Volgens Franse moslims staat moord in moskee niet op zichzelf, minister Retailleau onder vuur

De moord op Aboubakar Cissé (21) staat niet op zichzelf. Dat schrijft de rector van de Grote Moskee van Parijs Chems-eddine Hafiz in Le Monde, een kleine week nadat de Malinese Cissé werd doodgestoken in een moskee in La Grand-Combe, een stadje in het zuidelijke departement Gard. „Het is het hoogtepunt van een klimaat (…) dat door collectieve onverschilligheid kon ontstaan: een klimaat waarin islamofobie niet langer schandelijk is, maar gewoon, banaal en bijna bestuurlijk”, schrijft Hafiz.

De moord vond afgelopen vrijdag plaats. Op videobeelden van de moskee is te zien dat Cissé en zijn aanvaller Olivier H. (21) kort met elkaar praten waarna ze naar de gebedsruimte gaan. Hier lijkt Cissé voor te doen hoe te bidden, waarna H. plots opstaat, een mes tevoorschijn haalt en de geknielde Cissé ruim veertig keer steekt. H. nam achteraf een video op waarin hij zijn stervende slachtoffer toont en spreekt over „jouw klote Allah”.

Hierna sloeg H. op de vlucht, zondagavond gaf hij zichzelf aan in de Italiaanse stad Pistoia – wat hij daar deed, is onduidelijk. Bij de Italiaanse politie heeft H., een in Lyon geboren, christelijke Fransman van Bosnische afkomst, ontkend uit ‘moslimhaat’ te hebben gehandeld. Hij zei simpelweg „de eerste persoon op zijn pad” te hebben gedood. Het maken van de video zei hij zich niet meer te kunnen herinneren.


Lees ook

Lees ook: Wonen in het mikpunt van extreem-rechts

Givors, nabij Lyon. Veel van de ongeveer twintigduizend inwoners stammen af van arbeidsmigranten uit Polen, Italië, Tunesië, Marokko en Turkije.

‘Geen verrassing’

Vanwege de locatie van de moord – een moskee waar H. nooit kwam – en zijn video lijkt het volgens de politie en advocaten van de familie aannemelijk dat het motief wel degelijk moslimhaat was. Dat creëert grote angst onder Franse moslims, maar de brute aanval was volgens rector Hafiz voor velen geen verrassing. „Sinds lange tijd zijn blikken, beledigingen en aanvallen geen uitzonderingen meer”, schrijft hij. „De tragedie van La Grand-Combe verraste alleen degenen die weigerden dat te zien.”

De rector vertolkt een sentiment dat veel Franse moslims hebben. Velen ervaren discriminatie bij het zoeken van een baan of woonruimte, ze ontvangen scheve blikken, worden met racistische termen uitgescholden. Sommige prominente Fransen gebruiken onversneden racistische of anderszins beledigende taal als ze praten over Arabieren, moslims en de islam, vooral in radicaal-rechtse media zoals de populaire tv-zender CNews – die tientallen keren is berispt voor onder meer haatzaaien. Franse moskeeën hebben wekelijks te maken met dreigbrieven.

Volgens onderzoek zou 46 procent van de Fransen de islam zien als ‘een dreiging voor de identiteit van Frankrijk’

De ervaringen worden ondersteund door cijfers. Het ministerie van Binnenlandse Zaken registreert jaarlijks rond de tweehonderd ‘antimoslimfeiten’ („vormen van discriminatie of geweld tegen personen of instellingen vanwege hun werkelijke of vermeende islamitische overtuiging”) – waarschijnlijk een forse onderschatting omdat alleen de bij de autoriteiten bekende zaken zijn meegeteld. En volgens de Nationale Adviescommissie voor de Mensenrechten CNCDH delen steeds meer Fransen vooroordelen over moslims en de islam.

