Vrouw, progressief en randstedelijk imago: ingrediënten voor de haat jegens Sigrid Kaag

Bedreigde politici Minister Kaag is één van de bewindspersonen van het kabinet Rutte IV die het meest bedreigd wordt. Zo werd ze zondagmiddag in Diepenheim opgewacht door een groep met brandende fakkels. Waar komt deze Kaag-haat vandaan?

Minister Sigrid Kaag ging zondagmiddag in Diepenheim in gesprek met een groep mensen die haar opwachtte met brandende fakkels.
Minister Sigrid Kaag ging zondagmiddag in Diepenheim in gesprek met een groep mensen die haar opwachtte met brandende fakkels.

Foto Politiek in de Pol

„Ik weet niet of het gevaarlijk is, of dat ze net als kerstlichtjes zijn”, zegt Sigrid Kaag.

„Nee, dit zijn gewoon fakkels, hoor”, zegt de vrouw die tegenover haar staat, met ‘#trotsopdeboer’ op haar shirt. Minister van Financiën Kaag staat, omringd door mensen met brandende fakkels, op een parkeerplaats. Om haar heen wapperen omgekeerde Nederlandse vlaggen. Het geloei en getoeter van de lawaaidemonstratie met tractors maakt een gesprek bijna onmogelijk.

De fakkels, zegt de vrouw, zijn er „om u een warm welkom te heten namens alle boeren en burgers”.

Het is zondagmiddag en de D66-leider is in het Overijsselse Diepenheim. Ze is er om deel te nemen aan een politiek debat, maar een half uur voor haar aankomst verzamelt een menigte zich op de parkeerplaats waar ze verwacht wordt. Vooraf zijn in Diepenheim flyers verspreid door een groep die zich Strijders Twente noemt. „Zij komt zieltjes winnen voor het beleid van de overheid. Maar deze club heeft ervoor gezorgd dat ons land in brand staat!”

Als Kaag aankomt, lijkt het er eerst op dat ze door de menigte richting de ingang loopt. Maar dan stopt ze, keert ze om en loopt ze naar de vrouw met het #trotsopdeboer-shirt af. „U bent hier vandaag om te demonstreren?”, vraagt ze. Al gauw wordt Kaag omringd door mensen met brandende fakkels. Aanwezigen filmen het tafereel en plaatsen het op sociale media. Iemand roept: „Ons hele pensioen is naar de klote geholpen door jullie”. Een ander: „U bent niet voor Nederland.” Kaag luistert, armen op de rug. Soms vraagt ze of ze een zin mag afmaken. Iemand noemt haar een „rotwijf”. Er wordt geroepen dat de „roverheid” de „grond van boeren nodig heeft” om woningen te bouwen van „buitenlanders”. Kaag: „Ik hoor heel veel boosheid.”

Ernstig bedreigde minister

De intimiderend ogende scène staat niet op zichzelf. Sigrid Kaag is één van de bewindspersonen van het kabinet Rutte IV die het meest bedreigd wordt. Al maanden wordt haar bewegingsvrijheid ernstig ingeperkt. Waar Kaag is, zijn beveiligers. De aanwezigen lijken te weten dat Kaag vorig jaar bezoek aan huis kreeg van complotdenker Max van den B., met een brandende fakkel. Op een stream op sociale media is te zien hoe iemand grappend vraagt wie „het nummer van Max” heeft, iemand oppert om een foto voor „Max” te maken. Eerder deze maand werd Van den B. om dit incident in hoger beroep veroordeeld tot vijf maanden gevangenisstraf.

Dat geweld een factor in de Nederlandse politiek is, is al bekend sinds 2002, het jaar dat Pim Fortuyn werd vermoord. In 2005 werd Geert Wilders de eerste politicus die zware beveiliging kreeg, na aanhoudende bedreigingen die tot vandaag doorgaan.

Intussen is onveiligheid een groot thema voor álle politici geworden, van rechts tot links. Politici maakten vorig jaar vaker melding van bedreigingen (1.072 keer) bij het Team bedreigde politici van de politie dan in voorgaande jaren. Volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) is het dreigingsbeeld voor terroristisch geweld min of meer gelijk gebleven, maar is de dreiging „veelzijdiger en meer diffuus”.

