‘Voor mij is dit therapie!’ roept Robbie Williams bij zijn wederopstandingsconcert

Recensie

25 jaar Williams Robbie Williams is weer een artiest om rekening mee te houden. Met zijn grijze haar in een mohawk, een gouden glitterpak vol borduursels is hij in Ziggo Dome zichtbaar fitter. Hij is er duidelijk trots op.

Robbie Williams in de Ziggo Dome
Robbie Williams in de Ziggo Dome

Foto Andreas Terlaak

Zie ’m daar zitten, even potsierlijk als ironisch. Een volop getatoeëerde, naakte Robbie Williams als Rodins’ De Denker, quasidiepzinnig in gedachten verzonken. De projectie is de hoes van zijn recente album XXV. Als de videoschermen omhoog gaan staat de Britse artiest in een andere herkenbare pose, de vuist omhoog en de benen in rockstand: Elvis Presley. Dat moet een knipoog zijn naar het pas geleden kapotslaan van een groot Brits muziekrecord: Williams passeerde Elvis met de meeste nummer-1 soloalbums (veertien).

Ineens is Robbie Williams weer een artiest om rekening mee te houden. Altijd was er nog wel ergens een show te bezoeken: een vrolijk vermakende hitscarrousel met een wat uitgerangeerde, zichzelf ook niet meer zo serieus nemende popster (in Nederland: Pinkpop, Goffertpark).

Maar nu is er werkelijk een opvallende wederopstanding van wat, voor Harry Styles, de populairste Britse mannelijke popster was. Om zijn vijfentwintigste carrièrejaar te markeren nam Williams in coronatijd XXV op. Een orkestrale plaat met zijn succesnummers, van ‘Angels’ (1997) tot ‘Feel’ (2002), ‘Come Undone’ (2003) of ‘Candy (2012)’ in nieuwe arrangementen, op begeleiding van het Metropole Orkest. Een groot succes, ook hier topte hij de albumlijst.

Met zijn grijze haar in een mohawk, een gouden glitterpak vol borduursels, een met glimsteentjes behangen tanktop en een forse zilveren ketting is Williams in een uitverkochte Ziggo Dome (de eerste van zijn drie shows hier) een soort moderne popkloon van kitschkoning Liberace. Hij is zichtbaar fitter. Is er duidelijk trots op. En de hernieuwde kennismaking in een Vegas-achtige opening – een achtmansband, drie zangeressen en zes danseressen – kan met ‘Hey Wow Yeah Yeah’ en zijn direct daverende ‘signature song’ ‘Let Me Entertain You’ ook maar duidelijk zijn. Met sardonische grijns is hij „fakking Robbie Williams” met zijn „fakking fenomenale band”.

Robbie Williams in de Ziggo Dome Foto Andreas Terlaak

Onvervalste entertainer

In de herfst van een artiestenleven komen shows met terugblikken. In het geval van de 48-jarige zanger is dat moment al pakweg twintig jaar eerder gekomen. Na heel wat successen, verkeerde afslagen (zelfdestructief gedrag, mentale problemen, rehabs) en bij vlagen weer geïnspireerde muziekperiodes is hij ouder, alcoholvrij, getrouwd en vader van vier. Maar nog altijd die onvervalste entertainer die nu graag extra sappig-theatraal terug kijkt. „Dit mag voor jullie entertainment zijn. Voor mij is het therapie!”

Tussen zelfingenomen grappig en kwetsbaar is Williams beter, of vooral constanter, dan hij in jaren was. Van crisis naar groei slingert hij in ruim twee uur langs pieken – hits in een spetterende aaneenrijging – en vooral ook de smakelijk, vol zelfspot vertelde dalen. Hoe hij mentaal ziek was, „voordat het cool was”; hoe dat was in de nineties. „Iets met seks.” (gejuich) „Iets met drugs.” (aarzelend gejuich). „Grappig, ik zie u denken, juichen we al die opnames in de kliniek van hem toe?” (gejoel). Het concert zakt in het midden in, te rommelig.

‘Red mij toch’-repertoire

Williams was het rebelse, grofgebekte jongetje uit Tunstall, Stoke-on-Trent dat uit populaire boyband Take That werd gezet wegens wangedrag. Hij klaagt over de té strenge regels van toen en toont een nooit eerder uitgezonden videoclip ‘Do What U Like’ (1991). Het beeld bevriest bij een close-up van Williams’ blote achterste. „Raar toch. Ik was 17!” Beter wordt het als hij zijn vriendschap met Oasis aanhaalt: een goed uitgevoerde cover van ‘Don’t Look Back in Anger’.

Wiliams zangstem is lager, hij klinkt rafeliger dan vroeger. Zijn liedjes komen in twee categorieën: de van popbombast druipende, zelfverheerlijkende songs en het ‘ik ben zo alleen, red mij toch’-repertoire. Als het dansfeestje áán is, heeft hij flink wat vocale ondersteuning nodig. Hij jakkert dan, omgegeven door danseressen, over de catwalk, vergeet te zingen, publiek trekt aan alle kanten zijn aandacht.

Maar in de ballads moet Williams wel voluit, al missen sommige zoet gesausde arrangementen de pit van toen. Dat de strijkers via de video meespelen (en ook niet van het Metropole zijn) is opmerkelijk. Blazers heeft hij wel zelf mee. ‘Eternity’ wordt zeer genietbaar. Ook sterke uitvoeringen zijn er van het stevig door de band neergezette rocknummer ‘Old Before I Die’, ‘Feel’ in laserlichten, ‘Kids’ (toen met Kylie nu met een van zijn zangeressen) en discodanshit ‘Rock DJ’.

Uit alles blijkt hoe de showman zijn nieuwe leven ten volste viert. „No Regrets”, zingt hij in de toegiften. En het houdt niet op. Zelfs in badjas ná het concert: gezellig akoestisch liedjes met het publiek.


Pop Jazz World Bekijk een overzicht van onze recensies over pop, jazz en world