Zo zou 46 procent van de Fransen de islam zien als „een dreiging voor de identiteit van Frankrijk”. Het gaat hierbij niet alleen om Fransen die radicaal-rechts stemmen: het sentiment wordt ook breed gedeeld onder aanhangers van klassiek rechtse partijen (79 procent onder stemmers van de conservatieve partij Les Républicains) en middenpartijen als die van president Emmanuel Macron en premier François Bayrou (57 procent). Binnen linkse partijen liggen de percentages lager maar ook 42 procent van de kiezers van de Parti Socialiste ziet de islam als bedreigend voor de Franse identiteit.


Lees ook

Lees ook: Franse studenten zijn bezorgd over racisme, toegenomen geweld en hun lege portemonnee

Franse studenten zijn bezorgd over racisme, toegenomen geweld en hun lege portemonnee

Reactionaire minister

Het aandeel islamkritische, radicaal-rechtse kiezers stijgt al jaren gestaag – het is niet uitgesloten dat Frankrijk aan het einde van Macrons termijn in 2027 een radicaal-rechtse president krijgt. Intussen nemen meer centristische partijen ideeën uit het radicaal-rechtse boekje over. Zo kiezen Macron en zijn premiers voor steeds strenger immigratiebeleid en worden ministers aangenomen die bekendstaan om hun felle standpunten over zaken als islamisme, een koepelterm voor radicale en politieke islam.

Zoals minister van Binnenlandse Zaken Bruno Retailleau (Les Républicains). Hij werd tot voor kort uit de binnenste cirkels van de macht gehouden omdat hij beschouwd werd als te extreem en reactionair (zo is hij tegen het homohuwelijk), maar is nu een steunpilaar van de regering. Retailleau spreekt zich al jaren uit over het vermeende gevaar van islamisme, deze week nog waarschuwde hij dat er in 2026 „leden van de moslimbroederschap op de electorale lijsten zullen staan”. Ook wil hij het dragen van hoofddoeken tijdens sportevenementen verbieden.

Volgens veel linkse Fransen dragen politici als Retailleau een verantwoordelijkheid voor de verhitte discussies omtrent de islam. Zo zei parlementariër Aurélie Trouvé van de radicaal-linkse partij LFI bij een demonstratie na de moord op Cissé dat „islamofobie dodelijk is. En politieke leiders zijn hiervoor verantwoordelijk”. Vervolgens haalde ze een aantal uitspraken van Retailleau aan.

Demonstratie tegen islamofobie in Parijs na de moord op Aboubakar Cissé. Op het bord staat ‘Extreem-rechts doodt in Frankrijk, Retailleau is medeplichtig’, een referentie aan de Franse minister van Binnenlandse Zaken Bruno Retailleau.

Foto Teresa Suarez / EPA

Anderen bekritiseren Retailleau omdat hij geen contact had opgenomen met Cissé’s familie en pas na twee dagen naar La Grand-Combe afreisde, terwijl hij bij een andere moord dezelfde dag nog ter plekke was. Moskeerector Hafiz noemt Retailleau in Le Monde niet bij naam, maar ook hij noemt een uitspraak van de minister als voorbeeld voor het „ongeremde publieke discours” over de islam. Retailleau vindt zelf dat links Frankrijk de moord op Cissé probeert te politiseren en stelt dat hij „zo snel als hij kon” naar La Grand-Combe reisde.

Ook de nabestaanden van Aboubakar Cissé zijn kritisch op de staat. Zij vinden het onbegrijpelijk dat de moord niet wordt onderzocht door het terroristisch parket, zoals gebruikelijk met terreurfeiten. Donderdag maakten zij bekend een aanklacht in te dienen om dat alsnog af te dwingen. „Ik heb de video gezien en het duurde niet lang voordat ik begreep dat het om een ​​terroristische daad ging”, aldus de advocaat van de familie, Mourad Battikh, op BFM TV. „Verplaats je in de schoenen van de gelovigen, voor wie elke dag duidelijker wordt dat er sprake is van een dubbele maatstaf. Het is ronduit choquerend.”

Betogers demonstreerden afgelopen zondag in Parijs tegen islamofobie, na de moord op Aboubakar Cissé in een moskee in het zuiden van Frankrijk.

Foto Teresa Suarez / EPA