N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Coup Hulporganisaties slaan alarm over containers met hulpgoederen die aan de grens met Niger blijven steken terwijl elektriciteitsonderbrekingen de rekening doen oplopen.
Al ruim een week staan er twee containers van Unicef vast aan de Beninse zijde van de grens met Niger. Nog eens negentien containers zijn geblokkeerd in de havens van Cotonou (Benin) en Lomé (Togo). Erin zit noodhulp, van vaccins en spuiten tot speciale Plumpy’Nut-pasta voor ondervoede kinderen. Door strenge internationale sancties, aangekondigd nadat militairen in juli de macht in het land hadden gegrepen, komen ze er niet in.
Het werk van Unicef in Niger gaat vooralsnog gewoon door, zegt Stefano Savi. De vertegenwoordiger van VN-kinderrechtenorganisatie Unicef in Niger spreekt via een videoverbinding vanuit de hoofdstad Niamey. Kinderen krijgen nog steeds vaccinaties en voedselhulp. Savi: „We hebben nog voorraden. In sommige gevallen voor een maand, in andere voor drie maanden.” Alleen, voor hoelang zijn die voldoende?
De Unicef-vertegenwoordiger heeft er die avond al een hele rits interviews opzitten. Deze tijd vraagt erom, zegt hij. Want Niger, één van ’s werelds armste landen, stevent af op een humanitaire crisis. Sinds de staatsgreep ligt vrijwel alle handel en het financiële verkeer met het land stil. Buurlanden sloten hun grenzen en Nigeria stopte de toevoer van elektriciteit, waar Niger voor zo’n 70 procent afhankelijk van is.
Het gevolg: de hoofdstad is deels in duisternis gehuld, banken functioneren moeizaam en op de markt zijn de prijzen fors gestegen. „Een zak rijst is in drie weken tijd 17 procent duurder geworden”, zegt Savi. „Een kleine schok en hele families worden onder die armoedegrens geduwd.” Terwijl Nigerezen al weinig meer konden hebben. Meer dan 40 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Tegelijkertijd groeit de bevolking (26 miljoen) vrijwel nergens zo hard als hier. Nu al zijn 4,3 miljoen Nigerezen afhankelijk van hulp.
De sancties, grotendeels opgelegd door het regionale samenwerkingsverband ECOWAS, moeten de junta tot inkeer dwingen, maar die willen van wijken niets weten. „Het cynische is dat we zien dat de nood voor humanitaire hulp nog groter wordt, maar wij nu ook allerlei beperkingen ondervinden die de hulp in gevaar brengen”, zegt de Unicef-vertegenwoordiger in Niamey.
In de containers die vast staan, zitten bijvoorbeeld ook onderdelen voor de koelinstallaties die de vaccins in Niger koel houden. Dat is een extra zorg. Door de afgesneden stroom draaien hun opslagplaatsen op generatoren, vertelt Unicef-vertegenwoordiger Savi: „Onze energierekening is van 10.000 naar 200.000 dollar per maand geschoten.”
Jihadistisch geweld
Ook de ngo CARE International, die onder meer in de zuidoostelijke stad Diffa tienduizenden ontheemden bijstaat die zijn gevlucht voor jihadistisch geweld, zegt te kampen met oplopende rekeningen door generatoren. Daar komen cashtekorten bij, mailt hun woordvoerder vanuit Niamey. „Banken hanteren limieten waardoor onze leveranciers moeite hebben hun cheques te innen.”
Andere hulporganisatie kampen met soortgelijke problemen. Tegen de Franse krant Le Monde vertelde Gregor Robak-Werth, in Niger verantwoordelijk voor de ngo Action Against Hunger, dat ook zij een vrachtwagen vol Plumpy’Nuts vast hebben staan aan de grens, in hun geval die met Burkina Faso. Opvallend, aangezien de militaire leiders in Burkina Faso de junta in Niger steunen en hun grenzen met dat land open hielden, net als Mali.
Ouagadougou stuurde vorige week wél zelf een konvooi van driehonderd vrachtwagens naar Niamey, gevuld met voedsel en medicijnen. „Een ademteug”, noemde het hoofd van Nigers douane het tegenover journalisten.
In een alarmnota schrijven een veertal internationale ngo’s deze week echter dat ze „niet langer kunnen garanderen dat ondervoede kinderen in Niger de nodige hulp krijgen” als er begin september nog altijd geen humanitaire corridor is gemaakt. Ook de VN-noodhulpcoördinator pleitte hier onlangs voor bij de ECOWAS-voorzitter. Tot nu toe zonder resultaat.
Gaten dichten
De problemen zijn nog veel groter. Voor de staatsgreep kwam 40 procent van Nigers budget van internationale financiering, met jaarlijks zo’n 2 miljard dollar aan hulp. Maar ook die is in gevaar, nu meerdere westerse landen hebben aangeven hun hulp aan Niger deels of helemaal stil te leggen.
Lees ook: De democratie in de Sahel was flinterdun
Zoals oud-kolonisator Frankrijk, dat voor 801 miljoen euro aan ontwikkelingsprojecten in Niger heeft lopen. Daar komen nog zogenoemde „blanco cheques” bij, zegt Internationale Hulp-onderzoeker Matthieu Boussichas in de Franse krant Le Figaro: kleine bedragen van bij elkaar zo’n 10 miljoen euro waarmee de Fransen volgens Boussichas „financiële gaten hielpen dichten om zo een regime in stand te houden dat op instorten stond”.
Al die hulp is opgeschort, terwijl Parijs en de militairen in Niamey in een steeds grotere patstelling verkeren. Ook de Wereldbank heeft financiering aan Niger tijdelijk gestaakt. Net als de Europese Unie, die na de coup begrotingssteun en ontwikkelingssamenwerking aan Niger „on hold” zette. De EU had voor de periode 2021-2024 zo’n 500 miljoen euro vrijgemaakt voor onder meer projecten rondom openbaar bestuur.
Onduidelijk is nog hoezeer dit lokale ngo’s raakt die afhankelijk zijn van buitenlandse financiering. NRC nam contact op met verschillende organisaties, maar kreeg geen reactie. Ook een aantal grote internationale ngo’s wil niet op vragen ingaan zolang „de situatie niet is gekalmeerd”, zoals een woordvoerder schrijft.
Ze hebben nog geluk, zegt Savi van Unicef. „Dit zijn door de regens niet de heetste maanden van het jaar, vooralsnog hoeven we ons geen zorgen te maken dat wat in onze containers zit, bederft.” Maar, zegt hij, dat neemt niet weg dat er mensen lijden. „Humanitaire hulp zou niet politiek moeten zijn.”