N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Conferentie Den Haag De bevolking snakt naar vrede, maar er zijn nog erg veel obstakels. ‘Onderschat niet wat Jemenieten kunnen bereiken’.
Iedereen wil vrede. Daarover waren alle sprekers op het internationale Jemen-Forum in Den Haag het roerend eens. De bevolking van het door ruim acht jaar oorlog murw geslagen land snakt naar een nieuw begin. Weliswaar is er het afgelopen jaar beduidend minder wapengeweld, maar nog altijd hebben twee op de drie Jemenieten humanitaire hulp nodig. Dat is meer dan waar ook ter wereld.
Desondanks blijft vrede voorlopig slechts een droom, zo bleek op de mede door Nederland betaalde conferentie. Het waren niet de minste Jemenieten die naar Den Haag waren gekomen. Maar, zoals menigeen teleurgesteld vaststelde, de voornaamste strijdende partijen – de Houthi’s en hun bondgenoot Iran enerzijds en vertegenwoordigers van Saoedi-Arabië anderzijds – ontbraken. Wel waren er leden van de officiële Jemenitische regering. Maar die wordt door veel Jemenieten slechts als een marionet van haar Saoedische beschermheren beschouwd.
Dit voorjaar veerden velen in Jemen even op, toen bekend werd dat Iran en Saoedi-Arabië hun diplomatieke banden zouden herstellen. Dat kon vrede in Jemen naderbij brengen. In april bezocht inderdaad een Saoedische delegatie de Jemenitische hoofdstad Sana’a, die in handen is van de Houthi’s. „Maar sindsdien heerst er helaas een langdurige stilte”, zegt Abu Bakr al-Qirbi (81), oud-minister van Buitenlandse Zaken.
Gemakkelijk is zulk vredesberaad niet, legt hij uit. Ook landen in de regio zijn er nauw bij betrokken, met name Saoedi-Arabië, Iran en de Verenigde Arabische Emiraten. „Er zijn veel verschillende agenda’s. Een eerste stap naar vrede zou moeten zijn ervoor te zorgen dat de buitenlanders zich terugtrekken en het alleen nog maar tussen Jemenieten gaat.”
Diepe kloof
Zelfs als dat zou lukken, blijft er een diepe kloof bestaan tussen de partijen. In sommige opzichten groeien de tegenstellingen zelfs nu nog, ook doordat bij de Houthi’s fundamentalisten de toon aangeven. „De Houthi’s hebben de religieuze vrijheid de laatste maanden verder beperkt”, zegt Luca Nevola, Midden-Oosten-specialist van Acled, een denktank over politiek geweld. „Ze proberen de rituelen van hun Zaidi-geloof [een minderheid in de sjiitische islam] op te leggen aan de gebieden die ze beheersen. De bevolking, die toch al voor 99 procent islamitisch is, ergert zich daaraan. ‘We maken zelf wel uit hoe we moeten bidden’, zeggen ze.”
Ook lieten de Houthi’s onlangs zeventien leden van de Bahá’í-gemeenschap, een religieuze minderheid, arresteren. Banken mogen in de Houthi-gebieden sinds kort geen rente meer heffen. Ze hebben de Gregoriaanse kalender vervangen door een islamitische. „Dit soort maatregelen helpen niet bepaald om een geschikt klimaat voor vredesonderhandelingen scheppen”, zegt Nevola.
Hardere koers
Ook economisch varen de Houthi’s juist een hardere koers. Ze laten geen goederen meer toe die vanuit de zuidelijke havenstad Aden worden aangevoerd, tot wanhoop van veel zakenlieden in het zuiden van het land. Ook gas van buiten hun gebieden laten ze niet meer toe. „Als dit zo doorgaat, stort de hele particuliere sector in”, klaagt Khaled Wahed Noman, die een handelsfirma in Aden drijft.
Lees ook: In Jemen neemt de vrees voor oorlog toe
In het zuiden van Jemen broeit het intussen ook politiek. Het gebied hangt met steeds losser wordende draadjes aan het noorden vast. Het is er onveilig en de corruptie tiert er welig. De voornaamste politieke organisatie, de Zuidelijke Overgangsraad (STC), zit vol separatisten die zich graag zouden afscheiden van het noorden en minimaal genoegen nemen met vergaande autonomie.
Toch werkt de STC nog samen met de door de Saoediërs gecontroleerde officiële Jemenitische regering, die een enigszins schimmig bestaan leidt. Ze heeft hoe dan ook maar in beperkte mate greep op wat er zich in Jemen afpeelt. In de ogen van de STC treedt ze ook lang niet hard genoeg op tegen de economische maatregelen van de Houthi’s. „Het lijkt wel of de regering met de Houthi’s heult”, klaagt Salem Al-Awlaki, directeur voorlichting van de STC, ook aanwezig in Den Haag.
Vrouwenrechten
Bewonderaars van de regering, die vorig jaar werd gevormd, zijn op de conferentie dun gezaaid. Zeker onder activisten voor vrouwenrechten. „Het was een klap in ons gezicht dat de nieuwe regering nul vrouwelijke ministers telde”, zegt Amal Basha, die zich al decennia inzet voor vrouwen. Ondanks inspanningen van mensen als Basha gaat het op dat vlak op veel plaatsen in Jemen eerder bergafwaarts, stellen zij en haar collega’s.
Het is een terugkerend refrein dat Jemenieten een regering willen die weer iets voor hen allen kan betekenen. Hoewel hij toegeeft dat dat nog lang kan duren, ziet oud-minister Al-Qirbi, die de laatste jaren in ballingschap in Oman verblijft, toch vooruitgang. „Ik geloof dat iedereen inmiddels accepteert dat de militaire weg niks oplevert en alleen een vreedzame en politieke oplossing voor het conflict in Jemen mogelijk is. En onderschat niet wat Jemenieten kunnen bereiken wanneer ze elkaar persoonlijk ontmoeten. Uiteindelijk zullen we een oplossing vinden.”