N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Voetbal Naar verluidt gaat de Roberto Mancini in Saoedi-Arabië 25 miljoen euro per jaar verdienen. De laatste tijd proberen clubs uit Saoedi-Arabië wel meer sterren uit de Europese voetbalwereld binnen te halen.
Roberto Mancini volgt de Fransman Hervé Renard op als bondscoach van Saoedi-Arabië . Foto Wolfgang Rattay/Reuters
De voormalige bondscoach van Italië Roberto Mancini wordt coach van Saoedi-Arabië. Dat heeft de Saoedische voetbalbond zondag bekend gemaakt in een video op sociale media. „Ik heb geschiedenis geschreven in Europa. Nu is het tijd om geschiedenis te schrijven met Saoedi-Arabië”, zegt de Italiaan in de video, met op de achtergrond iconische Italiaanse muziek van Andrea Bocelli. De bekendmaking volgt twee weken na zijn plotselinge vertrek als bondscoach van Italië.
Mancini tekent volgens het Italiaanse persbureau Ansa maandag een vierjarig contract en zit op 8 september voor het eerst op de bank tijdens een duel met Costa Rica. Naar verluidt gaat hij 25 miljoen euro per jaar verdienen. De 58-jarige bondscoach Mancini werd met Italië in 2021 Europees kampioen.
De laatste tijd proberen clubs in Saoedi-Arabië wel meer sterren uit de Europese voetbalwereld binnen te halen. Zo zijn onder meer Cristiano Ronaldo en Neymar al naar de oliestaat vertrokken. Mancini volgt de Fransman Hervé Renard op.
Met stijgende verbazing zag onderzoeker Jenneke van Ditzhuijzen het politieke debat over abortus aan het einde van deze winter opnieuw oplaaien. Waarom stijgt het aantal abortussen, wilden politici weten, en wat kunnen we daarover laten onderzoeken? SGP-Kamerlid Diederik van Dijk stelde voor om „de factoren en motieven voor een abortus” voortaan in klinieken en ziekenhuizen te registreren, en om deze informatie jaarlijks door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd te laten openbaren.
Van Dijk in de Tweede Kamer: „Het aantal abortussen is explosief gestegen, de politiek kán niet wegkijken van deze zorgelijke realiteit.” Bijna twee decennia schommelde het aantal abortussen in Nederland tussen de 30.000 en 33.000 per jaar, maar twee jaar geleden begon de curve aan een klim omhoog. In 2022 waren er 35.606 zwangerschapsafbrekingen en in 2023, het laatste jaar waarover cijfers bekend zijn, 39.332.
Wordt deze vraag nou weer opgeworpen, dacht Van Ditzhuijzen. „Waarom weten deze politici niet welke onderzoeken al lopen, waarom zijn ze niet op de hoogte van wat er speelt?” Een jaar eerder had SGP’er Van Dijk ook al gepleit voor een registratiesysteem, waarbij de zorgverleners die een abortus uitvoeren bijhouden waarom iemand bij hen komt. En de uitkomst van weer eerdere politieke reuring was een onderzoek dat door Van Ditzhuijzen nu al wordt gedaan.
In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) inventariseerde zij samen met collega’s „factoren die bijdragen aan de keuze om een onbedoelde zwangerschap te beëindigen of te behouden”. Zij raadpleegden hiervoor onder meer bestaand internationaal en Nederlands onderzoek. In 2024 werden in het rapport Dit is mijn verhaal de resultaten gepubliceerd.
Bij de keuze voor een abortus spelen vrijwel altijd meerdere omstandigheden een rol, concluderen Van Ditzhuijzen en haar collega’s in het rapport. „Geen kinderwens” wordt vaak als belangrijkste reden genoemd om de zwangerschap te beëindigen. Materiële omstandigheden zoals woonruimte en financiële middelen, en levensomstandigheden zoals bezig zijn met werk of studie worden ook genoemd, maar vrijwel nooit als enige reden. Er spelen tal van emoties mee, zoals het gevoel dat „dit er echt niet bij kan”. Mede daarom, concludeert en adviseert het rapport uit 2024, is „het aanvinken van lijstjes met redenen” geen goed idee. Het rationaliseert een beslissing die niet rationeel is. „Bij abortus speelt een mengelmoes van emoties, intuïties en motieven.” In onderzoek van Van Ditzhuijzen en haar collega’s wordt niet ingegaan op de stijging van het abortuscijfer, maar ze hebben wel data uit 2022 en 2023 naast data uit 2010 gelegd. „We zien daarin een consistent beeld, er komt niet ineens een heel ander motievenpakket naar voren in de periode van de stijging.”
