Vicky Krieps heeft geen roem en glorie nodig: ‘Als niemand me meer wil inhuren, blijf ik hetzelfde doen’

In de barokke kaarsverlichte wijnkelder van het Hôtel Place d’Armes, omringd door de dalen en beekjes van Luxemburg-stad, is het moeilijk om Vicky Krieps (40) niet als een van haar personages te zien. Ze ziet er koninklijk uit – elegant, rank, haren zorgvuldig in de war. Ze spreekt in zinnen die uit een scenario lijken te komen: „Ik heb hier al veel interviews gedaan. Dat klopt. Maar als je in het leven bewuste keuzes maakt, kan je daar altijd over praten.” Ze kijkt je doordringend aan en verbreekt zelden oogcontact, alsof ze een geheim heeft en ze twijfelt of ze je kan vertrouwen. Is ze keizerin Sisi uit Corsage? Alma, uit Phantom Thread?

De Luxemburgse Krieps groeide hier in de buurt op. Onder in het dal ligt zelfs een Krieps-plein – vernoemd naar haar grootvader Robert Krieps, verzetsheld, politicus en verantwoordelijk voor het afschaffen van de doodstraf in het groothertogdom. Maar voor Krieps was Luxemburg te klein. Willen acteren was hier „als naar de maan willen”, zei ze eerder tegen The Guardian. Dat ze een van de meest gewilde actrices van Europa zou worden, was toen ondenkbaar.

Nu speelt ze een grote rol in vijf films die de komende twee jaar uitkomen. Één daarvan is de nieuwe film van regisseur Jim Jarmusch, een ander is The Dead Don’t Hurt, waarvoor ze nu op het Lux Film Festival is. Een western, geregisseerd én geschreven door Viggo Mortensen (The Lord of the Rings) – hij geeft enkele verdiepingen hoger interviews. Zeven jaar geleden moest Krieps soms nog zélf op zoek naar financiering voor haar (korte) arthousefilms. Nu is ze deel van de reden dat financiers brood zagen in The Dead Don’t Hurt, vertelt Mortensen. „Het is steeds moeilijker een film gefinancierd te krijgen. Met Vicky hadden we een goede kans om genoeg geld te krijgen.”

Een kogel is conflictresolutie

Het is lastig een actrice te bedenken die beter zou passen bij de rol van Vivienne in The Dead Don’t Hurt. Vivienne is jong en rebels. Ze speelt spelletjes met haar omgeving in het keurige 19de-eeuwse San Francisco en rent weg met een oudere, sigaarrokende Deen op een paard (Mortensen). Verbeten houdt zij stand in een wereld waar een kogel in iemands gezicht afvuren telt als conflictresolutie. „Als vrouw is ze de zwakste in het Amerika van die tijd”, vertelt Krieps. „Daarom doen ze haar pijn, wordt ze geslagen. Maar zij omarmt haar zwakte, behoudt haar waardigheid en kijkt haar mannelijke daders recht in de ogen.” Krieps is gespecialiseerd in dit soort personages die „alleen hun blik hebben. Ik mág niet praten, ik mag niet bewegen, maar ik kan je zien. En dat is zo veel sterker. Door die blik worden die mannen gedwongen naar zichzelf te kijken.”


Lees ook
The Dead Don’t Hurt is smullen, ook al weten we al bij het eerste shot: dit gaat in tranen eindigen

Vicky Krieps en Viggo Mortensen in The Dead Dont Hurt.

Misschien is haar doorbraakfilm Phantom Thread (2017) het beste voorbeeld. Krieps personage Alma weigert slechts ‘muze’ van een monomane 19de-eeuwse jurkenmaker te zijn. Ze maakt hem stilletjes afhankelijk van haar. Haar rol in Corsage (2022) was vergelijkbaar. Krieps speelde de geliefde keizerin Sisi zónder diens allure puur uit schoonheid te putten. Ze maakte haar Sisi complex: psychologisch inzichtelijk én ongrijpbaar achter een masker van charme en ambigue glimlachjes. Ze won er in Cannes de Un certain regard-prijs voor.

„Emancipatie was lange tijd exterieur: een broek dragen, spugen als een man, drinken als een man, neuken als een man. Dat was misschien goed, maar niet leuk. Het was pijnlijk, want het betekende dat we onszelf moesten aanpassen. Nu hoeft dat niet meer. We kunnen onze innerlijke grenzen verleggen: ons mentaal emanciperen. Mijn personages doen dat.”

Uitblinken naast Day-Lewis

Tot Phantom Thread in 2017 modderde Krieps wat aan in de filmindustrie. Ondanks dat haar familie haast op de Luxemburgse monumentenlijst staat. Of dat haar vader werkte in de filmdistributie: „Hij was vooral een manager ergens.” Ze was er content mee.

