‘Vruchtbaarheidskliniek gebruikte gedoneerd zaad jarenlang voor meer dan toegestane aantal verwekkingen’

Een Nederlandse vruchtbaarheidskliniek, Medisch Centrum Kinderwens (MCK) in Leiderdorp, heeft donorzaad jarenlang gebruikt voor meer verwekkingen dan wettelijk is toegestaan. Dat blijkt vrijdag uit onderzoek van Nieuwsuur. De kliniek zou tussen 2006 en 2017 bewust minstens 36 massadonoren hebben gecreëerd. Aan de bewuste donoren werd niet gezegd dat hun zaad voor het verwekken van meer dan het toegestane aantal kinderen is gebruikt. Ook ouders zouden door MCK niet op de hoogte zijn gebracht.

In 1992 werd een maximum aantal kinderen vastgelegd dat met hetzelfde zaad verwekt mocht worden: 25. Inmiddels is dat aantal bijgesteld naar twaalf. Het is een richtlijn waar alleen in overleg met een arts van mag worden afgeweken.

In 2006 begon MCK aan zijn donoren te vragen of ze in plaats van voor maximaal 25 kinderen, voor maximaal 25 gezínnen wilden doneren, schrijft Nieuwsuur. „Door een tekort aan donoren, de grote vraag vanuit wensmoeders en de wens voor meerdere kinderen van dezelfde donor binnen één gezin,” zegt de huidige directeur van MCK Wouter van Inzen tegen het programma. Ook kon volgens de kliniek nog een aantal kinderen in het buitenland worden verwekt met het zaad van de massadonor.

1.200 kinderen

Zulke overeenkomsten waren tegen de regels, schrijft Nieuwsuur. Donoren zeggen tegen het programma dat ze dat niet wisten, en hebben in sommige gevallen tot 50 kinderen in binnen- en buitenland verwekt. Er zouden naast de 36 donoren zo’n 900 moeders en 1.200 kinderen slachtoffer zijn geworden van de praktijken van MCK. De kliniek stopte volgens het programma in 2017 met het overtreden van de regels, maar heeft de betrokken donoren, ouders en de inspectie nooit ingelicht.

Halverwege april onthulde Nieuwsuur al dat er meer dan 85 Nederlandse massadonoren zijn, door de manier waarop Nederlandse fertiliteitsklinieken met donorzaad zijn omgegaan. Toen schreef het programma dat klinieken „doelbewust vaker dan 25 keer dezelfde donor hebben gebruikt” en „onderling donorsperma hebben uitgewisseld zonder medeweten van de donor en zonder duidelijke registratie”. Ook was het lang mogelijk voor donoren om zich bij meerdere klinieken aan te melden, omdat er geen landelijke registratie was.