Vanwege het taboe op abortus durven vrouwen bovendien niet altijd eerlijk te zijn over wat ze denken en voelen, zegt Daphne Latour. Zij is medewerker bij Fiom, expertisecentrum voor ongewenste zwangerschap, en doet onderzoek naar besluitvorming bij abortus. „Je hoort veel vrouwen zeggen dat ze meteen voelden dat ze geen kind wilden. Maar dat ze het heel lastig vonden om het uit te leggen aan hun omgeving, en er redenen bij zijn gaan zoeken.” Dus als je gaat vragen naar motieven, zegt Latour, loop je ook het risico op sociaal wenselijke antwoorden.
Slimme apps
Het voorstel van Diederik van Dijk voor een registratiesysteem kreeg begin maart geen meerderheid, de motie werd verworpen. Maar twee andere moties naar aanleiding van de stijgende abortuscijfers werden wel aangenomen. Zo wordt „binnen twee jaar” begonnen met de evaluatie van de abortuswet, en wordt onderzocht of het afschaffen per 1 januari 2023 van de verplichte bedenktijd voor abortus invloed heeft gehad op de cijfers.
Redenen voor een abortus zijn dus moeilijk te vatten in lijstjes, maar wat kunnen abortusexperts wél zeggen over de oorzaak van de toename? NRC sprak hierover met acht mensen die zich dagelijks bezighouden met abortus: als wetenschapper, onderzoeker, zorgverlener, activist of belangenbehartiger.
De redenen voor een abortus zijn veelzijdig en complex, en de oorzaken voor de stijging zijn dat net zozeer – zeggen zij allemaal. Het is misschien gek, zeggen ze ook, maar ze weten niet precies waar de groei vandaan komt – al hebben ze wel vermoedens, die deels ook gestaafd kunnen worden met cijfers.
Een deel van de stijging is volgens de experts te verklaren doordat er anders wordt omgegaan met vroege zwangerschappen. Om te beginnen kan een zwangerschap steeds eerder ontdekt worden. Voordat de zwangerschapstest bestond, noemden we een vrouw pas zwanger als ze ‘gefladder’ in haar buik voelde, weet emeritus hoogleraar Trudy Dehue, die Ei, foetus, baby (2023) schreef, over de veranderende kijk op zwangerschap en abortus. „Dat gevoel van een vlieg in je hand, maar dan in je buik.” Die sensatie is er meestal pas rond twintig weken zwangerschap. „Je telde dus pas als ‘zwanger’ als de buik al zichtbaar was en het helemaal duidelijk was.”
Voordat de zwangerschapstest bestond, noemden we een vrouw pas zwanger als ze ‘gefladder’ in haar buik voelde
Inmiddels is het zwangerschapshormoon dat het lichaam aanmaakt na bevruchting, door steeds accuratere en betaalbare zwangerschapstests al dagen vóór het uitblijven van de menstruatie meetbaar. Zo’n vier weken na de eerste dag van de vorige menstruatie kan een test al positief zijn – een vrouw heet dan vier weken zwanger. Veel vrouwen gebruiken bovendien slimme apps om hun cyclus bij te houden, waardoor ze heel precies weten wanneer hun menstruatie had moeten beginnen.
Door deze technologische vernieuwingen ontdekken vrouwen vroeger dat er een zaadcel is doorgedrongen tot hun eicel. Als dat ongewenst is, gaan ze in een eerder stadium naar een abortusarts. De kans is groot, zeggen de mensen die NRC over dit onderwerp sprak, dat de zwangerschap bij veel van deze vrouwen vanzelf was gestopt als ze die langer hadden uitgedragen. Ongeveer een op de tien zwangerschappen eindigt in een miskraam, blijkt uit allerlei onderzoek. Maar, tekenen onderzoekers aan, vermoedelijk ligt dat aantal in werkelijkheid nog vele malen hoger, omdat miskramen in de eerste weken na een bevruchting vaak onopgemerkt blijven. Er zijn schattingen dat het zou gaan om 20 procent bij gewenste zwangerschappen. Dehue: „Gemankeerde bevruchte eicellen krijgen tegenwoordig niet meer de tijd om zelf te verdwijnen.”
Zichtbaar op echo
Ook in de abortuszorg is de manier waarop met zeer vroege zwangerschappen wordt omgegaan veranderd. De bevruchting is in de eerste weken nog niet zichtbaar op een echo, en lange tijd was het beleid dat een abortus alleen werd uitgevoerd als dat wel zo was. Het overheersende idee was dat behandelen zonder waarneming van de bevruchte eicel gevaarlijk kon zijn, omdat dan niet kon worden uitgesloten dat het een buitenbaarmoederljike zwangerschap was, waarbij de eicel meestal in een van de eileiders zit. Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap verdwijnt niet door een abortus, en dat brengt voor de vrouw gezondheidsrisico’s met zich mee.
