Vrouwelijke muzikanten verdienen nog steeds minder dan mannen: hoe zit dat?

Vrouwen blijven ondervertegenwoordigd in de Nederlandse muziekindustrie. Er is beperkte vooruitgang geboekt de afgelopen vijf jaar. Nog steeds is het overgrote deel van de professionele muzikanten in Nederland man, bovendien verdient hij meer.

Dat blijkt uit nieuw onderzoek van auteursrechtenorganisatie BumaStemra, die de rechten beheert van 40.000 Nederlandse muziekmakers. „Als bepaalde groepen structureel ondervertegenwoordigd blijven, missen we belangrijke verhalen, inzichten en creativiteit”, zegt interimdirecteur Marcel Gelauff in een begeleidend persbericht. Vijf vragen en antwoorden.

1. Ging het de laatste jaren niet juist goed met vrouwen in de muziek?

Dat lijkt er wel op: de grote festivals lijken vrouwen de laatste jaren steeds beter te vinden, en steeds vaker als headliners. In 2019 zei Lowlands-directeur Eric van Eerdenburg nog: „Als je het hebt over de hoofdacts is de vijver met geschikte vrouwelijke acts nu eenmaal niet zo groot.” Maar dit jaar is Chappell Roan een van hun headliners, heeft Pinkpop Olivia Rodrigo als hoofdact, en is op Best Kept Secret Eefje de Visser als headliner geprogrammeerd.

Toch blijkt uit een ander onderzoek, door Poplive, een onderzoeksproject van onder meer de Erasmus Universiteit in Rotterdam, dat in 2024 zelfs juist weer iets minder vrouwen op de festivals waren geboekt.

2. Wat zijn de resultaten van het BumaStemra-onderzoek?

In 2024 was 16 procent van de leden van BumaStemra vrouw. Dat is meer dan in 2016, toen was het nog 13 procent, maar dat is toch aan de lage kant, schrijft de organisatie. Die vijver waar Van Eerdenburg het over had, wordt zo niet snel een meertje. Onder de jongere muziekmakers zijn de percentages overigens wat hoger: tot en met 18 jaar is 31 procent vrouw, en in de groep van 19 tot 25 is 23 procent vrouw.

3. Is de emancipatie in de muziek mislukt?

BumaStemra heeft ook een enquête gehouden onder 560 leden, waaruit blijkt dat vrouwen weliswaar tevredener zijn over de arbeidsomstandigheden dan eerder (39 procent in 2017, 45,6 procent in 2024), maar dat meer dan de helft van de vrouwen het gevoel heeft harder te moeten werken om hun muziek gehoord te krijgen. Ruim een derde voelt zich überhaupt niet serieus genomen. Bijvoorbeeld „omdat er wordt verondersteld dat ze geen technische of instrumentale kennis hebben”.

De muziekwereld is dus een mannenwereld, vindt een overgrote meerderheid van de vrouwelijke respondenten. En ze hebben gelijk als het aankomt op de grootverdieners: in de top 100 hoogste inkomens onder de BumaStemra-leden stonden afgelopen jaar zes vrouwen (twee meer dan in 2016), en hun aandeel in de totale inkomsten was 3 procent.

Uit eerder onderzoek in opdracht van het Britse Lagerhuis blijkt dat discriminatie en seksisme „diepgewortelde problemen” in de muziek zijn. Vrouwen ervaren beperkte mogelijkheden in hun carrière, krijgen onvoldoende ondersteuning en hebben te maken met genderdiscriminatie en seksuele intimidatie. Bovendien worden ze systematisch ondergewaardeerd en is er „een onevenredige focus op hun uiterlijk”.

4. Is er niets positiefs over vrouwen in de muziek te melden?

Jawel. Het aantal vrouwelijke muziekprofessionals dat rolmodellen van hetzelfde geslacht kan noemen, is gestegen. Dit lijkt erop te wijzen dat er meer vrouwen in de sector werken, die zichtbaar genoeg zijn om genoemd te worden als rolmodel. En bovendien – ook al is de loonkloof nog aanzienlijk – stijgt het inkomen van vrouwen sneller dan dat van mannen: het gemiddelde inkomen van de top-100 vrouwelijke leden van BumaStemra steeg met bijna 70 procent. Ook is het aantal vrouwen dat positief antwoordt op de stelling ‘Hoe ik eruit zie is belangrijk voor hoe mensen over mij denken als muziekmaker/artiest’ met 10 procent gedaald – dat was 75 procent.

5. Wat te doen?

BumaStemra roept op eerst ook ervaringen van mensen met andere genderidentiteiten in beeld te brengen. Omdat dit een vervolgonderzoek is over de verschillen tussen mannen en vrouwen, zijn nu andere identiteiten niet meegenomen. Ook kan er een combinatie aanwezig zijn van meerdere vormen van discriminatie op allerlei gebieden.

Ook zegt BumaStemra: „Streef ernaar om met iedere communicatie-uiting genderstereotypen te doorbreken”. Op die manier moeten denkpatronen en vooroordelen worden aangepakt, het liefst al bij de opvoeding van kinderen. Daar hoort ook dialoog bij, en beleid waarbij alle genders betrokken zijn. Marcel Gelauff: „Hoewel er vooruitgang zichtbaar is, blijft er nog veel werk aan de winkel.”