Voor griezelen anno nu voldeed het oude Spookslot niet meer

Het was jaren geleden dat zóveel bezoekers in één jaar de Efteling bezochten. De komst van het Spookslot in 1978 betekende een boost voor het pretpark in Kaatsheuvel. Wie er toen bij was zal het zich nog herinneren: de lange rij die tot ver buiten het met grafzerken bezaaide plein al begon. En hoe je, eenmaal binnen, vanuit de griezelig donkere gang meerdere malen de complete Danse Macabre van Camille Saint-Saëns zacht hoorde afspelen door de dikke (nep-)stenen toegangsdeuren die naar de hoofdshow leidden. Een show – in die tijd een ongekend staaltje techniek – die wel 10 minuten duurde, vol lijken, geesten, bewegende grafstenen en magistrale muziek. Daarna snel om het kasteel lopen en nog een keer in de rij staan. Het Spookslot was een sensatie. Kate Bush nam er meerdere videoclips op.

Begin 2022 bracht de Efteling het nieuws naar buiten dat het Spookslot gesloopt zou worden. De attractie trok te weinig bezoekers, was „verouderd”, en daarom was besloten er een meer eigentijdse griezelattractie voor in de plaats te zetten. Fans van het eerste uur, inmiddels vijftigers, maar ook jongere trouwe bezoekers reageerden onthutst: het Spookslot hóórde bij de Efteling. Het pretpark werd gebrek aan historisch en nostalgisch besef verweten; Anton Pieck (1895-1987), geestelijk vader van het beroemde Sprookjesbos, zou zich omdraaien in zijn graf, viel meermalen te lezen in boze reacties op sociale media. Er werden meerdere petities gestart om sloop van het Spookslot te voorkomen, die meer dan 12.000 keer werden ondertekend. Het mocht niet baten. Het Spookslot ging tegen de vlakte en afgeschermd voor nieuwsgierige blikken werd op diezelfde locatie twee jaar lang gebouwd aan zijn opvolger, de Danse Macabre.


Lees ook

dit opiniestuk uit 2022: ‘Met de sloop van het Spookslot berooft de Efteling zich van haar ziel’

Met de sloop van het Spookslot berooft de Efteling zich van haar ziel

Waarderingscijfer

„Attracties zijn op een gegeven moment aan het eind van hun levensduur”, vertelt directeur Koen Sanders twee weken voor de opening aan NRC. „Dat was ook het geval bij het Spookslot. In zo’n situatie staan we altijd op een Y-splitsing zoals wij dat noemen: gaat het om een attractie van iconische waarde voor de Efteling, die bovendien hooggewaardeerd wordt door bezoekers? In zo’n geval kiezen we voor één op één herbouw, wat in het verleden ook is gebeurd bij bijvoorbeeld Doornroosje en Hans en Grietje – zonder dat de bezoekers zien dat het nieuw neergezet is.” Hooguit worden enkele details verbeterd, zegt Sanders, „de rest blijft identiek. De tekeningen uit de begintijd [van Anton Pieck] zijn nog altijd leidend daarbij.”

Het Spookslot was op, en kreeg een waarderingscijfer van 6,88. Bij ons is de ondergrens een 8

Koen Sanders
directeur Efteling

Maar, vervolgt hij, er zijn óók attracties die misschien wel iconisch zijn gezien de geschiedenis, maar nu niet meer als zodanig worden herkend. „Het Spookslot was op, en kreeg een waarderingscijfer van 6,88. Bij ons is de ondergrens een 8. Er kwam ook vrijwel niemand meer. Dan is één op één herbouwen geen optie meer. We stellen onszelf dan de vraag: wat is de functie van de attractie binnen het totale palet. In dit geval: hoe kunnen we de aard van het Spookslot behouden, ofwel hoe behouden we het griezelen. Door zoveel mogelijk elementen uit het Spookslot opnieuw terug te laten komen in Danse Macabre noem ik de nieuwe attractie het ultieme eerbetoon.”

Terugblikkend begrijpt Sanders de emoties rond de sloop heel goed, zegt hij: „Wat we fout hebben gedaan: we zijn twee jaar lang bezig geweest met het Spookslot eer aandoen, dat gebeurde uiterst zorgvuldig, ook in overleg met de nabestaanden van ontwerper Ton van de Ven [1944-2015]. Zij waren laaiend enthousiast: ‘Zo had papa het bedoeld’. Wij stonden er dus helemaal achter. We gingen ervan uit dat mensen wel zouden snappen dat we zo zorgvuldig te werk zouden gaan bij zo’n icoon.” Dat was, stelt Sanders, „een grote inschattingsfout. We hadden dat veel beter moeten uitleggen.”

Grote draaischijf

Om de geesten, ook van de om het Spookslot treurende critici, rijp te maken voor diens opvolger pakte het pretpark flink uit, onder meer met gelikte filmpjes die telkens een stukje van de sluier oplichtten. Voor de opening woensdagavond, met muzikale spektakelshow in en op de buitenkant van het – wederom – verweerde slot (officieel ‘kapel’), waren 600 Eftelingfans ingeloot die – na de eerste twee ritten met genodigden en pers – de Danse Macabre nu alvast konden bezoeken.

Na uren wachten op weg naar de Danse Macabre: woensdagavond mochten 600 mensen die waren ingeloot na de officiële opening voor genodigden en pers alvast in de attractie.
Foto Merlin Daleman

Het moet gezegd: de attractie is een technisch hoogstandje. Stond je in het oude Spookslot achter een ruit te kijken naar dansende objecten en figuren, ditmaal danst de bezoeker zelf mee. In een grote ronde ruimte, gezeten in een van de zes koorbanken waar telkens 18 mensen in passen, voel je de wind door je haren suizen dankzij een grote draaischijf van 18 meter doorsnee en voor elke koorbank ook weer een eigen draaischijf, die je laten stijgen, dalen en kantelen, opgezweept door – wederom – de Danse Macabre, al klinken ditmaal slechts fragmenten. Vanuit de banken zwier je langs nieuwe – technisch vernuftig gemaakte – figuren, maar ook elementen die één op één uit het Spookslot afkomstig lijken te zijn. De show duurt wel fors korter dan die in het oude Spookslot: na slechts drieënhalve minuut staat de bezoeker weer buiten.

