Vlamingen en Nederlanders delen meer dan ze denken

Vlaams-Nederlandse top Er zijn praktische redenen voor Nederland en Vlaanderen om eensgezind op te treden, maar vergeet de culturele bijdrage niet, schrijven en .


Illustratie Hajo

Op de Vlaams-Nederlandse top die deze dinsdag in Den Bosch plaatsvindt, zullen de bewindslieden van beide kanten weer gedragen woorden spreken over de diepe verbondenheid gesmeed door een gemeenschappelijke taal en cultuur. Maar in de praktijk blijft de belangstelling voor de zuiderburen in Nederland gering en is de onderlinge samenwerking rijk aan gemiste kansen.

In het jaar 2022 viel de naam van de Vlaamse minister-president Jan Jambon welgeteld één keer in NRC. Aan de momenteel populairste politicus in Vlaanderen, sociaal-democraat Conner Rousseau, wijdde de krant nog nooit een artikel. Niet alleen de politiek, ook de cultuur uit Vlaanderen staat niet in de schijnwerpers. Op een enkele uitzondering na haalde geen van de dertien winnaars van de laatste Ultimas, de prestigieuze Vlaamse cultuurprijzen, de kolommen.

Het gebrek aan warme belangstelling in Nederland voor het politieke en culturele leven bij de zuiderburen is niet nieuw. „De taalverwantschap met de Vlamingen vormde geen reden tot enige belangstelling voor het doen en laten van onze zuiderburen”, schreef historicus R.L. Schuursma over de verhoudingen na de scheiding tussen België en Nederland in 1830. Maar het is wel spijtig. Want Vlaanderen is een zeer belangrijke handelspartner voor Nederland. „We exporteren voor ongeveer 45 miljard euro per jaar naar Vlaanderen, meer dan naar China, de VS en Japan samen”, observeerde de Nederlandse ambassadeur Pieter Jan Kleiweg de Zwaan in het tijdschrift de lage landen.

Welbegrepen eigenbelang

Vlamingen en Nederlanders bevolken een ‘Gouden Delta’ met twee wereldhavens. Daar liggen gezamenlijke economische kansen, maar hun dichtbevolkte woongebieden kampen evengoed met gedeelde uitdagingen zoals stremmende mobiliteit en zwaar belaste natuur. De rivieren die ze delen houden zich niet aan grenzen. De Westerschelde is ernstig verontreinigd met PFAS, een familie van nauwelijks afbreekbare, voor het milieu en de gezondheid schadelijke chemicaliën.

Het Nederlandse Kamerlid Kiki Hagen (D66) riep de regering in een door de Tweede Kamer aanvaarde motie afgelopen juni op keiharde afspraken te maken met Vlaanderen over het terugdringen van de lozingen in de Schelde. Ze vindt dat Nederland en Vlaanderen een gezamenlijk plan moeten maken om de waterkwaliteit te verbeteren. Maar ze is teleurgesteld over de voortgang. „Iedere keer blijft er onduidelijkheid over de onderlinge communicatie en de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland.”


Lees ook dit artikel van Tom Lanoye: De teloorgang van ‘ons Naderland’

Niet alleen bij het aanpakken van gedeelde problemen in de Lage Landen, ook bij het uitdragen van de gemeenschappelijke taal en cultuur in het buitenland staan ze samen sterker. Als Vlaanderen en Nederland door middel van de Taalunie niet eensgezind de neerlandistiek in de wereld zouden ondersteunen, dan kwijnde het Nederlands weg. De Nederlandstalige literatuur boekt internationale successen dankzij de nauwe samenwerking tussen de letterenfondsen en de gezamenlijke presentatie op boekenbeurzen zoals in Frankfurt op de Buchmesse van 2016 en in 2024 op de Leipziger Buchmesse.

De verleiding mensen uit andere contreien als vreemde wezens te beschouwen blijkt groot in tijden dat veel mensen zich vastklampen aan een vermeende nationale identiteit

Dit zijn praktische redenen om samen te werken, uit welbegrepen, gedeeld eigenbelang. Maar er zijn ook andere, al te snel als romantisch weggezette motieven. De verleiding mensen uit andere contreien als vreemde wezens te beschouwen blijkt groot in tijden dat veel mensen zich vastklampen aan een vermeende nationale identiteit. Een Nederlander die in Vlaanderen woont, merkt al snel hoe lastig het is te ontsnappen aan het beeld van de botte betweter die denkt uit een gidsland te komen maar blind is voor de eigen tekortkomingen.

De Vlaming in Nederland ervaart op zijn beurt hoe stevig het cliché is verankerd van een wat chaotisch volk dat een sappig en charmant taaltje spreekt maar veel zaken nauwelijks op orde heeft. De Vlaams-Nederlandse samenwerking is geopolitiek in pocketformaat, een oefening in het zoeken naar gemeenschappelijke grond met anderen met wie we min of meer een taal delen maar met wie we toch in menig opzicht menen te verschillen.

Netflix-succes

Cultuur kan een dergelijke oefening in overeenkomen zijn. Dat ervoer de Vlaamse scenarist Rik D’hiet die samen met de Nederlandse regisseur Erik de Bruyn de misdaadserie Grenslanders maakte. „Het cliché zegt dat de Nederlanders wat directer zijn, dat Vlamingen meer in de subtekst handelen. Dat voel je ook als je samenwerkt. Je moet investeren in het vinden van een gezamenlijke toon, een soort stem waarmee je zowel Nederlanders als Vlamingen kunt aanspreken”, zegt hij in de lage landen. Dat deze zoektocht loont, toont ook de serie Undercover. Wellicht is dit juist een internationaal Netflix-succes omdat het dankzij de Vlaams-Nederlandse samenwerking niet alleen een groter budget en een grotere afzetmarkt heeft gevonden, maar ook een toon die over de grens aanspreekt.

Dergelijke initiatieven zijn evenwel nog eenzame bloemen op een verder vrij kale vlakte. Zeker, het Vlaams-Nederlandse huis voor cultuur en debat deBuren in Brussel en Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond in Amsterdam leggen hun ziel en zaligheid in het zaaien van zaadjes. Maar in de breedte van het culturele veld zien sleutelfiguren toch vooral veel verwelking. Het cultuurbeleid van de verantwoordelijke ministeries is eenmaal nationaal georiënteerd. De uitwisseling is vaak ad hoc en niet structureel ingebed. De ambtenaren die ervoor verantwoordelijk zijn, wisselen om de haverklap, hebben de kennis niet en zien nog te weinig de meerwaarde van grensoverschrijdende samenwerking.

Op 31 januari dineren de Vlaamse en Nederlandse regering samen in Den Bosch. Ze zullen er onder meer spreken over praktische kwesties als PFAS, maar ook over de onderlinge verbondenheid op het gebied van taal, cultuur en waarden. Het is te hopen dat ze niet alleen een slotverklaring opstellen met ronkende woorden maar komen met concrete daden die de samenwerking duurzaam versterken. Er liggen zoveel kansen voor het grijpen om grensoverschrijdende problemen eendrachtig aan te pakken en samen sterker te staan in Europa en de wereld.