Na binnenkomst wordt gevraagd of je je schoenen uit wil doen. In de gymzaal van een voormalige basisschool in Amsterdam-West staat in het midden een muzikant op gitaar te spelen. Of iedereen rond hem heen wil gaan staan en een kring wil vormen met elkaars handen vast. Stel je alvast voor aan de persoon naast je, is de suggestie.
De avond, met de titel Het Jaar van Verzet, georganiseerd door Marte Boneschansker, is een vorm van community-theater, waarbij de bezoeker ook deelnemer is. Elke derde donderdag van de maand, van februari tot september, is er een sessie, met gastsprekers, discussie en muziek. Na Het Jaar van Rouw, Het Jaar van Verlangen, Het Jaar van Schaduw is 2025 voor Boneschansker het jaar van verzet. Hoofdvragen: „Wanneer kom jij in verzet? Demonstreer jij of kom je liever op een andere manier in beweging?”
Op de eerste sessie in februari stellen de teamleden zich voor, nadat iedereen op kussens op de grond is gaan zitten. Onder hen twee curatoren die het programma mede samenstellen, performer Didi Kreike en Rory Ronde, de muzikant. Boneschansker verklaart haar keuze voor het thema verzet: „Voor mij is verzet een plek waar ik naar terugkeer als ik voel dat iets niet klopt. Dat gevoel negeren is niet eerlijk met jezelf leven. Ik kan me eenzaam voelen in mijn verlangen naar verzet, dus ik heb de behoefte aan een groep om me bij aan te sluiten. In een groep zijn levert conflicten op, dus ik zoek naar waar ik me thuis voel in verzet.” Haar stem slaat over, waarop ze concludeert: „Het lichaam spreekt. Ik ben bezig de verschillen te omarmen, zodat ik niet steeds hoef te voelen dat we exact hetzelfde denken.”
Alle circa dertig deelnemers hebben antwoord gegeven op de vraag: „Wat heb jij met het thema verzet?”
Onrecht
Alle circa dertig deelnemers hebben antwoord gegeven op de vraag: „Wat heb jij met het thema verzet?” Iedereen leest een antwoord van een ander voor. Uit de ingestuurde motivaties spreekt een enorme behoefte uit te zoeken hoe je je kunt verzetten tegen het groeiende onrecht in de wereld, tegen onverdraagzaamheid, tegen oorlog. De een wil niet demonstreren, de ander wil „honderdduizend mensen op straat”.
De formuleringen lopen uiteen van: „Verzet laat zien dat we geven om anderen. Ongeacht hoe ik het zelf heb, wil ik streven naar een vredige, duurzame en inclusieve wereld voor allen” tot „Verzet is essentieel om verandering teweeg te brengen in de onverdraagzame richting waarin de wereld beweegt.” De motivatie die de verslaggever moet voorlezen, is even puntig als grappig: „Altijd al een eigenwijs persoon geweest.”
De sprekers op de eerste sessie, kunstenaar-provocateur Bambí Benko en maker en performer Christophe Meierhans, zijn gevraagd hun dromen over een nieuwe wereld uiteen te zetten. Benko heeft een kruidenthee bij zich om zich voor te stellen, met bijvoet, brandnetel, chaga (een zwam) en lavendel. Bijvoet kun je ook boven je kussen hangen: „Krijg je heel intensieve dromen van.”
Benko vertelt geïnspireerd te zijn door een aan Brecht toegeschreven uitspraak: „Kunst is geen spiegel van de samenleving, maar een hamer om die vorm te geven.” Oftewel: „Als kunst politiek effect wil hebben, moet het niet de werkelijkheid weergeven, maar in die werkelijkheid ingrijpen.” Benko begon tien jaar geleden met het maken van opblaasbare barricades voor demonstraties in diverse landen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129254706-cade86.jpg|https://images.nrc.nl/5DewbbanP6-qBAyLlOt7eoBys0k=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129254706-cade86.jpg|https://images.nrc.nl/xqLq6XyKbyOODS8io9dMxIZddLo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129254706-cade86.jpg)
Dromen
Benko en Meierhans spreken over het belang van dromen, ook dagdromen, de toekomst voor je zien en over kunst als een manier op een andere manier naar de wereld te kijken. Het abstractieniveau is hoog, aldus een deelnemer. Waarna wordt teruggeschakeld van Engels naar een gesprek in het Nederlands, en deelnemers hun ideeën over dromen delen. Zoals: zijn onze dromen niet ook al onderdeel van „het systeem”; is onze verbeelding aan banden gelegd; moeten we eigenlijk wel willen dromen van een ideale wereld?
Besproken wordt, in een meanderende discussie, wat verzet is en hoe je dat invult. Als je het op een overkoepelend niveau met elkaar eens bent, maar niet op de details, dan kun je het beste luisteren naar je eigen gevoel over wat verzet is, zegt de een. Het is belangrijk om te begrijpen waar je je tegen verzet, zegt een ander. Wat iemand uitnodigt om te zeggen dat filosoferen over wat verzet is en hoe we het noemen, ook een privilege is. In Gaza, waar genocide wordt gepleegd, zegt ze, boeit dat mensen niet want daar staan levens op het spel. Waarop Benko inbrengt dat de urgentie tot verzet voortdurend wordt gevoeld, maar dat de vraag ook is hoe je je verzet op de lange termijn volhoudt. Bijvoorbeeld door wonen op een alternatieve plek, een commune, met gelijkgestemden. „Dat geeft vreugde en vreugde geeft kracht.”
Het is nog maar de eerste sessie van acht, maar de deelnemers lijken ondanks al hun verschillen vastbesloten samen een openhartig gesprek te voeren. Er worden volop gevoelens gedeeld, en tips en ideeën uitgewisseld. Na bijna twee uur heeft Bonestansker een slotwoord: de zoektocht in dit Jaar van Verzet is hoe kunst kan helpen de verbeelding te vinden in het verzet en hoop te blijven houden dat verzet zin heeft. Na de mededeling dat nog meer mensen zich kunnen aansluiten vanaf de volgende sessie, is er ter afsluiting livemuziek.
