Vorig jaar 128.000 nieuwe kankerpatiënten, stadium diagnose hangt af van kankersoort

In 2023 zijn 128.000 mensen met kanker gediagnosticeerd, 2.000 meer dan het voorgaande jaar. Dat meldt het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) vrijdagochtend. In totaal brengt dat het aantal kankerpatiënten in Nederland op 900.000. De stijging in diagnoses ligt volgens het KNL in de lijn der verwachting gezien de vergrijzing en de bevolkingstoename. Ook is er door het centrum gekeken naar de stadia van diagnose. Uit de cijfers blijkt dat het stadium waarbij de ziekte wordt vastgesteld sterk verschilt per kankersoort.

Bij schildklierkanker, kanker in het baarmoederlichaam en melanoom wordt de kanker in ongeveer 70 procent van de gevallen in een gunstig stadium ontdekt. Bij borstkanker, baarmoederhalskanker, prostaat en nierkanker is dat bij ongeveer de helft van de gevallen zo. Bij kanker in de slokdarm, maag, galwegen en alvleesklier wordt de diagnose slechts in 10 procent van de gevallen in het eerste stadium vastgesteld.

Een reden die wordt gegeven voor de latere diagnose bij kanker in inwendige organen is het gebrek aan symptomen in de vroegere stadia. Ook zijn de symptomen vaak “algemeen van aard”, waardoor het verband met kanker vaak (nog) niet wordt gelegd. Vroegtijdige symptomen, huidafwijkingen of bloedverlies kunnen helpen bij een vroege diagnose. Ook helpen bevolkingsonderzoeken bij een vroege opsporing.

De ernst van de verspreiding van de ziekte en de behandeling ervan zijn sterk afhankelijk van het stadium waarin de kanker ontdekt wordt. Er zijn vier stadia te onderscheiden in het verloop van de ziekte. Hoe vroeger de kanker ontdekt wordt hoe gunstiger voor de patiënt.


Lees ook
Huidkanker aan de kust, longkanker in armere wijken: deze atlas laat zien dat kanker niet gelijk verdeeld is over Nederland

Een medewerker helpt een patiënt op de afdeling oncologie van het Haaglanden Medisch Centrum Antoniushove.