Italië is de bakermat van het fascisme, de totalitaire ideologie van dictator Benito Mussolini, die Adolf Hitler tot het nazisme inspireerde en de basis was van hun bondgenootschap tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het einde van deze oorlog is de gruwelijkste bladzijde uit de Italiaanse vaderlandse geschiedenis: na Mussolini’s afzetting door zijn eigen fascistische partij in 1943 werd hij door de nazi’s uit de gevangenis bevrijd en aan het hoofd gezet van de Italiaanse Sociale Republiek, een vazalstaat in Noord-Italië, met als hoofdstad Salò aan het Gardameer.
In Italië brak een wrede burgeroorlog uit die tot 1945 zou duren. „Milaan was in die laatste oorlogsjaren een waar inferno op aarde”, vertelde de bekende schrijver Antonio Scurati, auteur van M., een reeks van vijf lijvige historische romans over Benito Mussolini, tijdens een recente ontmoeting met de buitenlandse pers in Rome. „Terwijl de bommen van de geallieerden op Milaan vielen, loerde de folterpolitie op elke straathoek, klaar om antifascisten te mishandelen.” In deel vijf beschrijft Scurati die laatste oorlogsjaren.
Tijdens dat noodlottige eindspel bleef Mussolini de medeplichtige van de nazi’s, aldus Scurati. „Nooit toonde hij enige empathie met zijn geteisterde volk, terwijl hij een teruggetrokken leven leidde in een villa aan het Gardameer, een van de mooiste plekken in Italië. En toch dwepen nostalgici van het fascisme vandaag vooral met die gitzwarte bladzijde uit onze geschiedenis.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131296208-bcc043.jpg|https://images.nrc.nl/ql_fazISBkO-MuGgD7MFiZzRbfE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131296208-bcc043.jpg|https://images.nrc.nl/Zeo2QyF7cELSBm47wu5tO766ls0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131296208-bcc043.jpg)
Foto Stefania D’Alessandro / Getty Images
Deel vijf van M. verscheen begin deze maand in Italië, kort voor 25 april, de tachtigste verjaardag van de bevrijding van het fascisme. Maar Scurati – die uitgebreid de tijd nam voor de buitenlandse pers – koos ervoor geen enkel interview te geven aan Italiaanse media. Hij vindt het publieke debat „al te ontspoord. Italië kampt met sektarische rancune, wat het heel moeilijk maakt om je boodschap over te brengen.”
‘Soberheid’
Dit jaar valt 25 april in een periode van nationale rouw in Italië, wegens het overlijden van paus Franciscus, die zaterdag in Rome wordt begraven. De regering van premier Georgia Meloni grijpt dit aan om op te roepen feestelijkheden op Bevrijdingsdag in een „ingetogen” sfeer van „soberheid” te houden. Dat veroorzaakt ophef. „Ik laat mij niet door post-fascisten dicteren hoe ik het best tachtig jaar vrijheid vier”, schreef historicus Francesco Filippi, auteur van een boek dat de positieve clichés over het fascisme ontkracht, op Facebook.
In het sterk gepolariseerde klimaat is de herdenking van de bevrijding voer voor polemiek tussen rechts en links, zeker nu de huidige machthebbers als verre ideologische nazaten van Mussolini kunnen worden beschouwd. Fratelli d’Italia, de partij van Meloni, is de politieke erfgenaam van Alleanza Nazionale (Nationale Alliantie), een rechtse partij die voortvloeide uit de neofascistische Italiaanse Sociale Beweging (MSI), opgericht door sympathisanten van Mussolini. Als tiener trad Meloni (geboren in 1977) toe tot de jongerenafdeling van de MSI.
We moeten de mutaties van het fascistische spook trachten te herkennen
Antifascisten krijgen snel het label dat ze „links” of „communistisch” zijn, en wordt verweten dat hun kijk op de geschiedenis gekleurd is. Antonio Scurati – wiens boeken over Mussolini samenvielen met de opmars van radicaal-rechts – wordt weggezet als „linkse intellectueel”. In de regeringsgezinde rechtse media vonden al lastercampagnes tegen hem plaats. Vorig jaar zou Scurati naar aanleiding van 25 april een monoloog over het fascisme voorlezen op de publieke omroep Rai. In de tekst riep hij de huidige machthebbers op het fascisme ondubbelzinnig te veroordelen. Zijn tv-optreden werd op het laatste moment geschrapt.
Mussolini-memorabilia
Komt het fascistische verleden ter sprake, dan richt de rechterzijde steevast de blik elders. Rechts vindt dat er amper aandacht is voor gruweldaden van de ándere zijde. Bijvoorbeeld die van de Joegoslavische partizanen, communisten die onder leiding van Tito tegen het nazisme en fascisme streden. Volgens historici kunnen deze misdaden wat betreft schaal en intentie niet worden vergeleken met de misdaden van het fascisme.
Dat Italië nooit echt grondig met het fascisme afrekende, kent meer dan één verklaring. Na de oorlog werd Italië een democratische republiek, gebouwd op het dominante narratief van het verzet. Veel Italianen waren uiteraard fascisten geweest, maar dat feit verdween naar de achtergrond. Bovendien kondigde Italië in 1946 een grote amnestie af.
De Italiaanse rechterzijde verwijt Scurati soms „geobsedeerd” te zijn door Mussolini. „Echt niet”, zei hij tegen de buitenlandse pers. „In mijn kantoor staat geen beeldje van de Duce, anders dan bij sommigen” – een verwijzing naar Senaatsvoorzitter Ignazio La Russa die een collectie Mussolini-memorabilia heeft. Velen in de huidige Italiaanse regering huldigen volgens Scurati het principe het fascisme „niet in ere te herstellen, maar het ook niet te verwerpen. Ik had gehoopt dat de huidige leiders staatsmanschap zouden tonen, maar in de plaats zie ik tribaal gedrag.”
Hij bestempelt leiders vandaag liever niet als fascist – ook Donald Trump niet – ervan overtuigd dat het fascisme in zijn historische vorm niet opnieuw zal opduiken. „Mussolini was het archetype van de populistische leider. Nationalisten gebruiken tegenwoordig allerlei manieren om de liberale democratie aan te vallen en van binnenuit uit te hollen.” In plaats van vast te houden aan definities uit het verleden, aldus Scurati, „moeten we de mutaties van het fascistische spook trachten te herkennen – makkelijk is dat niet.”
