Visagist Peter Philips (Dior): ‘De echte wereld is een poel van depressie geworden’


Foto Richard Burbridge

Interview

Interview | Peter Philips Peter Philips, een van ’s werelds bekendste visagisten, is sinds 2014 verbonden aan Dior, waarvoor hij producten ontwerpt en de make-up verzorgt voor shows en reclamecampagnes. Een van zijn favoriete producten is een potje met niks. Hij vindt het jammer dat dat aan veel jonge vrouwen niet is besteed.

Vrijdagochtend half elf, nog vier uur te gaan voor de show van de voorjaarscollectie voor 2023 van Dior Men. Bij de backstage-ingang van de enorme tent die voor de gelegenheid is opgetrokken in het vijfde arrondissement van Parijs, hangen modellen, met klemmen in hun haar, aan statafels. Sommigen hebben een bidon in de hand – in het kader van duurzaamheid deelt Dior geen plastic wegwerpflesjes met water meer uit. In de ruimte waar ze net onder handen zijn genomen door teams van kappers en visagisten is een aparte kamer gemaakt. PETER PHILIPS ROOM, staat op het bordje bij de deur.

Dior, onderdeel van LVMH, is een van de succesvolste en snelst groeiende modehuizen van dit moment. De afgelopen vijf jaar verdriedubbelde de omzet tot een geschatte 6,6 miljard euro. Dior maaktprêt-à-porter voor mannen en vrouwen, haute couture, accessoires, geuren, huidverzorging en make-up. Voor dat laatste is Philips verantwoordelijk, een 55-jarige Belg die in Antwerpen werd opgeleid tot modeontwerper, een paar jaar later als visagist doordrong tot de hoogste regionen van de modewereld en die tussen 2005 en 2013 verbonden was aan Chanel.

Als creative and image director van Christian Dior make-up bepaalt hij kleuren, bedenkt en ontwikkelt hij samen met het laboratorium nieuwe producten en ontwerpt hij make-up voor shows en reclamecampagnes. Daarnaast werkt hij ook voor andere modehuizen, mits die geen eigen cosmeticalijn hebben, en word hij geboekt voor modeseries voor tijdschriften. Soms voelt het alsof hij bij het chique Dior in een ivoren toren zit, zegt hij. Opdrachten buiten de deur zorgen ervoor dat hij even kan „uitvliegen” en houden hem „objectief”.

We spreken elkaar buiten zijn room, naast een display van de Backstage-lijn: een uitgebreide serie foundation en poeder, voor heel lichte tot heel donkere huidstinten. Die staat er niet zomaar. Mode- en beautyjournalisten mogen graag backstage komen kijken, en Philips maakt graag van de gelegenheid gebruik om Dior-producten onder de aandacht te brengen.

Philips draagt een donkerblauw poloshirt van Comme des Garçons, een favoriet merk onder modeprofessionals, en praat gemakkelijk en snel, in Vlaams dat hij met Engels doorspekt. „Een walk in the park”, noemt hij de ochtend. „Ik was hier om zeven uur. Iedereen is opgemaakt, straks hebben we alleen nog wat backstage-shootings voor vanmiddag de show begint.” 

Hoe omschrijf je de make-up die de modellen op hebben?

„Heel naturel. In het Engels zeg je: glorification of the natural beauty. Geen shading, geen highlighting, gewoon de huid er mooi uit laten zien, de wenkbrauwen invullen, de lippen scrubben, balsem erop, wallen wegwerken. Het haar doet Guido” – Guido Palau, als hairstylist net zo’n ster als Philips als visagist. „Hij heeft me uitgelegd dat hij een controlled wavy hairdo heeft gemaakt waar een sea breeze overheen lijkt te zijn gegaan, met een punky edge. As ik bij haar dat er zo effortless uitziet een statement ga maken, dan wordt het fake.”

Gebeurt dat wel eens andersom? Dat jij een uitgesproken make-up bedenkt, en een kapper daar nog overheen gaat?

