Vijf minder bekende Herzog-parels

Oeuvre Werner Herzog maakte ruim 70 waanzinnige films. Wereldberoemd zijn ‘Fitzcarraldo’, ‘Aguirre’ en ‘Grizzly Man’. Vijf NRC-recensenten tippen minder bekende, maar minstens zo fraaie films.

Auch Zwerge haben klein angefangen (1970)


Weinig kunst verdient het label ‘absurdistisch’ meer dan Werner Herzogs tweede speelfilm. Het relaas in zwart-wit, dat werd opgenomen op Lanzarote, toont een anarchistische opstand in een afgelegen strafkolonie voor kleine mensen en is een volstrekt bevreemdende kijkervaring. Een deel van de inwoners is hun behandeling beu en komt in opstand. De enige nog aanwezige begeleider, ook een klein persoon, heeft zich vanaf het begin van de film wanhopig opgesloten met een gijzelaar. Terwijl de opstandelingen schaterlachen tot hun longen leeg zijn, stapelen de zinloze vernielingen zich op, een varken wordt vermoord, blinde bewoners gepijnigd, een aap levend rondgedragen aan een kruis.

Toen hij uitkwam werd de film gezien als smakeloos, maar ook als een kritiek op de protestgeneratie van de late jaren zestig. Even goed lijkt het een illustratie van wat kan gebeuren als de mens zijn impulsen te lang onderdrukt. Of – meer actueel – als satire op een samenleving die totaal vervreemd raakt van de wereld rondom. De cast van de film bestaat alleen uit kleine mensen, maar de omgeving – van bedden tot auto’s – is niet aangepast aan hun lengte, wat een bevreemdend effect heeft. En hoewel sommige van de bewoners als erg kinderlijk worden voorgesteld, leidt dat niet tot het soort slapstickhumor die je te vaak in andere films ziet, maar tot meer nachtmerrieachtige chaos. Of simpelweg een aaneenschakeling van beelden die je nooit eerder zag.

Sabeth Snijders

Jeder für sich und Gott gegen alle (1974)


Werner Herzog en acteur Klaus Kinski maakten elkaar in de jaren zeventig groot op filmsets die ontaardden in schuimbekkende duels. Veel vreedzamer, maar ook een uitdaging was Herzogs casting van Bruno S.: een verschoppeling van – nazistische – weeshuizen en gestichten en later zwerver, scharrelcrimineel en kunstenaar.

Toen Werner Herzog Bruno S. ontdekte, werkte die in West-Berlijn als vorkheftruck-chauffeur. Bruno, toen bijna 40, is een intuïtieve, bizarre keus als het enigma Kaspar Hauser, die als 16-jarige in 1829 opdook in Neurenberg. Hauser sprak maar een paar woorden en was aan een keldervloer geketend opgegroeid, zonder menselijk contact. Hij bleek evenwel intelligent en leergierig. Met zijn formele – autistische? – dictie en onnavolgbare redeneringen werd hij een sensatie – tot een onbekende hem in 1833 vermoordde. Zijn achtergrond blijft een raadsel.

Werner Herzog is niet erg geïnteresseerd in dat mysterie: hem gaat het om de wijze waarop de kleinburgerlijke orde van Biedermeier-Duitsland deze nobele wilde in hokjes stopt. Na onbegrip, spot, mishandeling en kermisexploitatie – David Lynch’ The Elephant Man lijkt door deze film geïnspireerd – wordt Hauser een speeltje van de upper class, een studieobject dat geleerden met zijn eigenzinnige logica ontregelt. Ondanks de bittere ontknoping – Hauser in een postmortem ontleed om zijn vreemdheid alsnog te verklaren – is de toon voor Herzog opvallend positief, vooral dankzij Bruno S: diens argeloze ernst, verre blik en lijzige, onbevangen teksten zijn onvergetelijk. Casting en script zijn 80 procent van een film, aldus Herzog. Jeder für sich bewijst dat volgens hem bij uitstek.