„Gemankeerde eicellen krijgen tegenwoordig niet meer de tijd om zelf te verdwijnen”
De afgelopen decennia is er meer aandacht gekomen voor het vermijden van dat risico, bijvoorbeeld door enige tijd na de abortus nog eens een test te doen. Van de achttien abortusklinieken in Nederland, gaat „ongeveer de helft” inmiddels over tot behandeling als er nog niets op de echo te zien is, zegt Monique Opheij, abortusarts en bestuurslid van het Nederlands Genootschap van Abortusartsen.
In de cijfers van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), die zwangerschapsafbrekingen van alle klinieken en ziekenhuizen per week registreert, zie je de concentratie van abortussen in de eerste zwangerschapsweken ook terug. Tussen 2018 en 2023 steeg het aantal abortussen tot en met zes weken van zo’n 12.500 naar 22.000. Een stijging van bijna 80 procent. In dezelfde periode daalde het aantal abortussen bij meer dan zes weken juist licht: van 18.500 naar 17.000.
Natuurlijke anticonceptie
De veranderende manier van omgaan met vroege zwangerschappen, zowel in de maatschappij als in de abortuszorg, verklaart mogelijk deels de stijging van het aantal abortussen, maar niet alles, zeggen de experts die NRC sprak. „Het zou ook kunnen dat er meer vrouwen onbedoeld zwanger raken. Bijvoorbeeld omdat ze geen anticonceptie gebruiken”, zegt Van Ditzhuijzen. Deze zomer publiceert zij met haar collega’s de resultaten van een onderzoek naar „factoren die samenhangen met de kans op een onbedoelde zwangerschap”, en dus ook anticonceptiegebruik.
Bewijs voor een oorzakelijk verband is er niet. Maar in de spreekkamer denken abortusartsen wel een verschuiving te zien in het gebruik van anticonceptie. Er komen vaker mensen die een vorm van ‘natuurlijke anticonceptie’ hebben gebruikt. Door op dagen rond de eisprong geen seks te hebben of alleen met condoom, proberen vrouwen zwangerschap te voorkomen. Zo’n tien procent van de jonge vrouwen gebruikt de ‘vruchtbare-dagen-methode’ als enige vorm van anticonceptie.
Vruchtbare dagen kun je op verschillende manieren berekenen: bijvoorbeeld met een (digitale) kalender, door dagelijks de eigen temperatuur of vaginale afscheiding te meten methode. Omdat sperma tot vijf dagen kan overleven in de baarmoeder en het exacte moment van de eisprong lastig te meten is, wordt geadviseerd om negen dagen geen onbeschermde penis-in-vagina-seks te hebben. Bij een specifieke combinatie van regelmatige lichamelijke metingen en inachtneming van de ruime marge, is de betrouwbaarheid vergelijkbaar met die van de pil: 98 tot 99 procent.
Illustratie Trui Chielens
Maar door onzorgvuldigheid liggen de betrouwbaarheidscijfers in de praktijk lager: ergens tussen de 75-88 procent. Wat overigens niet afwijkt van condooms: bij perfect gebruik een betrouwbaarheid van 98 procent, maar in de praktijk rond de 82 procent. Uit een onderzoek van expertisecentrum Rutgers naar vrouwen die kozen voor een abortus, blijkt dat van de vrouwen die iets had gebruikt om een zwangerschap te voorkomen een derde een vruchtbare dagen-methode had gebruikt.
Dat is geen reden om deze methode af te wijzen, vindt Alina Chakh, voorzitter van een organisatie (Ava) die opkomt voor het belang van vrouwen rondom abortus en anticonceptie. „Zelfs als het vermijden van conventionele anticonceptie het risico op zwangerschap vergroot, moeten we ons afvragen hoe erg dat is.” Volgens Chakh is het voor sommige vrouwen een bewuste keuze om af te zien van anticonceptie of te kiezen voor een natuurlijke methode. Bijvoorbeeld omdat ze de bijwerkingen van reguliere middelen zwaarder laten wegen dan het risico op zwangerschap. Hormonale middelen worden vaak in verband gebracht met depressieve gevoelens, hoofdpijn en gewichtstoename, en het koperspiraaltje met hevige menstruatie en -krampen.