„Niet met Guido – hij maakt altijd een superdeluxe kader voor mijn gezicht, een soort lijst. Maar het is wel een paar keer gebeurd. Dan moet ik even op mijn tanden bijten. Ik kan niet zeggen: jij mag dat niet doen. Het is aan de ontwerper om dat te bepalen.” 

Je hebt je bij een show te voegen naar de wensen van modeontwerpers.

„Oh ja, ik sta totaal in dienst van ze. Net als de set-designer, de dj. Het is niet de Peter Philips-show of de Guido Palau-show. Een ontwerper werkt maanden aan een collectie en heeft een duidelijk beeld van wat hij of zij wil laten zien.”

Ik houd van wat make-up je kan geven, het is gul gereedschap

Wanneer krijg je de ontwerpen te zien?

„Dat is bij iedereen anders. Bij Maria Grazia [Chiuri, creatief directeur van de vrouwenmode van Dior] krijg ik de kleding pas een paar dagen voor de show, Kim [Jones, verantwoordelijk voor Dior Men] stuurt me in de eerste fase van het proces al dingen. Toen ik nog voor Dries Van Noten werkte – dat kan niet meer, nu hij een cosmeticalijn heeft – ging ik drie of vier weken van tevoren naar Antwerpen om de collectie te bekijken. Soms zijn er strikte aanwijzingen voor de make-up, soms is er ruimte zelf een voorstel te doen. Het kan lastig zijn om erachter te komen wat een ontwerper wil. Ik heb geleerd om dan iets te doen dat beide kanten op kan: is het te veel of niet genoeg? Zeg het maar.”

Gaat je dienstbaarheid zo ver dat je dingen doet die je niet mooi vindt?

„Ik heb dat gedaan – ik noem geen namen. Of ze laten je een make-up zien van iemand anders: ik wil dat. Dan zeg ik: dan had je die maar moeten boeken. Maria Grazia liet me eens een foto zien van [actrice] Willow Smith met een witte eyeliner. Ik dacht: o nee, moet ik dat doen? Voor het defilé heb ik het aangebracht bij meer dan tachtig modellen, maar ik ben heel open geweest over waar het vandaan kwam, zodat het niet leek of ik het claimde.”

Waar gaat het jou vooral om? Een vernieuwende look, of een model zo mooi mogelijk maken?

„Mijn filosofie is:als ik iets doe, moet het een reden hebben. Dan pas heeft het impact. In mijn koffer zit altijd een potje met niks, zoals ik het noem. Een potje met niks kan veel krachtiger zijn dan iets aanbrengen om maar iets aan te brengen. Ik heb wel moeten leren om dat te gebruiken, ik dacht vroeger dat ik altijd iets moest doen.”

Waaraan herken je een Peter Philips-look?

„Geen idee. Mensen vertellen me dat ze mijn stijl herkennen, maar ik volg gewoon mijn instinct en gevoel. Ik vind mezelf heel flexibel. Ik kan een nude look doen, maar ook iets dat heel zwaar en grafisch is, omdat ik een vaste hand heb. Ik houd van wat make-up je kan geven, het is gul gereedschap.”

show Dior Men voorjaar 2023 en show cruisecollectie 2023

Je bent opgeleid als modeontwerper. Hoe kwam je op het idee om visagist te worden?

„Ik heb altijd al een zwak gehad voor make-up en kapsels. En tijdens mijn studie werkte ik als dresser bij shows van Ann Demeulemeester, Martin Margiela en Walter Van Beirendonck. Ik maakte graag collecties, maar ik had niet dezelfde passie als mijn medestudenten. En ik kwam erachter dat het een heel gedoe is, een modemerk. Het is vaak een grote business, en het blijft maar komen, hè. Als de ene collectie in productie is, moet je volgende ontwerpen, en tussendoor de stoffen bestellen voor de tussencollectie. Make-upmensen en haarmensen kwamen ’s ochtends binnen, iedereen was blij dat ze er waren, ze leken heel veel lol te hebben en ze droegen werkelijk iets bij. Een model kwam vers van de Claude Montana-show, helemaal glamourous opgemaakt en veranderde ter plekke in een edgy Ann Demeulemeester-vrouw. En na de show pakten ze hun koffer in en gingen naar de volgende. Fantastisch.

