De spreidingswet om de asielopvang meer te verdelen werd deze week in Den Haag door PVV-leider Geert Wilders een „groot probleem” genoemd voor de kabinetsformatie. Maar zouden mensen in het land, die door dit wetsvoorstel straks mogelijk asielzoekers in de buurt gehuisvest krijgen, er ook zo’n groot probleem mee hebben?
Vooraf misschien wel, gezien de protesten tegen de komst van azc’s en crisisopvangplekken in de laatste jaren. Zoals het verzet in het Brabantse Heesch in 2016 tegen de komst van een azc met 500 asielzoekers: met een opgeknoopt dood varken, een berg zand op de oprit van de burgemeester en een kogelbrief voor het gemeentehuis. Er kwam uiteindelijk geen azc.
Minder radicaal rechts
Waar wél vluchtelingen worden opgevangen, hebben veel mensen er geen probleem mee, volgens onderzoek uit Tilburg (2022). De onderzoekers vergeleken ervaringen van omwonenden van azc’s en crisisopvangplekken met een controlegroep gedurende de periode 2011-2016, de jaren met de grote vluchtelingencrisis. Mensen in de buurt van een azc werden positiever over etnische diversiteit. En hun voorkeur om radicaal-rechts te stemmen, zoals op de PVV of FvD, daalde bijna 5 procentpunt in vergelijking met mensen die geen asielzoekers in de buurt kregen.
„Best een groot verschil en statistisch significant”, zegt hoogleraar gedragseconomie Sigrid Suetens, een van de onderzoekers uit Tilburg. „Ook in andere studies zie je dat er toch een soort gemeenschappelijkheid wordt gevonden, dat er iets van empathie ontstaat.”
Het onderzoek bevestigde de bekende ‘contacthypothese’ uit de psychologie: direct contact tussen minderheids- en meerderheidsgroepen kan vooroordelen doen afnemen.
En dat is belangrijk, volgens de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 die deze week een dik rapport over bevolkingsgroei publiceerde. „Polarisatie van de samenleving over migratie maakt de samenleving kwetsbaar”, staat hierin. En verharding van de maatschappij voedt „radicalisering en extremisme, aan meerdere kanten”.
De boodschap van de Staatscommissie: Nederland moet de bevolkingsgroei remmen, door migratie te beperken, maar migratie blijft óók nodig in de toekomst. Voor de kennis-economie en „de meest pijnlijke arbeidsmarkttekorten in vitale sectoren”, zoals de zorg. En voor economische groei, die nodig is om publieke voorzieningen betaalbaar te houden.
„Ongeacht de omvang van migratie zal de Nederlandse samenleving zich moeten verhouden tot migranten en omgekeerd geldt dat ook voor de nieuwkomers zelf”, aldus de Staatscommissie. In verschillende demografische scenario’s varieert het percentage mensen met een migratie-achtergrond onder de bevolking in 2050 tussen 26 en 45 procent.
Lees ook
Krijgt elke gemeente nu een asielzoekerscentrum?
Verzet tegen immigratie
Hoe groot is het draagvlak in Nederland voor blijvende migratie? Op dit moment, in 2024, lijkt de houding tegenover migratie van steeds meer mensen uitgesproken negatief. De PVV werd voor het eerst de grootste partij, en opvang regelen voor asielzoekers blijkt zo lastig dat een spreidingswet nodig is om gemeenten te kunnen dwingen. Bijna 59 procent van Nederland maakt zich zorgen over hoe migratie de samenstelling van de bevolking verandert, bleek uit Clingendael-onderzoek voor de Staatscommissie.
Maar uit onderzoeken blijkt ook dat mensen niet eenduidig over ‘migratie’ denken. Ten eerste maken jongere generaties zich iets minder zorgen over de multiculturele samenleving, blijkt ook uit het Clingendael-onderzoek. Bij de groep 18-24-jarigen had 39 procent zorgen hierover, bij 25-34-jarigen was het 43 procent.
