Hij werd al nauwelijks meer gehandhaafd: de regel dat een gezin in Vietnam maximaal twee kinderen mocht hebben. Alleen leden van de Communistische Partij konden nog een promotie mislopen of een boete krijgen als zij drie, vier of meer kinderen kregen. Maar deze week werd de regeling ook formeel afgeschaft in reactie op de veranderende demografie van economisch booming Vietnam. Om de vergrijzing van de bevolking tegen te gaan, is het van belang dat het geboortecijfer op peil blijft, schrijft staatsnieuwsbureau Vietnam News Agency (VNA).
Vietnam voerde het tweekindbeleid in tijdens de jaren van wederopbouw na twee oorlogen – eerst met Frankrijk, daarna met de VS – om de druk op schaarse middelen te verlichten. In diezelfde periode ging het land over naar een meer marktgerichte economie.
Maar het geboortecijfer in Vietnam daalt net als in andere landen in Azië (en de rest van de wereld behoudens enkele Afrikaanse landen). Volgens VNA kreeg een Vietnamese vrouw in 2021 nog gemiddeld 2,1 kinderen – net boven het vervangingsniveau dat nodig is om bevolkingskrimp op de lange termijn te voorkomen. Sindsdien is het gestaag gedaald: naar 2,01 in 2022, 1,96 in 2023 en 1,91 in 2024. De Vietnamese krant VN Express concludeerde al teleurgesteld dat ook ‘het jaar van de draak’ 2024, dat gezien wordt als een gelukkig gesternte, niet had geleid tot meer geboortes.
Minder kinderen in steden
De cijfers in Vietnam zijn nog niet zo dramatisch als in het sterk vergrijsde Japan, waar een vrouw in 2024 gemiddeld 1,2 kind kreeg. Of in Zuid-Korea: 0,8. Maar bínnen Vietnam zijn er grote verschillen. In de steden en de zuidelijke Mekongregio ligt het geboortecijfer lager. In Ho Chi Minhstad bijvoorbeeld kreeg een vrouw volgens officiële staatsmedia vorig jaar gemiddeld 1,4 kind. Op dit moment bevindt Vietnam zich volgens het staatsnieuwsbureau nog in de demografisch ‘gouden jaren’, waarbij de beroepsbevolking groter is dan de mensen die ervan afhankelijk zijn, maar dit komt onder druk te staan als het geboortecijfer niet toeneemt.
In Ho Chi Minh, het economisch hart van Vietnam, krijgen vrouwen daarom sinds vorig jaar van lokale politici al een eenmalige bonus van circa 100 euro als zij voor hun 35ste twee kinderen krijgen, meldt persbureau AP. Deze bonus neemt niet weg dat juist de kosten die kinderen met zich meebrengen veel vrouwen ervan weerhoudt. Het is daarom zeer de vraag of de gehoopte geboortegolf er zal komen. Ook in China, dat de éénkindpolitiek in 2015 losliet, kwam de gewenste groei van het geboortecijfer daarna niet op gang. Overigens bestaat daar nog altijd een maximum van drie kinderen per gezin.
Twaalf uur per dag
Een moeder uit de Ho Chi Minh-regio vertelt telefonisch dat haar man twaalf uur per dag werkt en dat zij twee baantjes combineert om rond te kunnen komen. Officieel is het openbare onderwijs gratis in Vietnam voor kinderen tot achttien jaar. Maar deze moeder vertelt dat ze zich blauw betaalt aan toeslagen die de school van haar kinderen vraagt. „Voor het klassenfonds, het gebruik van water en elektriciteit en het ouderparticipatiefonds.”
De moeder heeft meer dan twee kinderen gekregen ondanks de formele regel, die voor haar geen consequenties had. Het zou haar helpen als de gezondheidszorg voor kinderen tot achttien jaar gratis was. Kinderen tot vijf jaar oud krijgen 80 procent van hun zorgkosten vergoed via de zorgverzekering.