„Tijdens mijn studie had ik een baantje in een restaurant. Daar ben ik na mijn afstuderen nog anderhalf jaar blijven werken, zodat ik genoeg had verdiend om een jaar lang mijn huur en mijn eten te kunnen betalen. Op 1 januari 1995 heb ik me beschikbaar gesteld als visagist. Mijn eerste betaalde opdracht was voor de Vlaamse Libelle. Moest ik plots ook het haar doen. De kapper van mijn moeder heeft me een avond een training gegeven. Hij zei: als je rollers kunt inzetten, een brushing kunt doen en een chignon kan maken, kun je alles. De dag erna ben ik een haardroger gaan kopen, de ochtend daarna was de shoot en was ik acting like I was the best hairdresser in the world. Ik deed de make-up terwijl de rollers erin zaten. Het haar had een fantastisch volume, en het bewóóg.”

In iedereen zit schoonheid. Maar je moet het weten en je moet het ownen

Waarom ben je mode gaan doen?

„Ik heb eerst een studie grafisch ontwerpen in Brussel gedaan. Maar ik kom uit Antwerpen, als tiener zag ik altijd die paradijsvogels, die modestudenten, en ik vond dat wel spannend. Mijn moeder zei een keer: je hebt zoveel gestudeerd, je had wel dokter kunnen worden.”

Wat deed je moeder?

„Ze runde samen met mijn stiefvader een slagerij en cateringbedrijf. Mijn vader was kunstenaar. Hij heeft me altijd gesteund en ik had nooit een probleem met hem, maar hij had zijn eigen gezin.”

Opmaken, waar leerde je dat?

„Meteen na de academie heb ik lessen gevolgd bij de Dik Peeters make-upschool in Amsterdam. Na vijf of zes weken, toen we begonnen met ‘fashion make-up’ ben ik gestopt. Het was vanwege de kosten al een probleem voor mij om elke dinsdag met een model met de trein naar Amsterdam te reizen en ik dacht: ik kom net van de Antwerpse academie, ik heb een visie op make-up en ik weet hoe ik kleuren moet mengen. Ik had gezien hoe mijn moeder haar foundation opbracht en wimpers krullen kon ik ook al. Ik had van tevoren gedacht dat er allerlei make-upgeheimen waren waarvan ik niet op de hoogte was, en dat bleek niet zo te zijn. Ik heb het geld geïnvesteerd in make-up en ben met beginnende fotografen gaan werken.”  

Peter Philips’ Mickey Mouse uit 1999 – zijn internationale doorbraak Foto Willy Vanderperre

Je grote doorbraak was de Mickey Mouse die je in 1999 op het gezicht van een mannelijk model schilderde.

„Voor het nulnummer van V Magazine. [Modeontwerper] Raf Simons heeft de foto later gebruikt als omslag van zijn eerste boek. Het is een symbool van een tijdperk geworden.”

Hoe kwam je op dat idee?

„Ik deed de shoot samen met Willy Vanderperre en Olivier Rizzo [fotograaf en stylist]. Wij hebben samen op de academie gezeten. Raf Simons was de beste vriend van Olivier en leende ons er graag kleding voor uit. We waren die dag al een tijd bezig en de foto’s waren allemaal donker en somber geworden, het bekende Vlaamse gotische verhaal. Ik wilde iets doen wat er een twist aan gaf. Ik sloot mezelf met het model op in de keuken, zonder te vertellen wat ik ging doen; als ik had gezegd dat ik een Mickey Mouse op zijn gezicht ging schilderen, hadden Willy en Olivier dat zonde van de tijd gevonden. Mickey Mouse stond op een van de vintage T-shirts die Olivier had gebruikt naast de stukken van Raf. In de stijl van Picasso maakte ik een driekwart Mickey Mouse op het gezicht, dat maakte het een beetje abstract en toch herkenbaar. We kwamen de keuken uit en de monden van Olivier en Willy vielen open. De zon ging onder, het licht was prachtig en voilà, the rest is history.”

