Vooral arme pelgrims stierven door hitte tijdens hun bedevaart naar Mekka

Voor moslims is de hadj, de pelgrimstocht naar Mekka en Medina, een hoogtepunt in hun leven, een moment waarop ze zich dichter bij hun God kunnen voelen. Maar de extreme Saoedische zomerse hitte – soms steeg de temperatuur tot tegen de vijftig graden Celsius – werd ditmaal ruim 1.300 pelgrims tijdens het zojuist afgesloten hadj-seizoen fataal. Het dodental was bijna vijf keer zo hoog als vorig jaar.

De meerderheid van de slachtoffers, 83 procent volgens de Saoedische autoriteiten, bestond uit pelgrims die zonder vergunning naar de heilige plaatsen waren gekomen. Saoedi-Arabië wijst elk jaar landen met een islamitische bevolking een bepaald quotum toe om de aantallen pelgrims enigszins te beperken. Maar honderdduizenden bedevaartgangers, dikwijls oudere mensen die lichamelijk niet meer zo sterk zijn, willen niet op zo’n vergunning wachten en boeken via bemiddelingsbureaus hadjtochten, waarbij ze op een eenvoudig toeristenvisum Saoedi-Arabië binnenkomen.

Zulke ‘illegale’ pelgrimstochten zijn bovendien vaak de helft goedkoper dan de officiële, die al gauw 5.000 euro of meer kunnen kosten. Ook dat is een belangrijke factor voor arme gelovigen, voor wie zulke bedragen onmogelijk zijn op te brengen. In het bijzonder uit Egypte kwamen er veel van zulke arme bedevaartgangers zonder geldige papieren. De Saoedische autoriteiten verleenden hen ook minder diensten. Zij hadden bijvoorbeeld niet altijd toegang tot luchtgekoelde ruimtes en andere faciliteiten.

Een bedevaartganger laat zich ter verkoeling met water besproeien.
Foto Rafiq Maqbool/AP

Twaalf kilometer lopen

Een van de vergunningsloze pelgrims was de zeventigjarige weduwe Effendiya, die haar juwelen verkocht om deze zomer naar de heilige plaatsen te kunnen gaan. De oude vrouw werd samen met anderen afgezet door een bus, waarna ze temidden van drommen andere bedevaartgangers zo’n twaalf kilometer moest lopen naar de berg Arafat bij Mekka. Daar gaf de profeet Mohammed zijn laatste preek. „Steeds als ik een videogesprek met haar had gooide ze water over haar hoofd”, vertelde haar zoon Tariq een verslaggever van de BBC. „Ze was niet bestand tegen de kokende hitte. In ons laatste gesprek zag ze er uitgeput uit.” Kort daarop stierf ze. Effendiya werd in Mekka begraven, overigens een oude wens van haar.

De weduwe was een van de 672 Egyptische hadj-doden. De Egyptische premier Mostafa Madbouly kondigde vrijdag al een onderzoek aan naar een aantal reisbureaus, die pelgrims onvoldoende zouden hebben begeleid. Hij stelde strenge straffen in het vooruitzicht, als zou blijken dat de bureaus inderdaad tekort waren geschoten. De licentie van zestien reisbureaus werd alvast tot nader order ingetrokken.

Ook in Tunesië, dat tenminste 49 dode pelgrims had te betreuren, kreeg de hadj een politiek staartje. President Saied ontsloeg eind vorige week minister van Religieuze Zaken Brahim Chaïbi. Hoewel Saied geen toelichting gaf, werd algemeen aangenomen dat Chaïbi’s vertrek was ingegeven door onvrede over de dode bedevaartgangers. Ook onder de altijd talrijke Indonesische pelgrims vielen 240 doden, terwijl 98 Indiërs hun hadj niet overleefden.

Een Turkse pelgrim besprenkelt zich met water.
Foto Abdel Ghani Bashir

Chronische aandoeningen

De Saoedische minister van Volksgezondheid, Fahad al-Jalajel, verklaarde naderhand dat zijn land er alles aan had gedaan om de in totaal bijna twee miljoen pelgrims zoveel mogelijk te helpen. Hij wees erop dat zich onder de doden veel oudere mensen bevonden met chronische aandoeningen. De Saoedische gezondheidsdienst had in totaal 465.000 medische behandelingen uitgevoerd bij pelgrims, van wie er 141.000 niet over een vergunning beschikten.

De hadj, voor moslims in beginsel een vreugdevol moment, werd dit jaar ook overschaduwd door de verwoestende oorlog in de Gazastrook. „Onze broeders sterven en we kunnen het met eigen ogen zien”, verklaarde de 75-jarige Zahra Benizahra uit Marokko tegen televisiezender Al Jazeera.

Uit de Gazastrook zelf waren er dit jaar geen pelgrims aanwezig. Israël en Egypte hielden de grens met de Gazastrook dicht. Wel nodigde de bejaarde Saoedische koning Salman persoonlijk duizend Gazanen uit, die op het moment dat de oorlog op 7 oktober uitbrak buiten de Gazastrook verbleven. De Saoedische autoriteiten zagen er echter nauwlettend op toe dat de hadj niet het toneel werd van politieke manifestaties ten gunste van de Palestijnen of andere zaken.


Lees ook

Hitte domineert in Mekka, waar het ondanks Gaza niet over politiek mag gaan

Paraplu's moeten de pelgrims beschermen tegen de brandende zon.