De 37-jarige marketingmanager Nguyen Thu Linh uit hoofdstad Hanoi zei tegen persbureau AP dat zij en haar man besloten slechts één kind te krijgen om hun zesjarige zoon „de best mogelijke opvoeding en opleiding te geven”. Ze denkt wel eens aan een tweede kind zodat haar zoon een broer of zus krijgt, maar de financiële en tijdsdruk weerhielden haar daar tot nu toe van.
Een leerkracht van een basisschool in Alblasserdam is woensdagavond ernstig gewond geraakt bij een steekpartij tijdens een musical van basisschoolleerlingen van groep 8. Die vond plaats in cultureel centrum Landvast. De politie heeft drie verdachten aangehouden.
De politie vermoedt dat er tijdens de musicaluitvoering in het cultureel centrum ruzie ontstond tussen drie mannen. Waar die ruzie over ging, is onduidelijk. Toen de leerkracht, een 52-jarige man uit Dordrecht, de boel probeerde te sussen werd hij gestoken.
Al kort na het incident werd een van de verdachten opgepakt, schrijft Rijnmond. De twee andere verdachten, van wie er een ook gewond raakte, zouden naar het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam zijn gegaan – een van de twee raakte ook gewond bij de steekpartij. De politie pakte bij het ziekenhuis een van die twee verdachten op, de derde verdachte vluchtte maar werd later alsnog aangehouden.
De leerkracht zou in zijn borst zijn gestoken en raakte hierbij zwaargewond, onder het oog van kinderen en ouders. Hij werd met een traumahelikopter naar het ziekenhuis gebracht. Slachtofferhulp kwam later naar het cultureel centrum om getuigen op te vangen.
De verdachte van de moord op een vrouw in Gouda is eerder veroordeeld voor poging tot moord op een andere ex-vriendin. Dat schreef De Telegraaf woensdagavond op basis van anonieme bronnen en een rechtbankuitspraak uit 2009. Voor poging tot moord op de vrouw en zware mishandeling van haar broer kreeg hij dertien jaar gevangenisstraf opgelegd.
Dinsdagmiddag werd in Gouda een 39-jarige vrouw doodgeschoten. De verdachte, een 53-jarige man uit Eindhoven en ex-partner van de vrouw, was in eerste instantie voortvluchtig. Woensdagochtend werd hij zwaargewond aangetroffen in de duinen bij Scheveningen, waar hij even later overleed. De twee kinderen die het slachtoffer en de verdachte samen hadden waren getuige van de schietpartij.
De vrouw had begin juni aangifte gedaan tegen de verdachte. Dat heeft het Openbaar Ministerie bevestigd aan persbureau ANP na berichtgeving van NU.nl. Na de aangifte is de man voorgeleid en heeft hij twee weken vastgezeten, vanwege mishandeling van de vrouw en wapenbezit.
Blijf-van-mijn-lijfhuis
De vrouw, net als de verdachte afkomstig uit Eindhoven, zat in Gouda met de kinderen in een blijf-van-mijn-lijfhuis. Dat melden verschillende media waaronder RTL Nieuws. Een blijf-van-mijn-lijfhuis is een opvangplek voor slachtoffers van huiselijk geweld. Het gaat vaak om de opvang van vrouwen die worden bedreigd of mishandeld door mannelijke (ex-)partners.
De burgemeester van Gouda, Pieter Verhoeve, heeft laten weten dat er nazorg wordt geregeld voor „de straat, de buurt en de stad”. Dat meldt persbureau ANP. „Mijn gedachten en gebeden gaan uit naar de nabestaanden en iedereen die verdrietig is. We leven ook mee met vrouwen die nu proberen te ontsnappen aan een gewelddadige relatie”, zegt de burgemeester.
Lees ook
Femicide in Nederland: voor deze vrouwen bleek hun relatie een doodvonnis
Een supermarkt is eigenlijk een heel onlogisch concept, vindt Tom Peeters. „Dan koop je eerst spullen in en leg je die op fysieke plekken neer, om vervolgens te wachten tot iemand het gaat kopen. Dat is niet zo slim.”
Zo’n model zorgt voor veel verspilling van producten die te lang blijven liggen, wil de ondernemer maar zeggen. „In Nederland ligt op meer dan duizend plekken verse vis te wachten op een klant. En alles wat je vervolgens weggooit, moet je ook weer verwerken in de prijzen.”