Kort daarop verhuisde Philips naar New York. Zijn toenmalige vriend, een modeontwerper, kreeg er een baan, hijzelf werkte er al vaak en had er zijn agent. „Nadat die wat commerciëlere foto’s in mijn portfolio had gedaan, kon ik terecht bij de Amerikaanse Vogue. Meteen.”

In 2005 ging Philips werken voor Chanel. Hij ontwierp al een paar jaar de make-up voor alle shows, toen de creative director make-up hem vertelde dat hij met pensioen wilde. „Karl kende ik al voordat ik bij Chanel kwam, ik deed al zijn shows voor Fendi. Hij was een heel harde werker, die kon niet stilzitten.”

Hij werkte tot diep in de nacht door, heb ik begrepen.

„Hij deed veel powernaps. Ik heb een heel goede tijd met hem gehad bij Chanel. Fantastische shows, met fantastische decors, de reizen die ik met hem maakte waren super.”

Bij Chanel maakte je naam met bijzondere kleuren nagellak.

„Net toen ik daar was, kwamen de nagelbar en de nagelsalon op, en daardoor werd nagellak minder belangrijk voor Chanel. Ik vond dat zonde – Chanel is het merk van Rouge Noir [een beroemde zwartrode nagellak]. Ik begon te spelen met kleuren, en zo hebben we de business een enorme boost gegeven.”

Waarom ging je er weg ?

„Na tien jaar, waarvan vijf jaar met de titel creatief directeur make-up, begon het te kriebelen. In het begin was het heel familiaal en heel klein, maar opeens was er intern een ander beleid en moest ik een soort marketingstrategie ontwikkelen en dat is mijn ding niet. Ik dacht: dan kan ik beter gaan freelancen. Maar er was in de jaren dat ik bij Chanel was geweest heel veel veranderd: alles was digitaal geworden, sociale media kwamen op. De budgetten waren gehalveerd, in plaats van vijf dagen moest een shoot nu in drie dagen. En in plaats van twee vertegenwoordigers van een klant stond er een heel leger marketingmensen met de fotograaf mee te kijken op het scherm, die bij elke klik commentaar leverden. Ik wist niet of ik daar nog aan zou kunnen wennen. Toen werd ik gebeld door Dior – Raf werkte daar nog. Opeens werkte ik bij een merk dat geen privémerk is, maar onderdeel van een groep en een gigantische – en dat vond ik heel bewonderenswaardig – marketingmachine heeft.”

Dat stoorde je toch juist bij Chanel, de opkomst van marketing?

„Nee, daar bestond het nog niet, en ik wist niet hoe ik dat op moest zetten. De eerste zes maanden hier heb ik zoveel geleerd. Marketingteams doen research, die vertegenwoordigen eigenlijk de stem van de regio. Je kunt de meest waanzinnige dingen verzinnen, maar als vrouwen het niet willen hebben, eindigt het in een lade. Ik vind het fijn als vrouwen mijn lipsticks dragen. Rouge Dior is wereldwijd nummer één. En het is hier heel dynamisch. Tijdens de pandemie ontdekten we dat vrouwen het gevoel wilden hebben dat ze hun best hadden gedaan, ook al kon je het niet zien. We hebben een vloeibare lipstick bedacht die niet afgaf, zodat je hem onder een mondkapje kon dragen.”

show prêt-à-porter voorjaar 2022, show cruisecollectie 2022 en campagnebeeld 2022

Wat is jouw grootste succesproduct voor Dior?

