N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Langs de kust Hoe is dat, dagelijks leven aan, met, of van de Noordzee? Frequente strandgangers in Camperduin vertellen. ‘Zeetje kijken’, dat is gewoon even kijken hoe de zee erbij ligt.
Willem de Rover (78), strandvonder ‘Alleen met oostenwind heb ik hier niets te zoeken’
„De zee, die was alles voor ons. Je kon een glazen bal vinden van 15 cent, of een boei die je kon verkopen voor een kwartje. Een jongensdroom. Ik denk dat het hele strand destijds, toen we 14, 15 waren, nooit onbezet was; er liepen altijd jongens. Planken, boeitjes, glazen ballen: iedereen had wat.”
De 78-jarige Willem de Rover doet zijn naam eer aan: in zijn jongere jaren hield hij zich bezig met jutten. Zoals veel van de jongens uit Groet met wie hij opgroeide. In 1984 volgde hij op diens verzoek de legendarische Simon Gutker op als strandvonder. Ook na zijn dood waakt Gutker nog over de Noord-Hollandse kust, zijn massief bronzen beeld kijkt uit over de Noordzee bij Camperduin .
De Rover werkt voor de gemeente Bergen, waar Camperduin onder valt. Een robuuste man met spierwit haar; hij straalt het buitenleven uit. De Rover legt een lijvig boekwerk op tafel met zijn vondsten van de afgelopen twee jaar. Talloze boeien in verschillende vormen en maten, zwaargewonde bruinvissen, maar ook twee zandsculpturen van zeehonden met zeewier als groen, sluik haar op de kop.
Alles heeft De Rover zo’n beetje gezien. Niet zo gek, als je bedenkt dat hij zo’n 325 dagen per jaar op het strand loopt. „Ik ga meestal elke ochtend, alleen met oostenwind heb ik er niets te zoeken.” Oostenwind waait vanuit het land, dus dan spoelt er nauwelijks iets aan. Hij kent het strand en de zee als geen ander en werkt samen met de gemeente, politie en douane.
Door zijn ervaring herkent De Rover vaak in één oogopslag verdachte situaties, zoals een auto die niet op het strand thuishoort. Die ervaring ontbreekt bij de instanties, zegt hij. „Van de douane komen er elke keer nieuwe mensen.” Bijvoorbeeld voor een smokkelcontrole. „Je ziet een paar mensen met hoofdlampjes op zoek naar verdachte pakketjes.” Erg onopvallend gaan ze niet te werk. „Dat je denkt: wij hebben jullie allang al gezien.”
Heeft hij de zee en het strand zien veranderen? „Als je hier elke dag rijdt, heb je veranderingen niet gauw door.” Toch is de kustlijn constant in beweging. „Je ziet een hele zandbank voor je snufferd tevoorschijnkomen, één noordwesterstorm en alles is weer vlak.”
Iris Benschop (40), ruiter en paardencoach ‘De zilte lucht, de zee op de achtergrond, een gevoel van ruimte’
Foto Simon Lenskens
„Het is de vrijheid die je voelt in je ademhaling.” Voor ruiter en paardencoach Iris Benschop, is de band met de zee een gevoelskwestie. Ze groeide op in Heiloo, nu woont ze in Camperduin, waar ze zelf rijdt en met behulp van paarden mensen helpt om weerbaarder te worden.
Voor Benschop is de vroege ochtend hét moment om de zee op te zoeken. Het liefst met paarden. „Als je dan om zeven uur ’s ochtends gaat rijden, ben je één met de paarden, het strand en de natuur. We kijken misschien wel vaak naar de zonsondergang, maar juist de zonsopkomst is schitterend.”
Achter Benschop en haar paard rennen in de branding geregeld twee andere paarden vrij mee. „Ik vind het belangrijk dat jonge paarden vrij kunnen bewegen. Dat ze leren kijken waar ze lopen.”
Wat maakt de vroege ochtend aan zee zo mooi? „Dan is het stil, dan is er nog niemand. Het geluid van de zee maakt je helemaal rustig.” Ook op de paarden hebben deze ritjes een positief effect merkt ze. „De paarden worden ‘fris’, ze gaan altijd briesen.”
Met haar paarden coacht Benschop onder anderen veteranen, oud-mariniers en politiemensen die traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt. „De paarden nemen eigenlijk spanning weg bij mensen.” De aanwezigheid van de dieren is volgens haar al genoeg.
Behalve mensen met psychische problemen helpt Benschop ook paarden die zelf getraumatiseerd zijn, door een slechte behandeling. „Het paard is een van de gevoeligste dieren.”