Met zijn online boodschappendienst Crisp wil hij het anders doen. „Wij leggen producten niet op voorraad in de hoop dat het verkocht wordt, maar kopen in bij leveranciers pas op het moment dat wij het al verkocht hebben. Vraag en aanbod worden op die manier veel efficiënter aan elkaar gekoppeld, wat voor een kortere keten zorgt en een verser product. Daardoor blijft het ook weer langer houdbaar bij de klant in huis.”
Versproducten pas op het moment dat er een klant voor is inkopen bij verschillende leveranciers is wel een stuk complexer. „Wij hebben ruim drieduizend producten in ons assortiment, een normale supermarkt heeft er ongeveer twintig- tot dertigduizend. Maar daar heb je dan ook 20 verschillende soorten eieren – waarom zou je dat willen? Wij hebben er twee.”
„Ik geloof ook dat luiers verkopen, wat veel supermarkten doen, heel weinig van doen heeft met sla of tomaat of brood verkopen. Van oudsher wordt dat op één fysieke plek verkocht. Maar bijna niemand winkelt maar op één plek.” Peeters houdt zich daarom liever bezig met de specifieke logistiek die voor versproducten nodig is. Verschillende ‘temperatuurzones’ moeten ervoor te zorgen dat de basilicum het niet te koud krijgt, terwijl de postelein juist wel gekoeld moet worden om niet te verwelken.
Ik wilde destijds niet per se naar Amerika voor financiering, maar als jong bedrijf kom je daar helaas vaak uit
Lening van ABN Amro
Crisp, dat in heel Nederland actief is, bestaat sinds 2018. In 2022 volgde een uitbreiding naar België. Donderdag maakt het bedrijf bekend dat ABN Amro als financier bij Crisp instapt, met een lening van 28 miljoen euro. Die dient grotendeels als vervanging van een eerdere lening uit 2022 van 23,9 miljoen euro van de Amerikaanse durfinvesteerder Triple Point Capital, die afliep.
„Ik ben destijds niet naar een Amerikaanse investeerder gegaan omdat ik per se naar Amerika wilde”, zegt Peeters. „Maar als jong bedrijf kom je op zoek naar financiering van die risicovolle eerste fase helaas vaak buiten de landsgrenzen uit. Europa loopt achter op het vlak van geld voor innovatie, terwijl het belangrijk is om dat hier te houden in plaats van het uit te besteden.
„Met ABN Amro gaan we nu duidelijk een volgende fase in. Naast het vervangen van dat krediet hebben we nu meer ruimte om te investeren in software, ons assortiment en in onze logistiek.”
Lees ook
Voor de privacybewuste supermarktklant worden boodschappen steeds duurder
Winstgevend in Nederland
Crisp zegt dat de Nederlandse tak nu ruim een jaar winstgevend is – een jaarrekening over 2024 heeft het bedrijf nog niet gedeponeerd. „De inkomsten in Nederland dekken alle kosten die we hier maken. In België ontwikkelt het zich ook volgens plan, we verwachten dat we eind dit jaar voor het eerst groene cijfers gaan draaien met de hele groep. Vlamingen bestellen meer tegelijk dan Nederlanders en zijn ook iets loyaler, maar de drempel voordat ze een eerste aankoop doen is wat hoger. Daar moeten we iets meer marketing doen zodat ze ons weten te vinden.”
Crisp heeft „tienduizenden” klanten per week, zegt Peeters. „In totaal honderdduizenden. 70 procent van onze omzet komt van mensen die een ritme hebben en min of meer wekelijks bij ons bestellen. Gemiddeld geven ze dan 100 euro exclusief btw uit aan ruim dertig producten.”
Ik merkte zelf dat het best veel werk is om bij goede ingrediënten te komen als je een gezin hebt met jonge kinderen
Hoe groot willen jullie worden?
„Wij zullen nooit de grootste supermarkt van Nederland willen worden. Ik denk dat dat voor vers eten eigenlijk een heel lastig model is, de winkel met altijd alles voor iedereen. Amazon probeert dat te bouwen, maar ik geloof niet dat zij per se het best zijn in sla en aardbeien verkopen.”
