Rond de Rotterdamse Waalhaven zijn het vooral passagiers die vervoerd worden over het water. Een watertaxi schiet voorbij en een cruiseschip passeert de kade – wild verlicht door kleurige lichtbundels, majestueus en afschrikwekkend tegelijk. Maar in theatervoorstelling Bulk draait het niet om dit soort vaarten; Wunderbaum duikt specifiek in het vervoer van producten over het water.
Tijdens muziek-, theater- en operafestival O. speelt Bulk op een prachtige locatie aan de Nieuwe Maas. Onder een oude havenkraan is een tribune gebouwd. Daar tegenover staat een container, waar muzikanten Moritz Bossmann en Quartus Vlak zich hebben verschanst, omringd door hun instrumenten. Meeuwen scheren boven de hoofden van het publiek, het water klotst tegen de kade. Terwijl de avond valt over Rotterdam, lichten gebouwen rond de waterweg één voor één op. De lucht verandert van blauw naar roze, naar steeds donkerder.
Refrein
In dit schitterende decor (misschien wel Rotterdam op z’n best) laten de vijf acteurs van Wunderbaum anderhalf uur lang spulletjes de revue passeren. Eindeloze lijsten noemen ze op, associatief stuiterend van het ene naar het andere product. Dat gaat van bevroren etenswaren naar allerlei soorten koelmachines, van bakproducten naar fietsen, van Chinees speelgoed naar vuilnis dat verscheept wordt van land naar land. Spullen vallen in categorieën, categorieën haken aan productgroepen, buitelen over elkaar. Als een refrein worden de woorden herhaald, nog een keer en nog een keer tot ze hun betekenis verliezen, als klanken op de experimenteel-elektronische composities van Bossman.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133053681-e90a42.jpg|https://images.nrc.nl/U3O0ZKijQ39y6ba4Rr-vVpomB4M=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133053681-e90a42.jpg|https://images.nrc.nl/GrwvzMIWSBb0KAyadGNWGprObtk=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133053681-e90a42.jpg)
Met Bulk wil Wunderbaum iets zeggen over de goederenstromen over water. De promotietekst hint op een statement, iets antikapitalistisch, maar die boodschap moet het publiek zelf destilleren uit de oneindige opsommingen, uit de woordenstroom die van ritme wisselt en soms een glimlach oproept, maar na enige tijd toch begint te vervelen. Het voornaamste wat uit de lijsten valt af te leiden, is dat het ontzettend veel is wat er wordt verscheept – heel veel, absurd veel. Hebben we dat écht allemaal nodig? En moet dat van de andere kant van de wereld komen? Een kanttekening is dat niet alles wat de acteurs noemen, daadwerkelijk aan boord van schepen wordt vervoerd. Dat brengt het voorstellingsconcept aan het wankelen: als een deel van die overdaad fictief is, maakt het geheel minder indruk. Je vraagt je bij iedere volgende uitspraak af, of je het serieus moet nemen.
Climax
Visueel krijgt de woordenstroom vorm met een act, waarbij de acteurs meermaals van kostuum wisselen, van urban outfits tot gymastiekpakjes. In choreografieën lopen ze ritmisch over het speelveld of maken bewegingen waaruit havenprocessen zijn af te leiden: gesleep met de dozen en containers, de schepen die binnen worden gehaald en weer vertrekken. Op een ander moment sjouwen de performers aan elkaar geplakt over de kade, terwijl de opsomming voortduurt.
Anderhalf uur is een lange zit bij zoveel herhaling. Zeker omdat de lijsten nergens naartoe werken, behalve het duidelijk maken van de veelheid aan verscheepte producten. De opsomming wordt een gimmick, van opbouw naar een climax is geen sprake. Bulk geeft een aanzet tot gedachtes over kapitalisme en globalisering, maar vraagt daarbij te veel van het publiek.
