Voor de Egyptenaar wordt het brood drie keer zo duur. Leidt dat tot sociale onrust?

Bij een bakker in de drukke volkswijk Ard al-Liwa in Caïro komt ’s ochtends een constante stroom van vers, nog bolstaand pitabrood uit de oven. In Egypte wordt dit nationale, zogeheten baladi-brood al decennia door de regering gesubsidieerd. Deze maand werd de prijs met 300 procent verhoogd.

De eigenaar van de bakker, een man van 42 die niet met zijn naam in de krant wil, is stellig. „Dit brood is het beste en het gezondste brood in Egypte vanwege de voedingsstoffen in het meel.” Hij verwacht niet dat mensen door de prijsstijging minder brood zullen kopen, maar eerder zullen korten op andere levensmiddelen, zoals vlees of fruit.

Brood is een fundamenteel onderdeel van het Egyptische dieet en de cultuur, het wordt doorgaans bij iedere maaltijd gegeten. In Caïro is het een kenmerkend straatbeeld: fietsende broodbezorgers die vanuit de talloze bakkers in de stad door de drukke straten slingeren, op weg naar verkooppunten.

Toen in 1977 de regering de broodprijs verhoogde, brak een opstand uit: de brood-intifada

Brood is een van de producten die door de regering worden gesubsidieerd. Bijna driekwart van de ruim 106 miljoen tellende Egyptische bevolking heeft, op basis van criteria zoals inkomen en bezit, recht op gesubsidieerd brood. Met een pasje kunnen zij vijf pitabroden per gezinslid per dag kopen voor een lage prijs. De bakkerijen die dit type brood verkopen, ontvangen vervolgens een vergoeding van de regering voor de broden die zij hebben verkocht. Vanaf deze maand kost een brood niet langer 5, maar 20 piaster per stuk. Ter vergelijking: 100 piaster is ongeveer 0,020 euro.

Het besluit van de regering komt te midden van een zware economische crisis, gekenmerkt door een devaluatie van het Egyptische pond, torenhoge inflatie, een gebrek aan buitenlandse reserves en hoge schulden. Het verwachte begrotingstekort voor dit jaar is 7,65 procent van het bbp (in Europa is maximaal 3 procent de richtlijn). Naar schatting 60 procent van de Egyptische bevolking leeft tegen of onder de armoedegrens.

Egypte leunt op leningen van het Internationaal Monetair Fonds en moet als voorwaarde grondige economische hervormingen doorvoeren. Al decennia is de aanpak van het kostbare subsidiesysteem een heikele kwestie in Egypte, vanwege de sociale implicaties en mogelijke onrust.

Terwijl de Egyptische regering gaat korten op de broodsubsidie, geeft het miljarden uit aan megaprojecten zoals de bouw van een nieuwe hoofdstad buiten Caïro en wegennetwerken. Volgens critici komt de last van de noodzakelijke economische hervormingen nu bij de armen te liggen.

Graanimport

In de kleine bakkerij van Mustafa (43) in de wijk Sayyida Zaynab is het warm en druk en alles is bedekt met meel. Hier maken ze het wittere siyahi, of ‘toeristenpitabrood’, dat voor 150 piaster per stuk wordt verkocht.

Pitabrood, het zogeheten baladi-brood, is al decennialang gesubsidieerd, maar wordt nu drie keer zo duur.
Foto Mohamed Abd El Ghany/Reuters

Volgens medewerkers en klanten van deze bakker is het gesubsidieerde brood van slechtere kwaliteit. „Dit brood is veel lekkerder”, zegt Mustafa, wijzend naar de oven en opgestapelde zakken meel, afkomstig van het platteland van al-Fayoum, een stad ten zuiden van Caïro. „Ons meel is licht, het gesubsidieerde meel is donker.”

Ondanks deze lofzang op het wittere siyahi-brood bevat het baladi-brood doorgaans meer voedingsstoffen en mineralen. „Het belang voor Egyptenaren om het calorierijke gesubsidieerde brood te verkrijgen, kan niet overschat worden”, zegt onderzoekster Jessica Barnes van de Universiteit van South Carolina. Brood wordt massaal gegeten en is betaalbaar voor de armen. Wanneer er niet genoeg brood geproduceerd zou kunnen worden, is dat voor zowel de regering als de bevolking een „existentiële bedreiging”, zo schrijft ze in haar boek Staple Security (2022), over de politieke, sociale en culturele rol van brood in Egypte.

„Met een almaar groeiende bevolking, moet de overheid ook aan genoeg graan zien te komen”, zegt Barnes. „Dat heeft door de jaren heen regelmatig voor spanningen en problemen gezorgd.” Zo ook na de Russische invasie van Oekraïne. Egypte is, naast de lokale productie, de grootste graanimporteur ter wereld, tot 2022 met name uit Rusland en Oekraïne.

„Na de invasie werden Egyptische boeren gestimuleerd om meer graan te verbouwen en te verkopen aan de regering”, zegt Barnes. „Maar uiteindelijk is de balans tussen binnenlands en buitenlands geproduceerd graan niet significant veranderd.” De regering is zich bewust van het risico dat graanleveranties wegvallen en heeft een wereldwijd netwerk van leveranciers, vertelt Barnes. „Ook gebruikte het geld van internationale leningen om de hoge kosten van het graan te dekken.”

Druk van de IMF

Dat de Egyptische regering juist nu het besluit heeft genomen om de prijs van brood te verhogen heeft volgens Wael Gamal, onderzoeker bij de mensenrechtenorganisatie The Egyptian Initiative for Personal Rights (EIPR), alles te maken met druk van het IMF, waarmee Egypte vanaf 2022 nieuwe overeenkomsten sloot voor 8 miljard dollar aan leningen. Die leningen werden gekoppeld aan grondige economische hervormingen.

