De Volksbank moet op korte termijn op zoek naar twee nieuwe directeuren. Bestuursvoorzitter Martijn Gribnau en risicodirecteur Jeroen Dijst lieten vrijdag weten niet beschikbaar te zijn voor een nieuwe termijn na de aandeelhoudersvergadering in april. De Volksbank, waar onder meer SNS en ASN onder vallen, verliest daarmee zijn twee belangrijkste bestuurders.
Gribnau (59) kreeg bij zijn aantreden in 2020 de opdracht mee om in vijf jaar tijd de Volksbank, die sinds 2013 in handen is van de Nederlandse staat, financieel en operationeel sterk genoeg te maken voor een beursgang of een verkoop. Dat viel niet mee. De Volksbank is al jaren te sterk afhankelijk van de rente-inkomsten, waar concurrenten als ABN Amro of ING ook winst uit andere diensten haalden, zoals beleggingsadviezen. Gribnau ontvouwde in 2021 een nieuwe strategie die ervoor moet zorgen dat de Volksbank een breder palet aan financiële diensten en producten kan aanbieden.
Hoofdpijndossiers
De lage rente drukte tot 2021 de verdiensten van de bank flink. Pas toen de rente in 2022 ging stijgen, kreeg de bank weer wat lucht: bij de halfjaarcijfers in augustus werd een nettowinst van 248 miljoen euro gepresenteerd, ruim een verdubbeling van dezelfde periode een jaar eerder.
Lees ook
‘Mijn eerste werkdag hier was memorabel, bizar en verdrietig’
De risicobeheersing en het toezicht op witwaspreventie waren de afgelopen jaren hoofdpijndossiers voor de Volksbank. In augustus kreeg de bank van toezichthouder DNB te horen dat het tekortschoot bij het screenen op witwas- en terrorismeactiviteiten. De bank moet voor april 2024 concrete verbetering laten zien. Ook kreeg de Volksbank een boete van 4,5 miljoen euro van de Europese Centrale Bank: de bank schatte jarenlang risico’s van leningen aan Zwitserse kantons en regionale banken te laag in.
De Volksbank was de afgelopen jaren een aantal keer toneel van bestuurlijke ruzies en wisselingen. Met de komst van Gribnau werden de raad van bestuur en de raad van commissarissen van de Volksbank op verschillende plekken gewijzigd. Een verkoop of beursgang van de Volksbank zou pas aan de orde zijn als er rust en stabiliteit zou heersen bij de bank – en daar helpt de directiewissel van nu volgens demissionair minister Kaag (Financiën, D66) niet bij. Dat ziet Gribnau zelf ook zo, zegt hij in een telefonische reactie. Toch staat hij achter zijn aanstaande vertrek.
U schrijft in uw verklaring dat dit als een „logisch moment” voelde om op te stappen. Is er niet juist nog heel veel werk te verrichten?
„Mijn reden om niet nog een termijn aan te nemen is tweeledig. Ik ben een veranderaar, ik ben goed in dingen in beweging zetten. Meer nadruk op data, investeren in onze poortwachtersfunctie. Dat hebben we de afgelopen vier jaar gedaan en daarvan zijn de eerste resultaten nu zichtbaar. De fase die de Volksbank nu ingaat, vraagt iemand met andere vaardigheden. Iemand die de ingezette koers nu verder kan doorvoeren.
„Daarnaast spelen persoonlijke redenen. Het waren vier heel mooie, maar ook hele intensieve jaren. Onder andere door de coronacrisis, waarin ik mijn vrouw maandenlang niet heb gezien. Ook heb ik in die jaren een aantal mensen in mijn omgeving verloren en zien worden aangetast door ziekte terwijl ik niet bij hen kon zijn. Dan ga je toch denken: wil ik nog vier jaar zo door? Ik ben met mijn partner tot de conclusie gekomen: Martijn, time-out.”
In hoeverre speelde mee dat veranderingen bij de Volksbank misschien langzamer gingen dan gedacht?
„Dat speelt geen rol bij deze beslissing. Voor mij is het juist: hoe complexer hoe leuker; ik haal daar energie uit. Ik heb zeer bewust gekozen bij de Volksbank te gaan werken en ga ook zeker niet weg met rancune. Ik heb aangegeven open te staan om in de toekomst nog coaching of advieswerk voor de Volksbank te doen. Tot de aandeelhoudersvergadering ga ik 200 procent geven om nog zo veel mogelijk te bereiken.”
Dat u en risicodirecteur Jeroen Dijst tegelijk opstappen is wel een flinke klap voor de bank en vertraagt mogelijk de beursgang of de verkoop.
„Tja. Dat is puur toeval geweest. Jeroen Dijst zat aan het einde van zijn tweede termijn, en besloot niet verder te gaan. Dat is niet heel ongebruikelijk. Wat de gevolgen zijn voor het besluit van de minister over verzelfstandiging, dat moeten we afwachten. Het dossier is niet controversieel verklaard, dus dat wordt gewoon behandeld. Het is nu aan de Raad van Commissarissen om geschikte opvolgers te vinden, en ik heb de volledige overtuiging dat dit gaat lukken.”
Heeft u al iemand van het ministerie van Financiën gesproken vandaag?
„Nog niet. Maar dat zal vast snel gebeuren – de relatie met de aandeelhouders is heel goed.”
Leeslijst