Vicepremier Petra De Sutter van België, zelf trans: ‘Het maakt me ongerust dat ik onzin moet lezen over trans vrouwen’

Petra de Sutter De Belgische vicepremier Petra De Sutter, de eerste transgender minister in Europa, ziet de conservatieve tegenreactie met zorg aan. „De paranoia die gekweekt wordt door rechts dreigt iedereen uit elkaar te spelen.”

Foto Nick Somers

Als het gesprek over gender gaat, beweegt de vicepremier van België naar het puntje van haar stoel. Petra De Sutter (60), minister van ambtenarenzaken en overheidsbedrijven van de regeringspartij Groen, voelde zich afgelopen zomer genoodzaakt een opiniestuk in te zenden naar De Morgen, nadat Ricky Kolle als eerste trans vrouw tot Miss Nederland was verkozen. Conservatieve stemmen in België veroordeelden die uitverkiezing en dat baarde haar zorgen. „Dan zijn er mensen die zeggen dat zij geen echte vrouw is”, zegt De Sutter fel. „Dat betekent dat je het concept gender niet kent, laat staan aanvaardt. En je zegt ermee: trans vrouwen bedreigen echte vrouwen. Alsof die straks de wereld zullen overnemen? Wat een nonsens.”

De Sutter, de enige minister van Europa die transgender is, volgt het onderwerp op de voet. „Een week of twee geleden las ik dat de internationale schaakfederatie trans vrouwen verbiedt aan de vrouwencompetitie mee te doen. Schaken hè. Niet: gewichtheffen.”

Wat was de argumentatie?

„Geen. Gewoon: dat zijn geen echte vrouwen. Maar waarom zouden trans vrouwen bedreigend zijn voor de vrouwencompetitie? Omdat ze slimmer zijn? Beter kunnen schaken?”

Zowel vrouwen als mannen mogen aan het WK schaken meedoen, maar het is in de praktijk zo dat vrouwen de top niet halen.

Cynisch: „Want ze zijn niet slim genoeg?”

Heeft misschien te maken met het feit dat vrouwen lange tijd minder toegang hadden tot het schaakbord.

„Ik denk dat je in deze discussie over fysieke verschillen kunt praten. In spiermassa, skeletbouw. Maar gaan we het echt over het brein hebben?”

Er wordt vaak beweerd dat vrouwen emotionelere keuzes maken bij schaak.

„Dat zou bij trans vrouwen precies hetzelfde zijn. Het maakt me ongerust dat ik dat soort onzin moet lezen. Dat trans vrouwen andere vrouwen zouden bedreigen. Er zijn mensen die streven naar een genderloze maatschappij. En er zijn ook mensen die mij daarvan als kopstuk zien. Ik ben een vrouw, voel me een vrouw en het allerlaatste wat ik zou willen is dat de verschillen tussen mannen en vrouwen verdwijnen.”

Het is nu twintig jaar geleden dat Petra De Sutter uit de kast kwam . In 2004 ging ze in transitie. Ze had veertig jaar met zichzelf „in de knoop gezeten” toen ze ten einde raad aan een psychiater vroeg of die geen pilletje had om haar van die vervelende gevoelens af te helpen. „Dat was toen heel normaal”, zegt ze. „Twintig jaar ervoor werden homo’s ook eerst naar een psychiater gestuurd.”

De psychiater had nauwelijks een halfuur nodig om te zien wat er met De Sutter aan de hand was. „‘Je hebt geen keuze’, zei hij. Oké, dan zullen we maar een beslissing nemen om in transitie te gaan. Dat is geen gemakkelijk traject, want je verliest er vrienden door. Je moet het allemaal uitleggen, 107.000 keer. Veel mensen hebben er geen begrip voor.”

U voelde dit als kind al, maar wilde het niet accepteren?

