Malik Azmani wil altijd graag „een oplossing” zijn, zegt hij. En de afgelopen weken merkte de VVD-Europarlementariër dat zijn positie voor veel liberale partijgenoten juist „een probleem” was geworden.
Woensdag besloot Azmani om zich niet te kandideren voor het voorzitterschap van de liberale Renew-fractie in het Europees Parlement. Na het plotselinge vertrek van de Fransman Stéphane Séjourné was het logisch dat Azmani als tweede man door zou schuiven. Maar onder de liberalen stuitte dat op weerstand: dat zijn VVD formatiegesprekken voert met de radicaalrechtse PVV ligt „heel erg lastig bij sommigen in de groep”, zegt Azmani.
En dus blijft Azmani nummer twee, nu achter de Française Valerie Hayer. Binnen Brussel is het geen geheim dat juist haar Renaissance-partij, tevens die van de Franse president Emmanuel Macron, koste wat kost de associatie met radicaalrechts wil voorkomen.
Het illustreert dat ook in Europa met argusogen naar de formatieonderhandelingen in Den Haag wordt gekeken. En ja, erkent Azmani: fractiegenoten vragen hem ook wel eens wat hij daar nou van vindt. „En als Europese politicus zeg ik dan: in Europa is een samenwerking onvoorstelbaar met de ID-groep, waar de PVV bij zat toen ze nog Europarlementariërs hadden. Ik vind die viezig. Het is duidelijk dat zij Europa willen afbreken en verzwakken, terwijl ik die juist wil versterken om onze vrijheid, veiligheid en welvaart te beschermen.”
Lees ook
‘Als Europese thema’s zullen migratie, identiteit en islam nog belangrijker worden’
Tegelijk wordt in Den Haag door uw partij juist wel gewerkt aan een samenwerking met een partij uit die groep. Dat lijkt mij een lastig verhaal.
„Ik vind dat geen lastig verhaal. Ik ben heel blij dat Dilan [Yesilgöz, VVD-partijleider] een brief heeft gestuurd, met onze basisprincipes voor de onderhandeling. Allereerst de rechtsstaat, maar óók: de internationale positie van Nederland. Daar gaan we het eerst over hebben, dat zijn de voorwaarden. Daarna kunnen we pas inhoudelijk worden.”
Het blijft toch moeilijk te begrijpen: waarom sluit u het in Brussel uit, en in Den Haag niet?
„Dat is niet mijn rol. Ik ben een Europese politicus. Ik zie die samenwerking met extreem-rechts in Europa niet gebeuren.”
Azmani zit sinds 2019 in het Europees Parlement, de negen jaar daarvoor was hij VVD-Tweede Kamerlid. Begin juni is hij voor de tweede keer VVD-lijsttrekker bij de Europese verkiezingen. Het worden, zegt Azmani, cruciale verkiezingen, waarin de koers voor de EU voor de komende jaren wordt bepaald. En als het aan Azmani ligt is het duidelijk: Europa moet een grootmacht worden, strategisch soeverein en in staat zichzelf te weren in een vijandiger wereld.
De afgelopen maanden werkte de VVD’er aan een visiestuk, dat hij donderdag publiceerde en waarin hij zijn ideeën uiteenzet over hoe de EU verstevigd moet worden, onder meer door méér integratie en minder veto’s. Nodig is wat hij een „Strategie Wende” noemt, die inhoudt dat alles wat de EU doet – van economisch beleid tot klimaat, defensie en migratie – in het teken komt te staan van de geopolitieke uitdagingen.
De Russische agressie in Oekraïne, een mogelijke nieuwe overwinning van de Amerikaanse oud-president Donald Trump, toenemende vijandigheden met China – het betekent volgens Azmani dat het „twee voor twaalf” is en een versterking van de EU hard nodig. Hij bepleit bijvoorbeeld veel minder naïviteit in de handel met China, betere bescherming van Europese bedrijven en het opbouwen van een Europese maakindustrie. Maar ook forse overheidsinvesteringen, onder meer in het versterken van de Europese defensie-industrie.
Het betekent méér Europese integratie – hoewel Azmani direct benadrukt absoluut geen „Europese superstaat” te willen. Deze boodschap vergt volgens hem nog wel enige „politieke moed” voor de VVD. „Tien jaar geleden was het bij de VVD over Europa toch vooral ‘markt en munt’”, zegt Azmani. „Tornen aan bijvoorbeeld unanimiteitsregels lag ook heel moeilijk. Maar in tien jaar is er veel gebeurd. We moeten niet alleen onszelf versterken, maar ook onze tegenstanders verzwakken. Dat betekent niet dat ik oorlog wil voeren. Maar wel dat we ervoor moeten zorgen dat landen als China economisch minder macht krijgen, dat hun invloed in de Europese economie afneemt.”
Tegelijk lijkt in Nederland juist de euroscepsis aan steun te winnen, getuige ook de verkiezingsuitslag.
„Ik ken ook onderzoeken waaruit blijkt dat het vertrouwen in Europa juist blijvend groot is. Maar ik zie inderdaad ook de tendens. En ik snap dat wanneer de wereld instabiel is, mensen de neiging hebben zich terug te trekken. Maar dat is niet de goede reactie: je moet juist stappen vooruit zetten om de veiligheid van Europa te garanderen. En het is een dure plicht van elke Europese politicus om uit te leggen waarom dit belangrijk is. Dat het menens is, dat we elkaar in Europa echt nodig hebben. Ook om Nederland welvarend, vrij en veilig te houden.”
Een van uw speerpunten is meer Europese defensiesamenwerking. Dat ligt gevoelig in Nederland.
„Nou, wat men niet wil is dat elders in Europa beslist wordt waar Nederlandse militairen heengaan. Dat wil ik ook niet. Maar het gaat erom dat je de Europese tak onder de NAVO versterkt – in plaats van steeds afhankelijk te blijven van de Verenigde Staten. Dus dat gaat om méér geld, maar ook om méér samenwerking, strategische planning. Ik vind echt dat dit het grote thema moet worden, met ook een speciale Eurocommissaris voor Defensie.”
Kopstukken van uw liberale partij – Macron, maar ook de Estse premier Kaja Kallas – pleiten voor nieuwe gezamenlijke leningen om Europese defensie-investeringen te kunnen doen. U ook?
„Duidelijk is dat je er middelen voor moet vrijmaken, maar je kunt ook veel uit de markt halen. Dus nee, je moet volgens mij niet meteen weer voor schulden gaan pleiten. Maar die urgentie die zij eraan verbinden – die deel ik absoluut.”
U bepleit na de EU-verkiezingen in Brussel ook het belang van een ‘constructieve pro-Europese coalitie’, juist om al die uitdagingen aan te kunnen. Bent u niet bang dat juist het tegenovergestelde in Den Haag gebeurt?
„Nee, mijn partij heeft niet voor niets voorwaarden gesteld. Nederland is een van de founding fathers van de EU – dat ga je echt niet zomaar opgeven. Ik geloof ook echt niet dat Nederlanders dat zouden willen. Ook omdat de EU ons heel veel oplevert.”