlandse overheid op het gebied van arbeids- en kennismigratie ligt het initiatief bij bedrijven zoals internationaal wervingsbureau Otto Work Force. Toen de derde coronalockdown kort voor de Kerst van 2021 werd afgekondigd, kwam Frank van Gool op een idee. Dat de cultuursector en horeca wéér moesten sluiten, kwam door de druk op de ziekenhuizen en de angst voor ‘code zwart’. Van Gool nam zich voor medisch personeel uit het buitenland te halen. „Tweehonderd IC-verpleegkundigen”, stelde hij zich ten doel. De teller staat nu op „veertig van wie twaalf inmiddels hier zijn”.

Hij ziet dat het lang niet meer zo simpel is personeel uit andere EU-landen te halen, die hebben deze mensen nu ook hard nodig. „Voor ziekenhuizen concentreren we ons op mensen uit de Filippijnen, Indonesië en India”, zo vertelt hij aan de telefoon.

De Limburger Van Gool zegt dat de regulering van arbeidsmigratie een stuk beter kan. Nederland zou er goed aan doen, zegt hij, kwaliteitseisen te stellen bij het afgeven van de zogenoemde GVVA-vergunning (arbeids- en verblijfsvergunning voor mensen van buiten). „Denk aan minimale werkervaring en de eis dat iemand conform de cao wordt betaald.” Ook ziet hij heil in het idee van „circulaire arbeidsmigratie”, wat inhoudt dat de aanwezigheid van iemand „een kop en een staart heeft”, bijvoorbeeld dat iemand na maximaal vijf jaar terugkeert naar het land van herkomst. Tot slot pleit hij voor „functionele arbeidsmigratie”. Dit houdt in dat alleen arbeidsmigranten voor „tekortberoepen” worden aangetrokken.

Langetermijn-visie

Dankzij Otto Health Care, dochteronderneming van Otto Work Force, werken in het Haaglanden Medisch Centrum zes verpleegkundigen uit de Filippijnen – dit jaar komen er nog eens vijf uit Indonesië bij. Zij moeten naast het leren van het Nederlands een beroepserkenning krijgen. Dat kan zes weken tot een jaar duren. Voor statushouders met een medische achtergrond duurt het vaak langer dan een jaar.

Frank van Gool heeft last van de complexiteit van beroepserkenning, met name voor medische beroepen. Een IC-verpleegkundige met zes tot tien jaar werkervaring van wie het diploma vergelijkbaar is met een Nederlands diploma, moet op alle zorgdomeinen een certificaat halen. „Dus zelfs als je zeker weet dat je alleen op de IC gaat werken, moet je ook slagen voor Nederlandse gehandicapten- en ouderenzorg”, vertelt hij. „In Duitsland werken ze met deelcertificering, waardoor iemand binnen zes weken zelfstandig aan de slag kan.”

De politiek lijkt zich, gezien de benoeming van de staatscommissie Demografische ontwikkeling, te realiseren dat een langetermijn-visie nodig is voor migratiebeleid, stelt Bram Frouws van het Mixed Migration Centre. Hij denkt dat het „heel ingewikkeld” is in Europa tot een „eensgezind migratie- en asielbeleid” te komen. Maar er valt genoeg te winnen met het weghalen van „kronkels”. „We geven bedrijven subsidies die de kust voor Afrika leegvissen, waardoor daar banen in de visserij verdwijnen. Dan moeten we niet gek opkijken als Senegalese vissers hierheen komen”, aldus Frouws.

Verkoopmakelaar Ad Kennis in de regio Eindhoven weet dat migratie invloed heeft op de huizenprijzen. Zo zijn de huizen in de omgeving van Veldhoven (ASML) de afgelopen drie jaar tot 15 procent per jaar gestegen, veel meer dan het landelijk gemiddelde, mede door de komst van meer expats naar de regio. Als arbeids- en kennismigratie aan strengere regels wordt gehouden, verwacht hij niet dat het voor zijn werk veel uitmaakt. Hooguit veranderen de wensen van de kopers, denkt hij. Weer een andere voorgevel of die afvoerpijp van de keuken op een andere plek.