„Ik keek drie keer per dag in de spiegel en steeds zag ik iemand met wie ik me niet kon identificeren. Dat is een strijd geweest die veertig jaar heeft geduurd. Dat komt doordat je vastzit in allerlei andere beslissingen die je hebt genomen en in een maatschappij die op een bepaalde manier naar je kijkt. Ik was zeer succesvol in mijn werk en ik was bang om dat allemaal kwijt te raken. Gelukkig is dat niet gebeurd.”

Werken was lange tijd een „vlucht” voor De Sutter, vertelt ze. Als ze maar bleef doen wat mensen van haar verwachtten, zou ze wel gelukkig worden. Maar dat bleek niet zo te zijn. „Ik heb heel hard gewerkt, professioneel, maar lange tijd niet aan mezelf.” Toen ze zichzelf durfde te zijn, voelde ze zich bevrijd. „Mensen zitten vaak in zelfgemaakte gevangenissen. Ik had het privilege om te kunnen zeggen: ik ga iets anders doen.”

We spreken elkaar in kunstencentrum Bozar, het beroemde art-decogebouw in het centrum van Brussel dat vroeger bekend stond als het Paleis voor Schone Kunsten. Voor De Sutter is dit niet zomaar een plek. Ze is fervent liefhebber van klassieke muziek, wordt naast meditatie rustig van gregoriaanse zang en probeert hier een paar keer per jaar naar een concert te gaan.

Ze zegt het een eer te vinden dat NRC anderhalf uur voor haar uittrekt. Niet eerder werd ze uitgebreid door een Nederlandse krant geïnterviewd. Er is één onderwerp waar ze volgens haar woordvoerder niets nieuws over te melden heeft, en dat is het dossier Bpost. Als minister van overheidsbedrijven kwam ze eind april onder vuur te liggen toen bleek dat twee van de experts op haar ministerie door het postbedrijf betaald werden, waardoor de indruk van belangenverstrengeling ontstond. Ze redde zich uit die benarde positie door te stellen dat ze ingreep zodra dat kon. Het is nog afwachten wat er uit een extern onderzoek komt, maar volgens haar woordvoerder gaat dat niet over de rol van zijn minister.

De Sutter, geboren in Oudenaarde, studeerde geneeskunde in Gent en specialiseerde zich als gynaecoloog in vruchtbaarheidsonderzoek. Ze is bijzonder hoogleraar op dat gebied en was afdelingshoofd in het universitair ziekenhuis van Gent. Die functie combineerde ze een aantal jaar met haar carrière in de Europese politiek, maar daar moest ze mee stoppen toen ze in oktober 2020 werd beëdigd als federaal minister, de eerste en enige trans persoon op die post in Europa.

Sindsdien mist ze het „psychologische aspect” van haar werk in het ziekenhuis. „Ik was technisch expert in de voortplanting, maar trad ook vaak op als psycholoog”, zegt ze. „Je moet heel goed aanvoelen tot waar stellen met een kinderwens willen of zouden moeten gaan en waar het beter is om te stoppen. Die mix van het medisch-technische, het wetenschappelijke en sociale, het psychologische en empathische, vond ik erg boeiend.”

Foto Nick Somers

Is er in de Belgische politiek ruimte voor empathie?

„Die ruimte probeer ik wel te maken. Politiek is een strijd om ideeën en hoe die om te zetten in daden. Denk je dat dat gebeurt met een dobbelsteen? Nee, je gaat praten, elkaar proberen te begrijpen. Ik wil dit, waarom de ander niet? Als je dat begrijpt, kan je hem of haar proberen te overtuigen, of je kunt zeggen; oké, we gaan een middenweg vinden. Op die manier onderhandelen doe ik heel graag. Empathie, psychologie en emotionele intelligentie zijn heel belangrijk. Je moet kunnen aanvoelen waar mensen bang voor zijn. Waar mensen afhaken en het niet meer vertrouwen. Dat is een van de grootste uitdagingen van de hedendaagse politiek in het centrum. Populistische stemmen lijken meer gehoor te vinden.”