„Momenteel wordt iets van 8 procent van de boodschappen in Nederland online gedaan, dat is heel weinig. Dus 92 procent is niet online. Of dat nou naar 20 of 40 of 80 procent gaat, dat maakt mij niet zoveel uit, maar het wordt een veel grotere markt. Ik denk dat er altijd een plek voor offline boodschappen zal blijven, die doe ik zelf ook weleens, maar niet in de verhouding 92 tegenover 8.”
Wie is jullie doelgroep?
„De meeste van onze klanten zijn jonge gezinnen. Steeds meer jonge mensen willen weten wat ze nou precies eten en vertrouwen niet meer blind op grote merken. Ze willen liever vers dan lang houdbaar en liever van dichtbij dan van ver weg. En die mensen wonen echt niet allemaal in Amsterdam, 52 procent van onze klanten woont buiten de Randstad.
„Als je kijkt naar onze klantengroep en die vergelijkt met de demografie van Nederland, dan is er veel overlap.” Peeters legt het uit aan de hand van de WOZ-waarde van de postcodes waar Crisp bezorgt. „Onze klanten zitten net 5 à 10 procent boven het gemiddelde.”
„Ik merkte zelf dat het best veel werk is om bij goede ingrediënten te komen als je een gezin hebt met jonge kinderen. De boodschappen moeten dan aan de randen van de dag of in het weekend gedaan worden. Uit gemak beland je dan in de supermarkt, terwijl het heel leuk is om af en toe naar de markt of de visafslag te gaan. Maar met stromende regen of als er hockey of voetbal of fluitles is, dan kom je daar niet zomaar terecht.
„Er is in Nederland een heel groot landschap van kleinschalige makers, boeren en kwekers. Kwaliteit is veelal te vinden in kleinschaligheid, de beste tomatensoep komt niet uit de allergrootste tomatensoepfabriek.
„Dat netwerk zijn we gaan ontsluiten. Zodat je niet alleen verse aardbeien uit de Noordoostpolder kunt krijgen als je daar in de buurt woont, maar ook als je in Groningen, Breda of Maastricht woont.”
Als ik dan om vijf minuten voor elf uur ’s avonds bij jullie aardbeien bestel, gaat iemand die dan ’s nachts plukken?
„Niet specifiek voor jou. Maar hij wordt wel vandaag voor de leveringen van morgen geplukt. Voor mij is het geen verrassing hoeveel aardbeien ik morgen verkoop, dat valt heel goed te voorspellen. Wij verzamelen data over de vraag en het aanbod van producten, daarmee kunnen we steeds beter voorspellen wat er verkocht gaat worden.
„Niets is zo persoonlijk als eten, maar er zit wel een patroon in. Er zijn heel veel data over beschikbaar, je eet al zolang je bestaat. En van die data kun je wat leren, daar kun je software omheen bouwen. Ook om weer terug te geven aan de klant. Door bijvoorbeeld andijviefans op zomerpostelein te wijzen, als dat meer in het seizoen is.
„Wij doen aardbeien in de korting op het moment dat het heet is geweest en ze van het land komen. Promoties leggen we niet vooraf al vast in langetermijncontracten, maar doen we op het moment dat er veel aardbeien zijn. Eigenlijk net zoals op de klassieke zaterdagmarkt, dat er zo’n mevrouw of meneer voor een marktkraam staat te tetteren van ‘neem ze mee, twee bakjes voor één’.”
Zo kleinschalig groenten en fruit in zakjes doen en naar klanten brengen klinkt niet per se efficiënt. Grote retailers optimaliseren doorlopend, doen hun komkommers in plasticfolie zodat ze zo goedkoop mogelijk lang mee kunnen.
„Op welk vlak is het efficiënter? Dan hoef je er minder weg te gooien, zeggen ze. Aha. Maar dat is dus precies wat ik niet doe. Ik zorg ervoor dat die komkommer direct naar de klant toe kan komen en niet lang opgeslagen hoeft te worden in de winkel.”