In tegenstelling tot die vormen van anticonceptie geeft een abortus meestal lichamelijke bijwerkingen die binnen een dag verdwijnen, zoals misselijkheid en bloedingen. En emotioneel blijkt de impact gering: minder dan 1 procent van de vrouwen heeft achteraf spijt van een abortus.
Oorlog en woningtekort
Ook als het aantal onbedoelde zwangerschappen niet toeneemt, is het denkbaar dat vrouwen er vaker voor kiezen om een zwangerschap af te breken, meent Daphne Latour. Toen zij de Nederlandse cijfers van 2022 onder ogen kreeg, met daarin de eerste opvallende stijging van het aantal abortussen, vroeg ze zich af: is Nederland hierin uniek? Maar ze zag al snel dat er in veel andere Europese landen sprake was van een vergelijkb—are toename. „Ik ben op zoek gegaan naar verklaringen uit het buitenland en vond verhalen van vrouwen die zich zorgen maken over de oorlog in Oekraïne of over het woningtekort. Dat zijn thema’s die in heel Europa spelen, niet alleen in Nederland.” Vrouwen in de spreekkamer vragen zich hardop af of dit wel een geschikte tijd is om een kind in groot te brengen, weet Jorien Nijland, directeur van abortuskliniek Epione. „Wij horen vaak: kijk naar de wereld om je heen. Wil je hier een kind neerzetten?” En kijk naar het geboortecijfer, zegt abortusarts Monique Opheij, dat is de afgelopen jaren ook gedaald.
Sinds 1 januari 2023 hoeven mensen niet meer vijf dagen te wachten op een abortus, nadat ze zich voor het eerst bij een dokter of kliniek hebben gemeld. Het idee achter die wettelijk verplichte ‘beraadstermijn’ was dat vrouwen daardoor een weloverwogen keuze zouden maken. Maar die gedachte, vonden voorstanders van het afschaffen ervan, was betuttelend en niet meer van deze tijd. In maart vroegen sommige politici zich af: zit dáár dan de oorzaak voor de stijgende cijfers? Kiezen vrouwen sneller voor een zwangerschapsafbreking nu ze niet meer worden gedwongen om erover na te denken?
Ook dit wordt nu onderzocht, „al is er geen enkele indicatie om aan te nemen dat het veel invloed heeft”, zegt Daphne Latour van Fiom. Zij zou het „vreemd” vinden als het afschaffen van de bedenktijd een grote oorzaak voor de groei blijkt te zijn. „In 2022 zagen we ook al een stijging van de abortuscijfers, en toen was de bedenktijd er nog.” Bovendien betreft de toename van de abortussen vooral die in de eerste weken van de zwangerschap. Voor die periode gold vóór 2023 ook al geen verplichte bedenktijd – bij zwangerschapsafbreking tot zes weken en twee dagen werd gesproken van een ‘overtijdbehandeling’ en daarvoor golden andere regels.
Het is niet ondenkbaar dat het afschaffen van de bedenktijd voor een kleine toename in abortussen zou zorgen, zegt Rebecca Gomperts, activist en abortusarts. „Je ziet overal dat als barrières worden weggenomen, het aantal stijgt.” Dat is bovenal goed nieuws, vindt Gomperts. „Misschien was er een groep die het eerder niet redde naar de kliniek te gaan, en die daardoor onbedoeld zwanger is gebleven. Klinieken zitten vooral in grote steden. Laatst sprak ik iemand die al drie kinderen had, en die niet naar Rotterdam kon komen omdat er gewoon geen oppas beschikbaar was.” Zo kunnen er ook mensen zijn geweest voor wie het indertijd te veel gedoe of te duur was om twéé keer naar een kliniek te komen: voor en na de bedenktijd.
Abortus bij de huisarts
Ja, zeggen kenners, de verkrijgbaarheid van de abortuspil via de huisarts zou best ook weer voor een toename kunnen zorgen. Dat zal duidelijk worden in de loop van volgend jaar. De discussie over dit onderwerp zal dus nog wel even aanhouden, verwachten de mensen die deze zorg onderzoeken, of erin werkzaam zijn.
In een brief aan Kamerleden beschreef het Nederlands Genootschap van Abortusartsen in maart zijn zorgen over de politieke wind met betrekking tot abortus. „We zien in andere landen hoe stap voor stap reproductieve rechten worden ingeperkt, vaak onder het mom van registratie en zogenaamd neutrale regelgeving”, schreven de artsen. „Politici presenteren zichzelf als voorvechters van vrouwenrechten, terwijl zij gelijktijdig beleid voeren dat de toegang tot abortus bemoeilijkt.”