Moet u daar aan meedoen om nog gehoord te worden?

„Dat is een moeilijk dilemma. Moet je zelf populist worden, of de mensen op een andere manier proberen terug te winnen? Ik denk dat je geen populist moet willen worden, maar oprecht begaan moet zijn met wat de mensen wakker houdt. Valideren waar ze het over hebben. Als je aan politiek doet, en dat is die emotionele intelligentie, dan moet je weten hoe je met mensen moet praten.”

Zijn vrouwen daar beter in dan mannen?

„Ik denk dat sommige mannen daar ook heel goed in kunnen zijn. Het heeft te maken met een manier van overleggen, vergaderen, van luisteren en met respect met elkaar omgaan. Maar duidelijk is dat er nog veel paternalisme is in onze samenleving.”

Seksisme zelfs, ook in de Belgische politiek, zei u onlangs.

„Seksisme is natuurlijk te veroordelen. Als je in een vergadering zit en daar zitten vijf mannen en vijf vrouwen en je zou gaan timen hoeveel iedereen aan het woord is, zie je dat mannen vrouwen onderbreken. Daar zijn veel onderzoeken naar gedaan. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Maar over het algemeen zijn vrouwen meer luisterbereid.”

Heeft u zelf last gehad van seksisme in de politiek?

„In het algemeen heus wel eens. Maar in de regering? Nee.”

In de Nederlandse politiek zijn de laatste maanden vrouwen opgestapt vanwege de giftige aanvallen op hen. Onder anderen Sigrid Kaag sprak daar open over.

„Dat is ontzettend jammer. Ik hoop vooral dat de extremen daar niet beter van worden.”

Volgend jaar zit ze tien jaar in de politiek. In 2014 slaagde ze er na een campagne rond -milieu en de impact van hormoonverstorende stoffen op de gezondheid niet in om verkozen te worden in het Europees Parlement. Vijf jaar later lukte dat wel. De Sutter kwam in 2014 wel in de Belgische senaat terecht, die haar afvaardigde naar de Raad van Europa. Daar zetelde ze in een commissie waar onder meer gelijke rechten voor vrouwen en de LGHBTQIA-gemeenschap, en ethische thema’s als migratie werden behandeld.

Haar partij Groen kwam tijdens de lange formatie die volgde op de Belgische verkiezingen van 2019 aanvankelijk niet en later toch wel in een splinterregering. Zij werd er vicepremier.

Waarom bent u de politiek in gegaan?

„Als je talent hebt en mensen denken dat je daar wat mee kunt doen, vind ik dat je je daar niet aan mag onttrekken. Ik ben opgevoed met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Heb veel van het leven gekregen. Het werd tijd dat ik iets ging teruggeven.”

De Sutter maakte zich vanwege haar achtergrond als fertiliteitsexpert zorgen over het gebrek aan kennis over hormoonverstoorders in België. Er was voldoende kennis over de schadelijke gevolgen beschikbaar, maar politiek was men er totaal niet mee bezig. „Waarom? Omdat het hier over stoffen gaat die in plastic zitten. En die zijn bijzonder belangrijk voor onze chemische industrie en economie. Vandaag weten we allemaal wat fijnstof is, wat PFAS is. Maar tien jaar geleden had niemand het erover. Daarom heb ik gezegd: er is maar één manier om die producten aan banden te leggen, en dat is via de politiek.”

Mensen zitten vaak in zelfgemaakte gevangenissen. Ik had het privilege om te zeggen: ik ga iets anders doen

Mensenrechten is het andere thema dat ze wil blijven agenderen. „Het gaat op dat gebied de goede en slechte richting uit”, zegt ze. „Ik zie een goede evolutie op wettelijk vlak in Europa. We bieden steeds meer bescherming en rechten aan minderheden. We zijn het tweede land na Nederland waar holebi’s mochten trouwen.”

Dat is alweer even geleden.

„Ja, maar dat wordt niet in vraag gesteld. Behalve dan misschien door extreemrechts.”