Coen van Zwol

Lessons of Darkness (1992)


Kan destructie ook mooi zijn? Hoe ziet de Apocalyps eruit? In Lessons of Darkness (Lektionen in Finsternis, 1992) laat Werner Herzog de gevolgen zien van de Eerste Golfoorlog, zonder overigens te verwijzen naar de Iraakse inval van Koeweit en de erop volgende internationale respons. Het was een van de eerste Herzog-documentaires die ik zag, ik heb de van televisie opgenomen videoband nog, en hij is mij altijd bijgebleven. In mijn herinnering bevat de film vooral helse beelden van in brand staande oliebronnen, met hemelhoge vlammen. Toen ik Herzogs film na dertig jaar terugzag, vielen andere zaken op: een indringend shot van gevonden gereedschap uit een martelkamer, maar vooral de getuigenissen van twee vrouwen van wie een met stomheid geslagen is door de gruwelijkheden die zij noodgedwongen moest zien. De ander heeft een getraumatiseerd zoontje dat niet meer praat.

Het is bovendien ook letterlijk de Apocalyps. Herzog deelt de documentaire op in dertien (!) hoofdstukken en terwijl trage helikoptershots de kolossale vernietiging van een land tonen, citeert hij uit de Openbaring van Johannes. Op de geluidsband flarden Wagner, Mahler en fragmenten uit twee requiems. Het is gruwelijk maar tegelijk fascinerend, het desolate landschap lijkt wel een buitenaardse planeet. Het kwam Herzog op kritiek te staan: mag je oorlog wel esthetiseren?

André Waardenburg

Rescue Dawn (2006)


Piloot Dieter Dengler werd neergeschoten door de Vietcong in Laos. In de hel van de jungle verhongerde hij, raakte onderkoeld, werd gevangengenomen, in elkaar geslagen, gemarteld en geconfronteerd met de dood van vrienden. Toch weigerde hij te sterven.

Dignity – waardigheid of eervolle bedaardheid – is een eigenschap die een rode lijn vormt in Herzogs carrière. Zo bewonderde hij acteur Bruno S. om de „radicale waardigheid” in zijn spel. En vond hij de eigenschap in Hiroo Onoda – de Japanse soldaat die tot 29 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog strijdklaar bleef – over wie Herzog een boek schreef. Maar Herzog zag het met name in Dieter Dengler. Hij maakte in 1997 al de documentaire Little Dieter Needs to Fly (1997) over Dengler en daarna een speelfilm: Rescue Dawn.

Verwacht geen grootse oorlogsfilm. Het gaat Herzog slechts om de ontberingen van één persoon. In een ijzingwekkende, meditatieve stilte volgt Herzog Dengler van de macho-cultuur op het vliegdekschip, naar het zielenbreken in een Vietcong-gevangenenkamp tot aan de onherbergzame jungle van Laos. Hij toont de onttakeling van Denglers lichaam, en het overeind blijven van zijn geest.

Herzog blijft weg van politieke statements, romantisering en Jimi Hendrix. En maakt de oorlog juist een viering van de menselijkheid en de wil om te leven: dignity. Zo doet hij iets unieks in het Vietnam-filmgenre. Iets wat fier overeind blijft staan naast het geweld van de Kubricks, Coppola’s en Stones.

Tristan Theirlynck

Family Romance, LLC (2019)


Veel recent werk ontbreekt in het grote Werner Herzog-retrospectief in Eye, en dat terwijl de regisseur de laatste tien jaar ondanks films over klassieke Herzog-personages als vulkanenjagers (Into the Inferno, 2016 en The Fire Within, 2022) voorzichtig een andere weg lijkt te zijn ingeslagen. Family Romance, LLC uit 2019 is daarvan niet het beste, maar wel het enige voorbeeld in het programma. De film is gebaseerd op het scenario van een van zijn „studenten” aan de Werner Herzog Rogue Film School, over een Japans bedrijf dat familieleden verhuurt aan eenzame mensen. De film in het genre ‘te mooi om waar te wezen’ ziet eruit als een documentaire, maar is grotendeels gescript. De plot doet een beetje denken aan een mix van Eddy Terstalls Rent a Friend (2000) en Alps (2011) van Yorgos Lanthimos. Voortdurend vraag je je af of het toch niet stiekem waar is.

Hoewel Herzog de film helemaal guerrilla-stijl en met het risico gearresteerd te worden zonder vergunning filmde in de metro in Tokio, valt vooral een levensbeschouwelijke sentimentaliteit op die je ook ziet in recente films als Lo and Behold: Reveries of the Connected World (2016), waarin hij het internet onderzoekt alsof het de grot van Chauvet is. Die filosofische verwondering was er natuurlijk altijd al wel in zijn werk, met name in zijn veelgeparodieerde voice-overs. Maar Family Romance, LLC is echt anders: de bravoure heeft plaatsgemaakt voor gevoeligheid.

Dana Linssen