Vooral de banaliteit blijft plakken bij improviserende Marc Rebillet

Voor iemand die vooral groot is op het internet, heeft Marc Rebillet de slag naar keiharde kaartverkoop goed gemaakt. Drie dagen op rij verkoopt de improviserende Amerikaan TivoliVredenburg uit deze week. De grootste zaal. Inclusief kaarten van 320 euro, waarvoor je onder andere een keycord met geplastificeerde badge en fotomoment krijgt, en even in Rebillets kleedkamer mag doorbrengen.

Bij wijze van entree rent Rebillet in zijn boxershort het podium over. Hij klimt op speakers, rekt zijn spieren en ontvang highfivend een denderend applaus alsof hij zijn ereronde al verdiend heeft. Gewapend met een looppedaal, een apparaatje waarmee hij elk geluid uit zijn microfoon of synthesizer eindeloos kan herhalen en stapelen, bouwt hij al improviserend zijn muziek op. Alles ontstaat ter plekke.

Hij doet dat al jaren vanuit zijn slaapkamer in video’s voor onder andere YouTube en Twitch, het liefst in slechts een onderbroek, soms met badjas. Nu voert hij die formule uit op een podium. Zijn muziek zit in de dancehoek, de ene keer met een brommende dubstepbas, dan weer ronde tribale ritmes of funkende toetsen. Maar altijd bouwt hij het laagje voor laagje op. Leuk daaraan is dat het klinkt zoals een Bob Ross-programma eruit ziet. Zoals die krullenbol zomaar wat vegen op een canvas kon veranderen in een heel bos, merk je bij Rebillet pas na een paar minuten wat voor track hij eigenlijk aan het bouwen is. Vaak is dat wanneer er CO2-kannonen afgaan, hij er een kick onder schuift en begint te schreeuwen. Meestaal iets banaals als „De confetti ziet eruit als zaad, ik ben klaargekomen over de lampen.” Nadeel van deze manier van werken is dat het vaak eindeloze minuten opbouwt naar niets of dat wanneer het kwartje net valt hij een nummer weer stillegt om het vanuit een detail opnieuw op te bouwen.

Wat uiteindelijk duidelijk wordt, is hoe erg Rebillet meer nog dan een neus voor liedjes of hooks, een goed gevoel voor ‘content’ heeft. Dat talent heeft hij altijd al gehad. Als tiener ging hij viraal doordat hij zijn plek in de rij voor de eerste iPhone verkocht. Later roofde hij prullenbakken van platenlabels leeg, om zo weggegooide muziek van zijn favoriete artiesten online te zetten. Hij probeerde het nog even als acteur, nam klassieke muziekles. En nu is hij in zijn streams en op podia op zoek naar kleine momenten die kunnen scoren. Zo gooit hij maandagavond constant probeersels tegen de muur, om te zien wat blijft plakken. Een enkele keer stuit hij op iets wat blinkt en krijgt hij de hele zaal mee, maar het grootste deel van de tijd blijft het zoeken. Dat ziet hij zelf ook, als hij vlak voor het laatste blokje hits zegt dat hij iets te veel in zijn hoofd zat vanavond. De fans in badjas met keycord schreeuwen er niet minder om. „Give me your grandmother, give me her vagina, I’m eating your grandmother’s vagina and I don’t give a fuck.” Juist.