En dat geluid is nogal aanwezig in België.

„Zeker, op straat worden nog steeds homokoppels die hand in hand lopen in elkaar geslagen. De wettelijke bescherming gaat goed, maar in de praktijk valt het nog tegen. Ik voer die strijd, overigens ook als het gaat over het homohuwelijk en abortus. Dat zijn zaken die in landen als Hongarije en Polen onder druk staan.”

De Belgische abortuswet werd in april anders ook fel bekritiseerd door uw collega’s van de christendemocraten. Zij wilden de tijdslimiet voor abortus beperken.

„Je ziet helaas dat het rechtse narratief doorsijpelt in de meer traditionele centrumpartijen. Soms zelfs ook op links. Dat is onrustwekkend. Als je een meerderheid hebt die er zo over denkt, kun je het homohuwelijk terugschroeven. Dat gebeurt hier en daar al in Europa. Wij Groenen moeten mensen zien uit te leggen wat mensenrechten zijn, wat solidariteit is, gelijkheid. Zodat mensen die zich anders voelen of een kleur hebben, een migratieachtergrond hebben, zich niet bedreigd voelen.”

Op dat vlak wordt ook flink geblunderd. De Belgische staat slaagt er maar niet om asielzoekers adequaat op te vangen. Er slapen duizenden mannen op straat in Brussel.

„Wij hebben ervoor gezorgd dat de wet rond gezinshereniging niet verstrengd is, waar jullie regering over is gevallen. Daarom is het cruciaal dat mijn partij in de regering blijft. De paranoia die gekweekt wordt door rechts over asielzoekers en mensen met een migratieachtergrond dreigt iedereen uit elkaar te spelen. Dat, in een jaar voor de verkiezingen, vind ik met vuur spelen. Nu gaat het om rechten van mensen op de vlucht, morgen over die van vrouwen, homo’s en mensen met een handicap. De oorzaak is dat we in een wereld in crisis leven. Dat zorgt voor angst voor de toekomst, onzekerheid. En dat is een vruchtbare bodem voor populisme en nationalisme. Pas op: ik ben ook een fiere Belg. Maar van demagogie bedien ik me niet. Voor simpele antwoorden is de wereld te complex.”

Foto Nick Somers

Electoraal werkt dat misschien beter.

„Er is nooit iemand beter geworden van of zwart of wit. Er zijn vijftig tinten grijs. De middenweg is meestal de beste weg. Maar misschien verkondigen wij onze boodschap niet luid genoeg. Ik zou willen dat meer mensen nadenken over waar het met deze planeet naartoe gaat dan die 7 à 8 procent van deze bevolking.”

Maar zien mensen het probleem niet pas als het water hen aan de lippen staat?

„Twee jaar geleden is dat bij ons gebeurd. De overstromingen in Wallonië kostten 42 mensen het leven. Toen werd plots duidelijk dat die problemen niet alleen in Bangladesh voorkomen.”

In Nederland lijkt Pieter Omtzigt erin te slagen om met een nieuw geluid potentieel veel kiezers te bereiken. Hoe kijkt u naar hem?

„Ik ken Pieter goed, we zaten vijf jaar samen in de Raad van Europa. Wat hij doet is verrassend, uniek. We weten alleen nog niet precies waar hij voor zal staan. Hij wil grote schoonmaak houden in de Nederlandse politiek, democratische vernieuwing, betrouwbaarheid. Het mooie is dat hij geen populist noch een extremist is, en toch veel mensen kan bereiken.”

Kunt u van hem leren?

„Hij moet nog slagen in zijn opzet, want hij zal een coalitie op de been moeten brengen. Ik kijk met eenzelfde interesse naar de samenwerking in Nederland tussen de PvdA en GroenLinks. Ik denk dat het ook bij ons noodzakelijk gaat zijn om met meerdere progressieve partijen samen beleid te gaan voeren. Om te zorgen dat de dam tegen rechts niet barst.”