In het omgaan en het coachen van dieren en mensen speelt de zee voor Benschop een cruciale rol. „Je ruikt de zilte lucht, je hoort de zee op de achtergrond, je hebt een gevoel van ruimte, en de paarden halen je uit je hoofd.”
Krijn Grün (48), surfer ‘Als je er elke dag bent is het strand een andere wereld’
Foto Simon Lenskens
Al zo’n dertig jaar is Krijn Grün (48) actief op het strand van Camperduin. Als surfer, medebeheerder van een aantal strandtenten en organisator van activiteiten op en bij de Noordzee. „Ik voel me altijd nog een soort van rookie, ten opzichte van een aantal locals hier.”
Zelfs na dertig jaar voelt hij zich soms nog een nieuweling, omdat hij in tegenstelling tot andere Camperduiners niet in de omgeving is opgegroeid. Maar onderling zijn de banden hecht, ook met de omgeving en vooral met de zee.
Een typische uitdrukking hier is volgens Grün ‘Effe zeetje kijken’. Die woorden zijn in zijn ogen „bijna allesomvattend”. Soms gaat hij gewoon even kijken hoe de zee erbij ligt, alsof het zijn eigen achtertuin is. Zeetje kijken doe je volgens hem niet door een hele dag op het strand te gaan liggen. „Ik heb al dertig jaar niet op een kleedje gelegen.”
De liefde voor de omgeving zit diep bij Grün. „De zee, maar ook het strand, is voor mij echt een plek om te spelen. Te spelen met de golven. Dat is echt wat me drijft.”
„Iedereen die hier vaak komt, heeft veel ervaring opgebouwd in het leven met de zee en daarmee eigenlijk kennis die buitenstaanders niet hebben.”
Grün legt uit dat veel mensen in Camperduin, vooral degenen die bij de reddingsbrigade zitten, precies weten wat ze kunnen verwachten van de zee. Hij wijst: „Als de wind daarvandaan komt, met dat getij, gebeurt er hier dit op het strand. Of: die moet daar en daarvoor oppassen.”
Dat is volgens hem voor toeristen en recreanten moeilijk te bevatten. „Veel mensen uit de stad die alleen hun kleedje komen neerleggen, zien dat niet. Dat is echt een stukje van de mensen die, zoals wij, functioneel gebruikmaken van het strand. Het is een andere wereld als je die elke dag meemaakt.”
Jack Zwagerman (49), visser ‘Alles uit zee halen, ook toeristen in nood’
Foto Simon Lenskens
Jack Zwagerman (49) leeft al zijn hele leven met de zee. Met zijn boot vaart hij uit om op een kleinschalige wijze, met hengels en kleine netten, vis te vangen. „Het grootste deel van de vangst gaat naar de veiling in IJmuiden, maar ik lever ook ook aan de lokale gastronomie.”
Zeedieren zijn voor Zwagerman belangrijk. Van de vissen die hij vangt tot de bruinvissen en zeehonden die hij – al dan niet gewond – aantreft op het strand. Hij en strandvonder Willem de Rover kennen elkaar goed. Als Jack Willem aanspreekt zegt hij ‘Ome Willem’.
Door het werk op zee zit Zwagerman „echt op de elementen”. Dat straalt hij ook uit. „Je kijkt naar de wind en het getij en in die twee, drie uurtjes moet de vis gevangen zijn.’’ Dat levert een schat aan ervaring op. „Het hele ecosysteem kan ik vrij goed aflezen. Ook de vogeltjes in de lucht, de dingen op het strand.”
De concurrentie met andere vissers valt mee, zegt hij. „De helft van de vloot is gedecimeerd, door regelgeving zijn ze ermee opgehouden.” Zwagerman kan zich onderscheiden door zijn vangst direct te leveren aan toprestaurants in de buurt.
Ook voordat hij twee decennia terug begon als visser, was hij veel op het strand. „Ik werkte op het strandpaviljoen. Opbouwen en afbreken en in de zomer werkzaamheden op het strand.” Hij zat jarenlang bij de reddingsbrigade, zoals veel mensen in de omgeving. Door al het werk dat hij erbij doet, zoals onderzoeken voor zeehondenopvang Ecomare op Texel, kan hij van het strand en de zee leven. Hij onderzoekt bijvoorbeeld het ecosysteem bij zijn stekje aan de Noordzee.
Zwagerman leeft van dag tot dag met de zee, zo is geen dag hetzelfde. ,,Als het rustig weer is, zijn we aan het vissen. Als er mooie golven staan, gaan we surfen. En als er andere dingen zijn, of toeristen in nood, dan haal je die uit zee.”
Foto’s: Simon Lenskens
Illustraties: Indra Bangaru