„De regering staat onder druk om het begrotingstekort aan te pakken wat betekent dat er flink gesneden moet worden in de uitgaven”, vertelt Gamal in het kantoor van EIPR in een middenklassewijk in Caïro. „Maar het gesubsidieerde brood heeft daar met 1,6 procent van de uitgaven niet eens zo’n groot aandeel in. Ruim 60 procent van de publieke uitgaven gaat naar schuldafbetaling en rente.”

„De timing van de prijsverhogingen is heel slecht”, zegt Gamal. „Door de verschillende inflatieschokken van de afgelopen jaren, Covid, en de devaluatie van het Egyptische pond staan de armste gezinnen in Egypte onder druk.”

De meeste Egyptenaren zijn afhankelijk van brood voor hun dagelijkse calorieën, benadrukt Gamal. „Het percentage Egyptenaren dat in absolute armoede leeft, zal door het besluit stijgen. Het is duidelijk dat de last van de IMF bij de armen komt te liggen, niet bij het bedrijfsleven of de rijken. Het is een politieke beslissing.”

Jaren vijftig: ‘sociaal contract’

Volgens Barnes is het ondanks de kritiek op de Egyptische regering een prestatie dat het subsidiesysteem al decennialang functioneert en dat er degelijk brood wordt geproduceerd voor miljoenen Egyptenaren.

De subsidie op brood in Egypte gaat terug tot de Tweede Wereldoorlog. In de jaren 50 werd het subsidiesysteem onderdeel van president Gamal Abdel Nassers Arabisch socialistische ideologie, waarbij het volk zich van brood en andere basisvoorzieningen verzekerd zag in ruil voor het ontbreken van politieke vrijheden.

Dit ‘sociaal contract’ droeg ook een dreiging met zich mee: bij een gebrek aan brood lag politieke instabiliteit op de loer. Toen de regering van president Anwar Sadat in 1977 de prijs van brood verhoogde, brak een opstand uit – al snel de ‘broodintifada’ genoemd – met tientallen doden en gewonden tot gevolg. Sadat draaide het besluit na twee dagen terug.

President Hosni Mubarak was – tot vorige maand – de laatste die in 1989 de prijzen verhoogde. De laatste jaren heeft de regering zich in allerlei bochten gewrongen om op andere, onopvallender manieren kosten te besparen. Zo werd het gewicht van ieder gesubsidieerd broodje geleidelijk teruggebracht van 160 naar 90 gram.

De afgelopen jaren werden al subsidies teruggeschroefd op elektriciteit, brandstof en water. „Het brood was echt het laatste onderdeel van het subsidiesysteem dat de armen beschermt”, zegt Gamal. Bovendien blijft het waarschijnlijk niet bij deze prijsstijging. Anonieme regeringsbronnen vertelden aan de onafhankelijke Egyptische nieuwswebsite Mada Masr dat er vanaf nu periodieke prijsverhogingen zullen komen.

Ingehouden onvrede?

Het is zeer de vraag of Egyptenaren ditmaal de straat op gaan. ‘Brood, vrijheid, sociale rechtvaardigheid’ was in 2011 de bekendste slogan van de Egyptische revolutie die leidde tot het vertrek van president Mubarak. Eish betekent in het Egyptisch Arabisch zowel brood als leven. De slogan verwees dan ook zowel letterlijk naar het belang van brood in Egypte, als symbolisch naar de dagelijkse strijd om in levensonderhoud te kunnen voorzien na decennia economisch beleid dat de kloof tussen arm en rijk verder had vergroot.

Maar demonstreren is inmiddels bij wet verboden in Egypte. Wie toch de straat op gaat, riskeert arrestatie, zoals onlangs nog gebeurde met demonstranten tegen de oorlog in Gaza en Egyptes banden met Israël.

„Politiek gezien denkt Sisi dat hij het besluit wel kan nemen”, zegt Gamal. „Hij presenteert de broodsubsidie als een slechte economische structuur die hij van zijn voorgangers heeft geërfd. Hij schept er zelfs over op dat hij de leider is die het wel aandurft om de subsidies aan te pakken, denkend aan de toekomst van het land.”

Volgens Barnes is het causale verband tussen brood en sociale onrust te simplistisch, ook al wordt dit vaak uitgedragen door politici en commentatoren. „Natuurlijk draagt het aanpakken van de subsidies politieke risico’s met zich mee, maar de redenen waarom mensen de straat op gaan zijn uiteindelijk complex.”

Tot nu toe blijft het stil in Egypte. „Uiteraard zijn er geen protesten tegen de broodprijzen, of polls die de onvrede daarover uitwijzen, maar de woede is wel degelijk voelbaar”, zegt onderzoeker Gamal. „Deze beslissing komt nog bovenop de bestaande onvrede over de toegenomen stroomuitval en de Egyptische opstelling jegens Gaza.”

In de rijen bij de bakkers in Caïro is van onvrede weinig te merken. Wel dat mensen liever niet het achterste van hun tong laten zien uit angst voor repercussies.

Abdallah (39), de eigenaar van een bakkerij in Sayyida Zainab, zegt dat hij zelf nauwelijks kan rondkomen. Hij staat op de stoep voor de kleine ruimte van zijn bedrijf, voor een kwart in beslag genomen door de oven. „Ik wil trouwen, maar ik verdien niet genoeg om dat te kunnen betalen.”