Illustratie Trui Chielens
De Nederlandse abortusbeweging behaalde de laatste jaren juist veel successen. De verplichte bedenktijd is afgeschaft, de abortuspil werd verkrijgbaar via de huisarts, de lobby om abortus uit het strafrecht te halen is op stoom geraakt (volgens de wet is abortus strafbaar tenzij die wordt uitgevoerd in een speciale kliniek of een ziekenhuis, onder voorwaarden omschreven in een aparte wet). „Maar het is nu niet meer vanzelfsprekend dat de ontwikkeling voorwaarts zal blijven gaan”, zegt Karin van der Velde van expertisecentrum voor seksualiteit Rutgers. „Wat is de volgende stap? We willen mensen niet bang maken, maar we willen wel dat mensen zich ervan bewust zijn dat afbraak begint met kleine stapjes.”
Een zo’n stapje is het almaar stellen van de vraag waar de toename van het aantal abortussen vandaan komt, vinden de abortusexperts die NRC sprak. Trudy Dehue: „Als je iets gaat tellen zit er een belang achter, anders tel je het niet. Het getuigt opnieuw van een enorme bemoeienis met vrouwen.” Karin van der Velde: „Elke keer willen critici wéér weten waarom mensen deze behandeling nodig hebben. Laat vrouwen dat gewoon zelf bepalen.”
Het kabinet gaat in hoger beroep tegen de stikstofuitspraak in de rechtszaak die Greenpeace heeft aangespannen tegen de staat. Dat schrijft Landbouwminister Femke Wiersma (BBB) vrijdag in een Kamerbief. In een X-bericht licht ze toe dat „er een grens [is] aan wat de samenleving op korte termijn kan dragen”. Er zijn „voornamelijk zorgen over de uitvoerbaarheid van het vonnis”.
De rechter oordeelde in januari dat de overheid zich aan haar eigen stikstofdoelen moet houden. Daarmee stelde ze Greenpeace in het gelijk, de uitspraak betekende een grote klap voor het kabinet. De staat moet fors ingrijpen om stikstof te reduceren, met aanzienlijke gevolgen voor de veehouderij, bouw en industrie.
Als het niet lukt om binnen vijf jaar overbelasting te voorkomen in de helft van de stikstofgevoelige natuur, moet de staat een eenmalige dwangsom van 10 miljoen euro betalen. In 2030 mag minimaal de helft van deze natuurgebieden niet meer worden overbelast.
Wiersma onderstreept in de Kamerbrief dat het hoger beroep „geen opschortende werking” heeft. Daarom gaat ze door „met het beleid gericht op vermindering van de stikstofbelasting van de Natura 2000-gebieden”. Over aanvullende maatregelen wordt de Tweede Kamer „nader geïnformeerd”. In de loop van 2026 doet de rechter uitspraak in het hoger beroep.
‘Volslagen flauwekul’
Andy Palmen, directeur van Greenpeace Nederland, zegt het „niet onverwacht, maar wel enorm triest” te vinden dat Wiersma in hoger beroep gaat. „Dat ze beweert dat het vonnis niet uitvoerbaar zou zijn is volslagen flauwekul”, zegt Palmen. „De politieke wil ontbreekt bij de minister en daarmee gijzelt ze de Nederlandse samenleving.” Palmen zegt „zeer sterk” te overwegen „er bij de rechter op aan te dringen dat juist méér natuur wordt beschermd dan al volgt uit het huidige vonnis”.
Om verdere schade aan de natuur te voorkomen, spande Greenpeace vorig jaar al een vergelijkbaar kort geding aan. Hoewel de voorzieningenrechter begrip toonde voor de zorgen van de milieuorganisatie, werd de claim afgewezen. De rechter kon niet goed vaststellen rond welke natuurgebieden de staat dan onmiddellijk tot actie zou moeten overgaan.
Lees ook
De BBB-partijleider en BBB-minister verkondigen een heel ander geluid over stikstof
Ik was twintig jaar niet op de Einsteinweg geweest. In het Leidse Bio Science Park stond het gebouw er nog, de kubus van donkerblauw glas, waar mijn eerste en enige baan in loondienst begon. Nu stapte ik er binnen met mijn zoon (15), die zich al voorzichtig oriënteert op een studiekeuze.
Ergens boven was destijds de gang met de redactie van universiteitsblad Mare, waar ik werkte. Naast de lift, die mij er misschien wel duizend-en-één keer heen heeft gehesen, lag het weekblad nog altijd in de bakken. Toevallig met een voorpaginaverhaal over de faculteit die hier tegenwoordig gevestigd is, archeologie.