Tot regisseur Paul Thomas Anderson haar in Das Zimmermädchen Lynn (2014) zag. Een typische Krieps-rol: een obsessief compulsief kamermeisje verstopt zich onder de bedden van klanten om ze te bespieden tijdens hun sekscapades. Anderson omschreef haar ooit als „Krachtig, onafhankelijk, onverschillig. Ze ziet eruit alsof ze kan werken in een theezaak, maar als ze dan een jurk aandoet is het: Oh my god.” Hij castte haar tegenover Daniel Day-Lewis in diens allerlaatste film. Krieps hield niet alleen stand, ze blonk zelfs uit naast de legendarische acteur.

Sindsdien heeft ze de rollen voor het uitkiezen. Ze speelde in zeventien films in zeven jaar. Van cinefiele arthouse als Bergman Island, over een koppel dat vakantie viert op een eiland waar de films van Ingmar Bergmann zich vermengen met de realiteit. Tot popcornfilm Old, over toeristen die vastzitten op een strand waar iedereen razendsnel ouder wordt.

Het curieuze aan haar spel is dat ál haar rollen, hoe verschillend ook, overlappen. Zelfs als Krieps schreeuwt op een horrorstrand is er iets wat haar verbindt met keizerin Sisi – alsof al haar personages reïncarnaties van elkaar zijn.

In het Hôtel Place d’Armes zoekt ze peinzend naar een verklaring: „Op de set voelt het alsof ik het mysterie van de menselijke natuur onderzoek. Waarom haten we elkaar? Waarom is er oorlog? Waarom worden we wakker en doen we elke dag hetzelfde? Wanneer hebben we afgesproken dat we allemaal dezelfde tafel kopen bij Ikea? Er is iets absurds aan, leven met al die regels. Met elke rol onderzoek ik een nieuwe hoek, ga ik dieper. Dat is de enige manier om het te beschrijven: ik ben een archeoloog.”

Het geeft haar acteren niet alleen universaliteit, maar ook iets mysterieus – je ziet de zoektocht achter de ogen van haar personage. Net zoals je die ziet als je met ‘de echte Krieps’ praat. „In tegenstelling tot andere acteurs maak ik de rollen niet kleiner, maar groter. Het is waanzin.” Ze wijst omhoog: „Ik maak verbinding met een soort energie: wat betekent het om een persoon te zijn. Ik hóór ze niet eens ‘cut’ roepen.”

Acteren is maar een deel

Is Krieps wel een actrice? Zelf ziet ze zich niet zo. Acteren is slechts deel van haar zoektocht, ze was altijd zo. „In mijn jeugd bevroeg ik alles wat mensen als waarheid presenteerden. Wat is tijd? Bestaat het wel?” En het duurt voort in haar volwassen leven, wat af en toe tot controverse leidt. Over #MeToo zei ze óók medelijden te hebben met de daders: „Dat is ook een soort ziekte, daar kan je niet gelukkig van worden.” En ze keerde zich tegen de coronamaatregelen in Duitsland met de controversiële campagne #allesdichtmachen. Na een mediarel trokken de meeste van de ruim vijftig deelnemende acteurs zich terug. Krieps niet.

Haar openhartigheid is een deel van de reden dat ze zich in Hollywood niet thuisvoelt. „Het voelde als gif. Mensen deden alsof ik ‘de uitverkorene’ was”, zei ze tegen vakblad Indiewire. In Luxemburg voegt ze toe: „Geld heeft mensen vreselijk gemaakt. Er zijn daar verschrikkelijke mensen die je vertellen wat je wel en niet mag zeggen. Er moet iets veranderen.” Of ze ooit weer een film met een gevestigde Hollywoodstudio zal maken, weet ze niet. „Waarschijnlijk niet”, zegt ze. „Ik heb geen roem en glorie nodig, echt niet. Als niemand me meer wil inhuren en ik geen geld heb, blijf ik hetzelfde doen.”

Het is haar sowieso onduidelijk, zegt ze, welke rollen ze zal spelen in de toekomst. Het openbaart zichzelf, zoals bij The Dead Don’t Hurt. „Ik zat in de woestijn om The Wall te filmen, over de muur tussen Mexico en de VS en ik was de slechterik. Ik zag beelden van mezelf als ‘duistere Jeanne d’Arc’, van bloed dat vloeit van eerdere generaties: inheemse stammen, veroveraars, Mexicanen, Amerikanen. En ik dacht: rijden in een auto klopt niet. Ik zou op een paard moeten zitten. Een western.” Een week later kwam het scenario van Mortensen binnen. „Ik ben echt niet iemand die overal signalen ziet.” Met die geheimzinnige glimlach: „Maar het maakt me niks uit als je dat denkt.”