Als ‘Bars’ ’s avonds in bed ligt en zijn ogen sluit, ziet hij nog steeds de Oekraïense velden vanuit vogelperspectief. Urenlang achtereen scouten hij en zijn team met drones het territorium in de regio Zaporizja af, op zoek naar de vijand. Posities in kaart brengen, aanvallen beramen, soms een bommetje laten vallen. Nadien voelt het alsof alles golft, net zoals nadat je op een boot bent geweest, zegt Andry. Bars – luipaard – is zijn bijnaam. Hij is onderofficier maar werkte vóór de oorlog als advocaat en zeilinstructeur. Achternamen geven de militairen niet.
Terwijl beelden van loopgraven, metalen rupsbanden en vurende kanonnen het soms doen lijken alsof oorlogsvoering sinds de vorige eeuw niets is veranderd, geeft de massale inzet van drones in Oekraïne de oorlog wel een nieuwe dynamiek. Een drone is zowel granaat als scout. Ze geven de strijdkrachten een haarscherpe blik op wat de vijand aan het doen is – een verrassingsaanval is nauwelijks nog mogelijk.
Hierdoor zijn drones ook bepalend voor de krachtmeting die nu langs de meer dan 800 kilometer strekkende frontlinie plaatsvindt. Dagelijkse aanvalsoperaties leiden wederzijds al maandenlang nauwelijks tot vooruitgang. „Het simpele feit is dat wij alles zien wat de vijand doet en zij alles zien wat wij doen”, zei de Oekraiense opperbevelhebber Valerij Zaloezjny woensdag in een essay, deels gepubliceerd in The Economist. Hierin gaf hij voor het eerst toe dat de oorlog zich in een patstelling bevindt. „Om deze impasse te doorbreken hebben we iets nieuws nodig, zoals het buskruit dat de Chinezen hebben uitgevonden en dat we nog steeds gebruiken om elkaar te doden.”
Zowel Oekraïne als Rusland gebruikt de drones, en ook beide innoveren in anti-drone maatregelen. Hierdoor lijkt het hoogtepunt van het voordeel dat te trekken valt uit het wapen, voorbij. „Het is moeilijker geworden dichter bij het front te werken. Dicht bij de ‘nullijn’ verliezen ze signaal en vallen ze op slag dood neer”, legt Andry uit. Zijn gezicht gaat verscholen achter een camouflagesjaal. Op zijn hoofd een legergroen visserspetje tegen de zon. In het spleetje dat overblijft twinkelen zijn ogen.
Lees ook
Met nieuwe offensieven willen Moskou én Kyiv voor de winter hun posities aan het front versterken
De vijf mannen uit het drone-team van de 108ste van de Territoriale Verdedigingstroepen zijn geen deel van de stoottroepen vooraan in de frontlinie. Hun brigade doet aan verkenning en stelt een gebied of stad veilig nadat het bevrijd is, terwijl de aanvalstroepen doorgaan met vechten. Voor het interview kwamen de mannen naar deze plek voor een demonstratie. Bij gevechtsposities is de brigade niet te bezoeken. „Dode journalisten zijn slechte publiciteit”, zegt de woordvoerder.
Radiostilte
Ieder dronemodel werkt op een aantal radiofrequenties waardoor de drone op afstand wordt bestuurd. Dicht bij het front worden die frequenties overladen met ruis, hierdoor kan de verbinding met de bestuurder wegvallen. Ook worden gps-signalen geblokkeerd, zodat ze verdwalen.
In het beste geval keren de duurdere modellen terug naar waar ze vandaan komen. In het slechtste geval is de drone kwijt. De Britse defensiedenktank RUSI raamde de Oekraïense droneverliezen afgelopen zomer op tienduizend per maand, zo’n tien keer hoger dan Oekraïne officieel toegeeft. Statisch zijn dergelijke cijfers vermoedelijk niet: Oekraïners puzzelen elke dag weer op een oplossing.
Vanwege deze luchtafweer zijn de commerciële drones nu het nuttigst om een vijandelijke aanval af te wenden. Dus in de verdediging. Op dat moment gaan de Russische militairen voorbij hun eigen positie en naar door Oekraïne gecontroleerd terrein, waar de strijdkrachten een frequentieblokkade tijdelijk kunnen opheffen en de aanvallers bestoken met bewapende drones. Mede hierom kunnen beide zijden in de oorlog moeilijk oprukken. Zodra ze doorbreken worden ze extra kwetsbaar.