Als scholier heb ik ook flink wat open dagen bezocht (biologie, psychologie, filosofie…), maar de uiteindelijke keuze (Nederlands) deed ik volgens de strategie die mijn vrouw en ik ook aanmoedigen: volg vooral je gevoel. Dat is wat we ouders om ons heen ook horen zeggen. Alle keuzegidsen en rankings ten spijt voltrekt zo’n beslissing zich grotendeels intuïtief en toevallig. Zo ging het ook met de middelbare scholen van onze kinderen: meteen op de voorlichtingsdag voelden zij zich er thuis.
Omdat de archeologie-presentatie werd gehouden waar vroeger de kantine was in dit gebouw, begonnen mijn herinneringen vanzelf aan een eigen archeologisch onderzoek, en daar zag ik ze weer aan tafel: Hans, Bart, Ron, Hester, Bruno, Thomas, Arjen, Frank… Ook op die redactie – achteraf gezien op allerlei manieren essentieel voor mijn schrijfcarrière – belandde ik stomtoevallig. Een rommelige tijd waarin ik mijn rommelige instincten volgde.
Vreemd, dacht ik, hoe juist beduidend kleinere of ronduit onbenullige keuzes – de kleur van de badkamertegels, het type laptop – nooit tot stand komen zonder eindeloos wikken en wegen.
Het weekend ervoor was grotendeels op gegaan aan het vinden van een bestemming voor de zomervakantie, gevolgd door het helaas onvermijdelijke reserveren van campingplekken en huisjes. Tripadvisor, Zoover, Reisblogs, Google Streetview-inspectie van de omgeving. Foto’s swipen, sterren tellen. Heb je eindelijk, moe gedubd, de knoop doorgehakt, dan doemt halverwege het boekingsformulier de volgende verschrikking op. Nee! De optie om alvast een specifiek plekje uit te zoeken. Help! Boven een plattegrond-pdf’je moet je dan de ochtendzon van plek E15 afwegen tegen de bosrust van A6 en de riante oppervlakte van B3, die dan wel weer aan een veldje grenst met drie pingpongtafels. Het wonderlijke is niet zozeer dat je al die dingen doet – geen enkel gezinslid zal het je vergeven als je dit verzuimt en daarom een rotplek krijgt toegewezen naast de wc’s – maar dat we ze bij sommige keuzes juist níét doen.
De populaire cultuur heeft de intuïtieve keuze heilig verklaard
Neem de liefde. De vonk moet overslaan, je moet voor elkaar vallen, in anderhalve seconde. Bij zo’n fundamentele levenskeuze zou elk rationeel of praktisch argument (‘ze woont zo lekker dicht bij mijn werk’) een fatale afknapper zijn. In de liefde vallen we terug op een oeroud geloof in schikgodinnen en cupidopijlen.
Ook voor je woonplek, je studie en je baan moet een straal intuïtie het keuzeproces bijlichten. Het zijn domeinen waar een kosten-batenanalyse niet volstaat. Je kiest ze ‘uit het hart’. Je vindt je ‘droombaan’ of wordt ‘verliefd’ op een huis. Zo gaat het tenminste op tv altijd: ‘We liepen binnen en wisten meteen: dit is het.’ Net als in de film, ik wil het. De populaire cultuur heeft de intuïtieve keuze heilig verklaard. Maar is het ook de beste?
Een 7,5 is prima
De psychologie maakt onderscheid tussen twee typen beslissers. Maximizers, die voor de allerbeste optie gaan, tegenover satisficers, die tevreden zijn met wat genoeg is. Satisfice, samengesteld uit ‘satisfy’ en ‘suffice’, klinkt hip genoeg om eergisteren bedacht te zijn door een zelfhulpgoeroe op sneakers, maar het stamt al uit een publicatie uit 1947 van de Amerikaanse econoom en psycholoog Herbert A. Simon.
De maximizer is degene die geen Netflix-film kan aanklikken zonder vergelijkende studie van trailers en de IMDb-ratings. De satisficer duikt argeloos in wat hem aardig lijkt, en vindt een ervaring die een 7,5 waard is prima.
Aanvankelijk vermoedde ik dat hier de sleutel lag voor mijn camping-studiekeuzeparadox. We zijn rationeel en maximaliseren bij onbelangrijke keuzes (camping, restaurant), terwijl we intuïtief satisficen bij de belangrijke (liefde, vriendschap).
De verklaring zou dan zijn dat het de wezenlijke levenskwesties simpelweg ontbreekt aan meetpunten. Er is geen Tripadvisor voor de liefde. Voor de grote toekomstscenario’s van je leven bestaan er geen Rotten Tomatoes-scores. Dus volg je hier je hart. Klinkt logisch, nietwaar?