Dit lijkt een structurele, permanente verandering, schrijft hoogleraar sociologie en migratie-onderzoeker Hein de Haas in Hoe migratie echt werkt (2023). Misschien juist vanwege de toegenomen migratie, oppert hij. Of omdat jongere generaties waarschijnlijk meer verband zien tussen racisme en de geschiedenis van kolonialisme en slavernij.
Verzet tegen immigratie is het grootst onder „oudere witte sociaal-conservatieven met lagere inkomens en opleidingsniveaus”, schrijft De Haas. Deze groepen voelen zich vaak in de steek gelaten door politieke elites: de inflatie en woningnood treffen hen het hardst, technische ontwikkelingen bedreigen hun banen het meest. Hoogopgeleide stedelingen met een goed inkomen zijn gemiddeld positiever over diversiteit.
Mensen denken ook verschillend over verschillende groepen migranten. Bijna twee derde van de deelnemers aan het Clingendael-onderzoek vindt beperkte arbeidsmigratie aanvaardbaar. Ook voor beperkte asielmigratie, studiemigratie en gezinshereniging is begrip; alleen de komst van illegalen naar Nederland wordt massaal afgekeurd (86 procent).
„Veel mensen zijn niet gewoon voor of tegen migratie, maar combineren afwegingen”, zegt hoogleraar Jaco Dagevos, bijzonder hoogleraar integratie en migratie en SCP-onderzoeker. „Je kunt best voor opvang van echte vluchtelingen zijn, en je ook grote zorgen maken over integratie, en de mogelijkheden voor opvang.”
Aanmeldcentra en azc’s
Racisme, xenofobie en discriminatie bestaan, en zijn reële problemen, schrijft De Haas in zijn boek. Maar volgens hem is het vooral „de opruiende retoriek van opiniemakers, politici en de media” die de beeldvorming over immigratie negatief beïnvloedt, niet de toegenomen immigratie zélf.
Die invloed van politiek en media is „enorm”, denkt ook Dagevos. „Neem de discussie over lokale opvang. Bij een azc denken bewoners en gemeenten: dan krijgen we hier hetzelfde als in dat overvolle Ter Apel. Maar dat is een aanmeldcentrum, terwijl de overlast rond azc’s vaak meevalt.”
Een relatief kleine groep asielzoekers (350 per maand op 27.500 asielzoekers) in COA-locaties zorgt wel voor hardnekkige overlast door asociaal en crimineel gedrag, meldde de Inspectie Justitie en Veiligheid in 2021 in een rapport. Het ging vooral om jonge mannen uit ‘veilige landen’, zoals Marokko, Algerije, Libië en Tunesië, vaak met een verslaving of een psychiatrische ziekte.
Maar in het algemeen leidt opvang in azc’s niet tot grote problemen, concludeerden onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen in 2019. Mensen die dicht bij een azc woonden, waren positiever over asielzoekers dan mensen die veraf wonen – vergelijkbaar met het onderzoek uit Tilburg. De weerstand tegen asielzoekers lijkt dan ook samen te hangen met een breder „ongenoegen” over de stand van het land, concludeerden de onderzoekers. „Protesten tegen azc’s, of zoals nu tegen de woningnood of het stikstofbeleid, richten zich eigenlijk tegen het falen van politiek en bestuur en media”, zegt hoogleraar sociale psychologie Tom Postmes, een van de Groningse onderzoekers.
Een manier om de acceptatie van migranten te vergroten, is het verbeteren van de opvang, denkt hoogleraar migratie- en diversiteitsbeleid Peter Scholten. „Een overvol Ter Apel geeft het beeld dat een welvarend land als Nederland het allemaal niet aankan. In die zin lijkt de spreidingswet een noodzakelijke ingreep, die asielmigratie op termijn wat kan normaliseren, zeker bij kleinschaliger opvang. Maar de lokale samenleving moet wel betrokken worden, en de opvang moet wel een vervolg krijgen met huisvesting, onderwijs, werkgelegenheid. De crisissfeer moet ervan af.”