„De Backstage-lijn. Met alle millennial-merken die aan het opkomen waren, was er het risico dat een luxury brand als Dior als oud zou worden gezien. De ceo wist niet hoe hij dat moest oplossen. Toen zei ik: waarom lanceren we niet een basic lijn die een jong publiek aanspreekt? Die bestaat nu zes jaar en was meteen een succes, door de simpelheid van het concept: één foundation voor gezicht en lichaam, die je kunt uitbreiden met bijvoorbeeld concealer en poeder. Op een gegeven moment waren er bij Dior zoveel verschillende foundations dat je door de bomen het bos niet meer zag. En we hebben nu producten voor een heel donkere huid. Bij Chanel had je die niet – dat vond ik altijd een beetje frustrerend – en bij Dior voorheen ook niet. Nou ja, we hadden ze wel, maar de winkels kochten ze niet in, omdat er niet altijd genoeg plaats voor was. Van deze lijn zijn altijd alle tinten verkrijgbaar. Het wordt enkel verkocht bij Sephora, waar ze de ruimte hebben, en via onze site. Alleen in sommige delen van Azië heeft het geen zin het hele gamma aan te bieden, omdat daar bijna geen donkere vrouwen wonen. Klanten moeten zich uiteindelijk toch kunnen herkennen in wat je verkoopt.”

Vroeger werd altijd gezegd: je kunt geen zwart model op de cover van een tijdschrift zetten, omdat lezers zich er niet in zouden herkennen.

„Vroeger hadden we één model in een Dior-campagne, nu hebben we er meerdere. We hebben een online shade-finder voor de Backstage-lijn, daar hebben we veertig meisjes voor gefotografeerd, die alle huidtypen vertegenwoordigen: Noord-Europees, Noord-Afrikaans, Braziliaans, alles. We proberen iedereen terwille te zijn en niemand te beledigen, maar het is een tricky job.’ 

Is je beroep veranderd door Photoshop?

„Ik probeer dezelfde perfectie in de make-up te brengen als toen fotografie nog analoog was, omdat foto’s soms per ongeluk ongeretoucheerd worden gepubliceerd. Ik had het laatst nog bij Vogue Mexico. Het enige was dat je het volume van een puistje op de kin zag. In Vogue Italia is ook wel eens een onbewerkte foto terechtgekomen. Er zijn wel fotografen die vragen niet te veel aan de huid te doen, omdat ze die liever in Photoshop willen bewerken. Zeker als de huid slecht is, is dat logisch, dan faciliteer je dat.”

Door Photoshop is de standaard van schoonheid veel hoger geworden.

„Absoluut. Het is surreal. En dan is er de wereld van Instagram en TikTok, waarin gewone mensen als jij en ik zichzelf ook kunnen shoppen. Er is een nieuwe realiteit ontstaan die op den den duur traumatiserend kan zijn voor een heleboel mensen. De echte wereld en de virtuele wereld zijn totaal van elkaar losgezongen. De echte wereld is een poel van depressie geworden, en dat zou het niet moeten zijn.” 

Ik sta totaal in dienst van de modeontwerper. Het is niet de Peter Philips-show

Jij leeft in een wereld van schoonheid, bent bijna altijd omringd door mooie mensen. Wat doet dat met je?

„De mensen met wie ik werk zijn modellen en die zijn knap. Maar ik zie ook schoonheid op straat, en ik kan bij iedereen iets doen waardoor de innerlijke en uiterlijke schoonheid te zien is op een foto. Dat is de lol en de kracht van make-up.”

Kan iedereen mooi zijn?

„Iedereen is mooi.”

Echt?

„Ja, ergens in iedereen zit schoonheid. Maar je moet het weten en je moet het ownen.”

Hoe kijk je naar je eigen uiterlijk?

„Ik begon met make-up omdat het een beroep achter de schermen is. Maar alles is zo veranderd, de backstage staat nu ook in de spotlights, er zijn altijd mensen aan het filmen en fotograferen. Ik ben 55, ik heb geen tijd om te sporten en ik heb een buikje. Soms zie ik mezelf terug en dan denk ik: oh my God Peter, je loopt raar. Ik loop zoals mijn grootmoeder. Mijn grootvader zei over haar dat ze liep als een gansje. Maar het is een deel van mij, ik ben wie ik ben.”