Toch, terug op de Einsteinweg twijfelde ik. God dobbelt niet: had de geniale naamgever van deze weg zoiets niet verkondigd? Alles is onderworpen aan de wetten van oorzaak en gevolg. Het waren inderdaad talloze onwaarschijnlijke maar onmisbare schakeltjes geweest die mij op die redactie hadden gebracht (iemand die ik pianoles gaf kende iemand die iemand kende die… enzovoorts). Vervolgens was er een reeks toevalligheidjes nodig om mij achterpaginacolumns te laten schrijven, die na een onwaarschijnlijke ontmoeting een bundeltje werden, die via een onwaarschijnlijke vriendin bij een onwaarschijnlijke uitgeverij belandde – enzovoorts.
Het lot begeleidt of sleept
Als ik niet toen, dan had ik nu niet dat. Vele geliefden hebben zo’n verhaal. Als jij die dinsdag de tram niet had gemist en ik niet met Snufje naar de dierenarts moest… Het blijft verdraaid lastig om weerstand te bieden aan een ingebouwde neiging er een sturende kracht achter te veronderstellen. Achteraf heeft al dat willekeurige de glans van het onvermijdelijke.
Wie zo denkt, gelooft net als de maximizer in één Beste Optie. Eén Ware, één Levenstaak, één Bestemming. Alleen neemt hij de keuze hiervoor niet rationeel. Hij speurt niet op vergelijkingssites naar het ultieme pakket, maar verwacht dat dit zich openbaart via toeval en tekens, of, een nuchterder variant, dat zijn onderbewuste het selectieproces uitvoert achter een gesloten deur en ons daarna de slotsom toewerpt in de vorm van een intuïtieve flits.
De tegenstelling is dus niet simpelweg ratio versus intuïtie = maximizer versus satisficer. Je hebt immers ook maximizers die puur intuïtief te werk gaan, romantici die geloven in Het Ene en De Ware.
Ducunt volentem fata, nolentem trahunt. Die tekst van Seneca maakte zoveel indruk op mij, toen ik hem als vijftienjarige hoorde, dat ik hem heb onthouden: ‘Het lot begeleidt degene die wél willen, maar sléépt degene die niet willen.’ De regel had het aureool van zo’n onbetwistbare waarheid, in een elegante formulering. Vijf woorden, gespiegeld rond het lot. Je hebt Eén Bestemming en jouw lijden is net zo groot als jouw afwijking van het pad erheen, jouw geluk even groot als jouw bereidheid het te omarmen. Amor fati, heette dat bij Nietzsche. Seneca en Nietzsche waren intuïtieve maximizers.
Toch zitten er beslist ook nadelen aan die visie. O ja, intuïtieve beslissingen blijken vaak even goed of zelfs beter dan beslissingen die rationeel overwogen zijn. In zijn boek Blink: The Power of Thinking Without Thinking (2005) geeft de Canadese auteur en psycholoog Malcolm Gladwell talloze aanstekelijke voorbeelden daarvan. Brandweermannen die een simpel keukenbrandje maar niet geblust krijgen, vervolgens in de woonkamer staan te tobben over een oplossing, totdat eentje uitroept: ‘Wegwezen, nu!’ Drie tellen later slaan de vlammen door de inzakkende vloer. De brand kwam uit de kelder. Onbewust had die man daar signalen voor geregistreerd (geluid, temperatuur, geur). De ingeving voelde als een ingreep van hogerhand, maar was simpelweg de beredeneerde conclusie van een onbewuste denkproces.
Griezelig
Ander voorbeeld: bij het beoordelen van hoe geschikt iemand is als docent blijken filmpjes van maar twéé seconden een even adequate indruk te geven als een uitgebreide evaluatie na een heel semester.
Maar de intuïtie heeft nadelen die je niet kunt negeren. Racistische vooroordelen, etnisch profileren: ook dat zijn intuïtieve processen. Degenen die op extreem-rechts stemden volgden ook hun gut feeling. Onderbuik en intuïtie hebben een twijfelachtige overlapping.
Combineer je die met het maximizers-geloof in het Ene en het Ware dan kan het helemaal griezelig worden. Wie meent dat hij één bestemming, één taak heeft, kan ofwel passief achter gaan leunen, want alles ligt toch al vast. Of hij kan juist een overdreven eigendunk ontwikkelen. Niet zelden zijn het de narcisten die zich voorbestemd wanen tot iets groots. Meent Donald Trump niet sinds hij door zijn oor is geschoten is dat God een plan met hem heeft?