De NCTV waarschuwt voor een groep anti-overheidsextremisten die opkwam tijdens de coronaprotesten, en zich nu mengt in het protest tegen stikstofmaatregelen. Deze groep richt zich „vanuit een fundamenteel wantrouwen, woede en onrechtvaardigheidsgevoel tegen de overheid en andere instituties”, en „een deel van hen omarmt complottheorieën”.

De opkomst van Kaag-haat

Dit vormt een probleem voor alle politici, zeker als ze in het kabinet zitten. Sigrid Kaag lijkt, zowel online als offline, veel meer bedreigingen te krijgen dan andere leden van het kabinet. Waar komt deze Kaag-haat vandaan? In de persoon van Kaag komen veel ingrediënten samen die op zichzelf al leiden tot haatreacties: ze is vrouw, maar ook leider van een progressieve partij, die sterk Europees georiënteerd is, en een randstedelijk imago heeft.

„Ze is niet alleen een van de meest prominente vrouwen in de politiek, wat op zichzelf al reden voor haatreacties is”, zegt Liza Mügge, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam. „Hooggeplaatste vrouwen vangen veel vrouwenhaat. Wat haar anders maakt, is dat ze zich hier openlijk over uitspreekt. Dat is nieuw. In het verleden werd er niet over gesproken. Ze gaat de strijd aan, dat wekt extra haat op.”

Hooggeplaatste vrouwen vangen veel vrouwenhaat. Wat haar anders maakt, is dat ze zich hier openlijk over uitspreekt. Dat is nieuw

Liza Mügge politicoloog aan de UvA

Overigens komt misogynie jegens vrouwen in de politiek niet alleen bij mannen voor, zegt Mügge. Ook vrouwen willen soms niet dat het gevestigde machtsevenwicht verstoord wordt. Het waren vooral vrouwen met wie Kaag in gesprek ging in Diepenheim.

Mannelijke politici krijgen ook te maken met bedreigingen. Maar, zegt Mügge: „Het verschil met vrouwen is dat zij niet primair worden belaagd om hun politieke ideeën. Bij vrouwen is de haat ook op hun vrouw-zijn gericht.” Uit de woorden waarmee Kaag wordt belaagd, zeker ook online, blijkt dat seksisme duidelijk, zegt Mügge. Zo wordt ze vaak voor ‘heks’ uitgemaakt. Ook PVV-leider Geert Wilders noemde haar zo. En in de Tweede Kamer zei hij: „Sigrid Kaag haat Nederland. Ze wil Nederland helemaal kapot maken.”

Uit de Monitor Integriteit en Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat vrouwelijke bestuurders (bijvoorbeeld burgemeesters, wethouders en gedeputeerden) relatief vaker te maken krijgen met agressie en geweld dan mannen: 55 procent van de vrouwen heeft ermee te maken gehad, tegen 46 procent van de mannen.


Lees ook: De politiek is het probleem, niet de oplossing, vinden veel kiezers

Veiligheidsdiensten houden er rekening mee dat dreiging en mogelijk zelfs geweld een rol gaan spelen bij de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen, die in maart gehouden worden. In de campagne zullen er naar verwachting vaker pop-upprotesten plaats zullen vinden op plekken waar politici zijn.

Dat gebeurde niet alleen bij Sigrid Kaag, die volgens de campagneleider van D66 niet van plan is haar publieke optredens nu af te zeggen. Op maandag plakten klimaatactivisten van Extinction Rebellion zich vast op de weg voor het partijkantoor van de VVD in Den Haag. Wat demonstranten weten: hoe verder ze gaan, hoe meer aandacht ze krijgen. Er zijn al politici, van partijen links tot rechts, die niet vooraf communiceren dat ze ergens naartoe gaan, om te voorkomen dat ze opgewacht worden. Eerdere intimiderende acties hebben dus al effect op de manier waarop politici hun werk kunnen doen.