De kit van het droneteam bestaat uit een rugzak met een hagelwitte Starlink-internetontvangstschotel („van Elon Musk, vriend van Oekraïne”, schertst een van de soldaten), een uitschuifbare mast met een signaalversterker, een draagbaar stopcontact en stapels quadcopters: commerciële drones met vier armen en vier propellers. Voor de aanvallen knutselen ze met allerhande explosieven. Alles dat explodeert kan onder een drone gehangen worden.
Oekraïne heeft nooit drones genoeg: er zijn talloze stichtingen en initiatieven die drones voor de troepen financieren. Het land heeft ook een budget van omgerekend bijna 1 miljard euro gereserveerd voor een programma dat het beginnen van drone-startups en andere inspanningen voor de aanschaf van drones ondersteunt.
Exportvergunningen aangescherpt
Chinese onderdelen en drones spelen een sleutelrol. Maar de weifeling hierover van China hangt als een donkere wolk boven het Oekraïense droneleger. Sinds het begin van de oorlog maakt onder andere de in China gemaakte Mavic 3 foto- en videodrone van DJI furore. De 108ste brigade demonstreert er een. Hij hangt stabiel in de lucht, kan ongestoord zo’n kilo aan lading dragen en geeft op de tablet een akelig scherp beeld. Maar China wil niet dat de drones voor militaire doeleinden worden gebruikt, en heeft de exportvergunningen aangescherpt. De Oekraïners kopen deze drones nu in Europa, en hebben zelf vol ingezet op de productie van eigen modellen.
In een kartonnen doos zit een stapel van acht quadcopters van eigen bodem. De provisorische armen doen denken aan K’Nex. Met klittenband wordt hij verbonden aan een bonkige batterij. Hij is lichter dan de Mavic en kan maar 0,6 kilo dragen, maar hij doet evengoed dienst. En waar de Mavic 3 (1.500 euro) een fractie kost van een traditioneel wapentuig, zijn de Oekraïense nóg een slag goedkoper.
Een jongere soldaat, die zich voorstelt als Dmytro, bestuurt geconcentreerd de Mavic. Hij werd pas een maand geleden gemobiliseerd en is tevreden dat hij bij de drone-brigade kwam. „Het moest er een keer van komen”, zegt hij over zijn mobilisatie. „Ik had het slechter kunnen treffen.”
De Mavic zoemt onmiskenbaar, irritant en hard boven de grond. Maken deze drones niet veel te veel herrie om een vijand te besluipen? Dmytro glimlacht onder zijn balaclava. „Nee.” Hij stuurt de drone met een noodvaart de lucht in, 200 meter boven de grond. Het geluid is weg. Tegen de heldere hemel is de Mavic met het blote oog niet meer te zien. Op de tablet die Dmytro voor zijn buik houdt, zie je haarscherp het kampement van de soldaten.
„Waar in de jaren zeventig en tachtig in theorie over werd gesproken over contactloze oorlogvoering wordt dat nu geïmplementeerd”, zei de Oekraïense analist Mykola Beleskov deze week tegen de Oekraïense omroep Suspilne. „En nu kunnen wij dat, dankzij een combinatie van conventionele artillerie en commerciële drones.”
Maar inmiddels droomt Oekraïne dus van de volgende generatie, nog moderner wapentuig, zodat de patstelling doorbroken kan worden. In zijn essay dringt opperbevelhebber Zaloezjny aan op nieuwe drone-innovatie, het ontwikkelen van elektronische oorlogsvoering, nieuwe manieren om artillerie – het wapen dat het meeste slachtoffers maakt aan het front – tegen te gaan. Ook wil hij vernieuwing in de mijnopruimingsapparatuur, waarbij hij ook denkt aan robotica. „Deze oorlog kan niet worden gewonnen met de wapens van de vorige generatie en verouderde methoden”, aldus Zaloezjny.
Maar technologische ontwikkeling kost tijd. Dus voorlopig blijven de commerciële drones een hoeksteen van de Oekraïense oorlogsinzet, ondanks terughoudend China en de aangescherpte Russische luchtafweer. Voor ieder obstakel zoeken de militairen naar een oplossing. „Pas als de vijand verslagen is, stop ik er weer mee”, zegt Andry. „Dan kun je me vinden op een zeilboot.”