Of denk aan al die vrijgezellen die De Ware zijn misgelopen. Achterblijvers die hun Ene Roeping hebben gemist. Dort, wo du nicht bist, dort ist das Glück, dichtte Schlegel in de negentiende eeuw. Het werd het motto van de Romanticus, die in wezen ook een verstokte intuïtieve maximizer is.
Ik heb ook lang gedacht dat het leven elders was. Of juist dat het lot het beste met mij voor had. Twee kanten van dezelfde twijfelachtige medaille.
Misschien, dacht ik aan de Einsteinweg, is elk levenspad toch lukraak en relatief. Misschien is de onvermijdelijkheid die ik terugkijkend zie toch een vertekening. Een variant op de hindsight bias, de al te menselijke neiging om achteraf te geloven dat je het vooraf al wist.
Maar als dat zo is, moet ik mijn zoon dan nog wel blijven aanmoedigen vooral zijn gevoel te volgen? Jawel. Oók. Het probleem zit hem in het maximizers-geloof an sich.
Laten we de illusie los van één optimale keuze – één goddelijke kampeerplek die op ons wacht, één studierichting die als een maatpak om je schouders valt – dan ben je ook bevrijd van de nadelen van de maximizersstrategie: misloopangst, teleurstelling om een ‘suboptimale’ uitkomst, en het daarbij behorende zelfverwijt, want ben jij, stomkop, niet zélf degene die de campingplattegrond niet diepgravend genoeg hebt geanalyseerd, of niet genoeg geluisterd hebt naar wat je werd ingefluisterd door stemmetjes, innerlijke gidsen en spirituele totemdieren?
Er is geen Ware. Al willen datingapps het tegendeel bewijzen. Zelfs voor de cruciale levenszaken – huizen (Funda), partners (Tinder) en wijn (Vivino) – zijn er filters waar je de schuifjes zo secuur kunt instellen dat alleen jouw op het lijf geschreven optie door de mazen komt geglipt, als een godsgeschenk. De politiek versplintert omdat iedereen die Ene partij zoekt die exact zegt wat hij denkt. Ik kon er geen cijfers van vinden, maar ik heb de indruk dat alles ons steeds meer in de hoek duwt van de rationele maximizer: de overvloed aan rankings, de filters en data, de perfectere levens op andermans Instagram.
De theorie van maximizers en satisficers heeft zijn oorsprong al in de jaren veertig, maar is deze eeuw uitvoeriger bestudeerd door de Amerikaanse psycholoog Barry Schwartz. In The Paradox of Choice (2004) stelt hij dat meer keuzeopties juist tot slechtere keuzes leiden. Maximaliseerders kiezen misschien ‘beter’, maar zijn minder gelukkig met die keuze. Uit een onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat ze een startsalaris hebben dat 20 procent hoger ligt, terwijl ze toch minder gelukkig zijn dan de satisficers.
Slimmer kiezen
De remedie lijkt dan voor de hand te liggen: combineer de strategieën. We moeten niet méér kiezen maar slimmer kiezen. Tegenover de dominantie van de rationele maximizer, moeten we vooral ruimte geven aan de intuïtieve satisficer-strategie.
Toen ik met mijn zoon weer buiten over de Einsteinweg liep, vertelde hij dat archeologie hem geweldig leek. „Ik zou morgen al willen beginnen!” Hierdoor herinnerde ik mij een andere uitspraak van Einstein: ‘De mens kan wel doen wat hij wil, maar hij kan niet willen wat hij wil.’ Je kunt niet beslúíten iets of iemand aantrekkelijk te vinden. Voorkeuren, nieuwsgierigheid en passie ontstaan altíjd achter de gesloten deur van het bewustzijn.
Pas later zouden we het hebben over afwegingen als arbeidsmarktperspectief, voertaal, reistijden. Ach, hij heeft nog tijd genoeg. Maar dit lijkt me de juiste strategie: de intuïtieve satisficer kiest, daarna slijpt de rationele geest de keuze fijn tot een ‘educated guess’. Zo voorkom je de verlammende illusie dat er één perfecte optie is.
Niet ‘amor fati’ als levensmotto, maar iets anders, dat me buiten het blauwe kubusgebouw intuïtief inviel. Ik keek nog even op naar het raam waarachter ik mijn eerste stukken schreef. Achteraf lijkt het allemaal logisch, maar toen waren het gewoon keuzes, die aantrekkelijk voelden op het moment zelf. Welke afslagen je ook volgt, de route ontstaat pas als je ze neemt. C’est la vie.