Gebruik je zelf make-up?

„Een beetje foundation, als er video’s of foto’s worden gemaakt. Ik werk mijn wenkbrauwen bij, die worden dunner als je ouder wordt. En wat botox. Ik heb het voor het eerst gedaan in New York. Ik moest iets laten weghalen op mijn hand en zag een menu hangen. Ik dacht: ik word over een paar maanden vijftig, laat ik eens wat proberen. Nou mensen, ik zag er niet uit, hij had me totaal platgespoten, ik leek wel een ei. Ik kon mijn wenkbrauwen niet meer bewegen, niemand wist of ik blij of boos was. Mijn team kon niet stoppen met lachen. Ik heb nu een dokter in Parijs die het doet. Ik vind het geweldig. Geweldig. Ik kan mijn gezicht bewegen, maar de rimpels zijn net wat gekalmeerd.”

Drag is enorm populair. Heeft dat je beïnvloed?

„Toen ik net begon had je de film The Adventures of Priscilla, Queen of the Desert. Dat was een grote inspiratie: je kunt dingen pushen, een fantasie creëren. En ik geloof echt dat RuPaul’s Drag Race en de hele hype eromheen geholpen heeft om niet alleen mannen maar ook vrouwen zelfvertrouwen te geven. Oké, het is over the top en alles, maar als vrouw kun je denken: ik heb maar 2 procent nodig van wat hij doet om een godinnetje te zijn. Highlighting, contouring, sculpting, nepwimpers, zelfs pruiken: de lol ervan, het resultaat, dat heeft allemaal bijgedragen aan het vertrouwen in make-up. Daarvoor was het een beetje intimiderend, iets voor fotoshoots en modellen en filmsterren.”

show haute couture voorjaar 2022 en show Dior Men najaar 2020

Zie je een toekomst voor decoratieve make-up voor mannen?

„Dior heeft het niet. Maar ik denk dat het mannen die make-up gebruiken niks uitmaakt als die niet voor mannen is gemaakt. Een lipstick is een lipstick.”

Vind je het wat, zichtbaar opgemaakte mannen?

„Ik wil niet te veel oordelen, maar als het te serieus is, als de wenkbrauwen te veel zijn geëpileerd en getatoeëerd, de wimpers te meisjesachtig, als het allemaal over the top is zonder ironie, dan ben ik geen fan, dan is de sexyness weg. Dan denk ik alleen maar: deze man heeft twee uur voor de spiegel gestaan.”

Vooral heel jonge vrouwen gebruiken tegenwoordig vaak zo ontzettend veel make-up.

„Het potje niks kun je niet verkopen aan die generatie, en dat vind ik soms wel spijtig. Die gebruiken acht producten voor een niks-look. Wat voor de business wel heel goed is.”

Lipfillers lijken een standaardingreep te zijn geworden.

„Persoonlijk vind ik het een shame. Bij een mooi gezicht is het niet nodig, en er zit altijd een risico aan fillers. Het gezicht dat eronder zit wordt ouder, en dat gaat niet altijd symmetrisch en in sync met wat je erin stopt. Dus dan moet je weer aanpassen en finetunen. Voordat je het weet, heb je alles kapotgemaakt, en dan ben je nog geen veertig. Maar die vrouwen voelen zich met hun zware make-up en fillers goed in hun wereld, en dat is de wereld van de sociale media.” 

Heb je nog een pro-tip?

„Concentreer je op de dingen die je wil benadrukken, in plaats van de dingen die je wil verbergen. Als je iets wil verbergen, wordt het een stress-factor, dan ga je de hele tijd dubbelchecken of het nog wel goed zit. Probeer dunne lippen niet groter te laten lijken. Doe gewoon dun lipstick op en benadruk je ogen.”