De zes koorbanken in de Danse Macabre staan op draaischijven.
Foto Merlin Daleman

Dit wordt deels gecompenseerd door de geheel nieuwe opzet van het zo gehate fenomeen wachtrij, met onverwachte griezelelementen in de openlucht om alvast in de sfeer te komen. Het verhaal rond de nieuwe attractie, over dirigent Joseph Charlatan die samen met zijn orkest in 1876 spoorloos verdween maar nu lijkt te spoken in het ‘bezeten’ Huyverwoud, komt niet alleen tot uiting in de voorstelling zelf, maar ook in de tijd daarvoor. De Efteling wilde de attractie tot een intensere beleving maken door het hele gebied om de attractie heen in griezelsferen te ontwikkelen, tot aan de toiletten toe – zelfs de bediening in de in het Huyverwoud gesitueerde horecagelegenheid is ronduit onaangenaam. Zo bouwt de spanning zich tijdens het wachten gestaag op, was de filosofie hierachter. Op de openingsdag werkt dat: een enkel jong kind vindt het in de wachtrij te eng worden en durft niet meer verder.

Overtreffende trap

De vraag of de Efteling geslaagd is in zijn streven naar het ‘ultieme eerbetoon’ aan het oude Spookslot kan bevestigend worden beantwoord, afgaand op de reacties van de eerste bezoekers aan de Danse Macabre. Het gezin Blondé, voor deze preview vanuit het Belgische Ieper naar Kaatsheuvel gereisd, komt breed lachend naar buiten. „Heel mooi en aangenaam”, zegt vader Glenn. „Een ervaring. Een hele goede vervanging van het Spookslot”, vult zijn vrouw Peregrine aan. Ook de puberkinderen Rhune (16; „veel beter dan het Spookslot, er is veel meer te zien en de decoratie en personages zijn heel goed”), Lyam (16; „ik wist niet waar ik moest kijken”), Xaro (18; „heel erg fascinerend”) zijn opgetogen.

Frank de Vries uit Franeker („van de Elfstedentocht”) vindt het „schitterend, heel mooi gebouwd, zowel binnen als buiten”. Hij spreekt van „een waardige opvolger, het Spookslot in de overtreffende trap”. Zijn vrouw Mirjam vond het vooral „heel leuk dat je in de rondte gaat, en de hoogte in”. Dochter Anna van 8 – de adviesleeftijd is 8 jaar en ouder – was „heel zenuwachtig van tevoren, ik vond het best eng en spannend, maar wel heel leuk”. Vriendinnetje Marije (9) vond de rij best eng: „Ze liepen met lampjes rond en keken boos, toen dacht ik: waar ben ik aan begonnen, maar eenmaal binnen viel het wel mee”; het tweede vriendinnetje dat mee mocht, Jildou van 8, is het daarmee eens: „Alles was precies goed.” Zoon Leon (11): „Het was spannend, maar niet té spannend. Het mooiste was toen de dirigent zijn hoofd omdraaide.”

In de wachtrij worden bezoekers alvast in de stemming gebracht.
Foto Merlin Daleman

Nick Slaman uit Liende is hier met drie generaties. Hijzelf vond het, net als zoon Jesse van 8 die stuiterend rondloopt, „een superattractie. Heel mooi opgezet. Het oude was mooi, maar dit is mooier. Je wordt meegenomen in het verhaal, en zo zelf onderdeel van het spookhuis. Bij het oude spookhuis keek je ernaar.” Zijn vader, Jan Slaman, was groot liefhebber van het oude Spookslot. „Daar ging ik altijd heen, ik ben er in al die jaren zeker vijftig keer in geweest en zag nog iedere keer wat nieuws. Dat het ging verdwijnen vond ik heel erg.” Toch kan hij er nu, net uitgestapt, mee leven zegt hij: „De Danse Macabre viel me 100 procent mee. Het is fijn dat zoveel details van het oude Spookslot bewaard zijn gebleven. En dit is meer iets voor de nieuwe generaties.” Het ging alleen „wel heel snel”, zegt hij: „Ik denk dat ik de tweede keer meer zal zien.” Al met al is het toch echt „een aanwinst voor het park”, besluit Slaman.

Sprookjesbos

Onder een deel van de oudere Eftelingbezoekers leven ondertussen wel zorgen dat meer oude attracties zullen worden vervangen door flitsender varianten – moeten straks wellicht ook de Indische Waterlelies het veld ruimen? Of de paddenstoelen waaruit de klavecimbel klinkt? „Absoluut niet”, zegt Efteling-directeur Koen Sanders stellig. „De liefde voor het eigen erfgoed zit er bij ons heel erg in. Wij zorgen ervoor dat de Efteling uniek zal blijven. Ik durf ook wel te stellen dat Danse Macabre nergens anders in de wereld had kunnen staan. Wij vertellen ook een verhaal.” Ook in attracties als Villa Volta, Fata Morgana en Droomvlucht komt dat tot uitdrukking, en zelfs in een achtbaan als de Baron1898, benadrukt hij. De Efteling zal dan ook zeker niet opschuiven naar Walibi, verzekert Sanders: „Het Sprookjesbos is het hart van de Efteling. En dat hart moet blijven kloppen.”