Violist Alena Baeva: ‘Ik vind in Mendelssohns werk zoveel liefde, voor het leven, voor mensen’

In Mendelssohns muziek lijkt het bijna altijd lente, maar vanmiddag repeteert violist Alena Baeva (39) diens Tweede Strijkkwintet in winterse sferen. Het is eind december, een dag voor haar eerste concert op het Kamermuziekfestival Groningen, en de schemering verandert de vijf musici gestaag in schimmen, want de elektriciteit in de pastorie van het Zaanse Muziekhaven heeft het begeven. Gelukkig werken de lampjes boven de lessenaars op batterijen.

Langzaam slokt de duisternis alles op, behalve de muziek. Eerst worstelen de strijkers met de weerbarstige Beethoven. Daarna leidt Mendelssohn hun een zonniger landschap binnen. „Dit stuk”, begint violist Emma Roijackers. „voelt niet alleen vriendelijk, maar zelfs…”

„Gelukkig?”, vult cellist Pieter Wispelwey in.

„Ja.” „Mij doet het denken aan een vlucht vogels”, zegt Baeva.

Een paar uur later, gedurende de autorit naar Amsterdam, komt de violist terug op die metafoor wanneer ze praat over Mendelssohns Vioolconcert, dat ze eind mei gaat uitvoeren met het Noord Nederlands Orkest. „Het stuk kent wat dramatische passages in het middendeel, maar verder geeft het een gevoel van zorgeloos zweven. In mijn ogen koestert Mendelssohn een natuurlijke neiging om overal het goede in te zien. Ik vind in zijn werk zoveel liefde, voor het leven, voor mensen”, zegt ze.

„En ook de hoop, die we nu zo goed kunnen gebruiken. Over hoop denk ik vaak na sinds de oorlogen in Oekraïne en Gaza. ‘Zonder muziek’, zei Nietzsche, ‘zou het bestaan een vergissing zijn.’ Zijn woorden roepen herkenning op. Muziek – is mijn ervaring – kan ons laten dromen en daardoor de kijk op onszelf en de werkelijkheid veranderen. Aan de ene kant kunnen we door dit concert even ontsnappen aan de rauwe realiteit, maar anderzijds inspireert het ons tot het verbeelden van een betere wereld en het werken aan dat ideaal.”

https://www.youtube.com/watch?v=Sf81y18UNd0

Meedogenloos Moskou

Wat oorlog is, weet Baeva. Ze groeide op in het zuiden van Kirgizië dat begin jaren negentig – na de losmaking uit de Sovjet-Unie – ten prooi viel aan etnisch geweld. Het gevaar kwam steeds dichterbij en op haar vijfde vluchtte het gezin naar buurland Kazachstan. De muziekschool in de hoofdstad Almaty staat haar nog helder voor de geest. „Daar is een fundament gelegd”, vindt ze. „Kazachen zijn warme mensen, oprecht en vriendelijk. En misschien ietwat naïef, maar dat maakt ze nog sympathieker. Die periode droeg veel bij aan het ontwikkelen van mijn empathische vermogens.”

Ze werd grootgebracht door ouders die al vroeg haar fascinatie voor muziek ontdekten en beschermden. „Mijn vader ontdekte zelfs dat wanneer ik als baby huilde één ding mij altijd meteen kon troosten: de platen met Bachs Cellosuites door Pablo Casals. Dan was ik meteen stil, één en al oor.”

Dat muziek ook een harde kant bezat, ervoer ze toen het gezin – in de zoektocht naar het beste conservatorium voor de inmiddels tienjarige Alena – naar Moskou verhuisde. „Ik begreep onbewust al snel dat de Russen zichzelf verheven voelen boven mensen uit voormalige Sovjet-republieken. Moskou werd nooit een thuis. Het is een wonderlijke maar meedogenloze stad. De school was kil, de wedijver regeerde. Veel ouders groetten me nooit. Ze zagen in dat onschuldige meisje een concurrent van hun eigen kind. Sommige leraren haatten elkaar. Ik begreep dat allemaal niet.”

Veertien jaar geleden verruilde ze Moskou voor Luxemburg. „Rusland knaagt aan je geloof in menselijkheid en de hoop op een rechtvaardiger samenleving. Dagelijks merkten we hoe het sociale en politieke systeem zich voedt met corruptie en hypocrisie. Het kwaad heerst. Dat hersenspoelt het volk tot het tenslotte denkt dat lijden en vernietiging iets goeds zijn.”

https://www.youtube.com/watch?v=Y9Nyv51RSt8

Innerlijke stilte

Musiceren maakte Baeva – toen en nu – weerbaar tegen het immer op de loer liggende cynisme. „Het is mijn manier van leven, van groeien, van mediteren. Noten waren altijd en overal om me heen. Eerst meer op een sportieve manier: het verwerven van technische vaardigheden en vervolgens genieten van het gevoel er goed in te zijn”, vertelt ze. „Maar op mijn dertiende ontwaakte ik, drong het besef door van de emotionele en filosofische diepten van muziek. Toen kwam mijn vader thuis met een plaat van het Concert voor viool en cello van Johannes Brahms door Jascha Heifetz en Emanuel Feuermann. Een paar maanden lang luisterde ik er vrijwel dag en nacht naar. Die opname veranderde iets in mij. Ik werd overweldigd door de overtuiging dat muziek mijn dromen belichaamt en me een vergezicht biedt voorbij de grenzen van het eigen bestaan.”

Het maakte de violist ook bewust van een geestesgesteldheid die ze „mijn leegte” noemt. „Een toestand waarin ik me vrij voel om te dromen, een nog maagdelijk schilderdoek, een innerlijke stilte die me helpt te verwerken en te scheppen. Het gevoel dat ik het leven leidt, niet het leven mij. Soms is dat lastig, want ik reis veel en bij thuiskomst wacht een gezin met drie kinderen. Maar die dromerigheid vergezelt me al sinds mijn kindertijd. In mijn jonge jaren viel ik vaak stil bij het studeren. Dan staarde ik na een paar minuten zwijgend voor me uit. Ik speelde en wachtte. En wanneer ik weer begon, ging het beter. Alsof alles binnenin me eerst een plek moest vinden.”

Schubert is voor haar de grote meester van die leegte, van ruimte maken voor verbeeldingskracht. „Onlangs zette ik zijn Fantasie op een album met mijn man, de Oekraïense pianist Vadym Kholodenko. Zoals in al zijn werk zingt daarin het gevoel van eindigheid rond: alles gaat voorbij, het goede maar ook het slechte. Dat blijft voor mij de betovering van muziek: de vele levens die je erin kunt vinden en leiden.”

Alena Baeva speelt het Vioolconcert van Mendelssohn met het Noord Nederlands Orkest en dirigent Kerem Hasan in Groningen (24 mei) en Amsterdam (26 mei). Info: nno.nu.

Violist Alena Baeva: „In mijn ogen koestert Mendelssohn een natuurlijke neiging om overal het goede in te zien.”
Foto Aurelien Goubau