Israël heeft er geen misverstand over laten bestaan dat het hard wil terugslaan na de Iraanse raketaanval op Israël van vorige week. Hoe hard, blijft onzeker. Het Israëlische zelfvertrouwen, in het bijzonder dat van premier Netanyahu, is de laatste weken echter snel toegenomen na de harde klappen die het Israëlische leger aan de Iraanse bondgenoot Hezbollah in Libanon heeft toegebracht. En velen in Israël zien het als een buitenkans om eindelijk af te rekenen met de oude vijand Iran.
Daarbij gaat de meeste aandacht uit naar Irans omstreden nucleaire programma. „We moeten nu optreden om Irans nucleaire programma te vernietigen, zijn centrale energie-installaties, en we moeten dit terroristische regime een fatale slag toebrengen”, schreef oud-premier Naftali Bennett vorige week. Ook Netanyahu ziet dit programma al jaren als een grote bedreiging voor Israël omdat hij Iran ervan verdenkt een eigen kernwapen te willen ontwikkelen, ondanks nadrukkelijke Iraanse ontkenningen.
Dat een aanval op Irans nucleaire faciliteiten een serieuze optie is voor Israël liet de luchtmacht twee jaar geleden zien met een gesimuleerde aanval; tijdens die oefening boven de Middellandse Zee, genaamd ‘Chariots of Fire’, voerden meer dan honderd gevechts-, transport- en tankvliegtuigen een gefingeerde aanval uit tegen „doelwitten op grote afstand”.
Diep verscholen in bergen
De grote vraag bij een échte aanval is wat Israël met zijn eigen wapenarsenaal kan uitrichten tegen de Iraanse nucleaire installaties. Een belangrijk deel van het nucleaire programma, zoals centrifuges waarmee uranium wordt verrijkt, is diep weggestopt in ondergrondse tunnelcomplexen in de bergen, zoals bij Fordow en Natanz. Soms wel 80 tot 145 meter onder de oppervlakte.
Om aanvallen uit te kunnen voeren op dergelijke doelen kan Israël niet zonder bommen als de Amerikaanse GBU-57 Massive Ordnance Penetrator (MOP), ook bekend als bunker busters. Deze zes meter lange bommen hebben een gewicht van ruim twaalfduizend kilo en zijn de zwaarste niet-nucleaire explosieven, speciaal ontworpen om diep in de aarde door te dringen, waar militaire installaties letterlijk zijn aangelegd in grotten of in een berg. Door hun gewicht en lengte kunnen deze bommen alleen worden afgeworpen door zware strategische bommenwerpers als de B-2 Spirit van de Amerikaanse luchtmacht, bekend als de Stealth bommenwerper.
Zwaarste bunkerbommen
Maar wapendeskundigen vragen zich af of deze zwaarste bunkerbommen zó diep in de aarde kunnen doordringen als nodig zou zijn in Iran.
Iran lijkt bovendien te hebben geleerd van het verleden. De bouw van het nucleaire verrijkingscomplex bij Natanz begon rond het jaar 2000, aanvankelijk boven de grond. Maar in 2020 kondigde Teheran aan die installatie te vervangen door een ondergronds complex in de nabijgelegen Zagros-bergen na een grote brand, waarbij veel waardevolle apparatuur verloren zou zijn gegaan. Analisten gingen er destijds vanuit dat Israël verantwoordelijk was voor de sabotage die leidde tot de brand.
President Joe Biden heeft al bij herhaling duidelijk gemaakt dat hij tegen zo’n Israëlische aanval op Irans nucleaire programma is om verdere escalatie van de oorlog in het Midden-Oosten te voorkomen. Hij stelt dat een Israëlische vergelding voor de Iraanse raketaanval van vorige week ‘proportioneel’ moet zijn.
Volgens het Amerikaanse medium Axios heeft Bidens veiligheidsadviseur, Jake Sullivan, de Israëliërs vorige week zelfs al gewaarschuwd dat de Amerikanen Israël bij een volgende Iraanse raketaanval niet meer automatisch te hulp zouden schieten als Israël niet vooraf al duidelijkheid geeft over de plannen die het heeft met zijn vergeldingsaanval op Iran.
Veelzeggend voor het wantrouwen dat op dit moment heerst tussen de Amerikanen en Israël is dat de Israëlische minister van Defensie, Yoav Gallant, dinsdag op last van premier Netanyahu een bezoek aan het Pentagon en zijn Amerikaanse ambtgenoot Lloyd Austin annulleerde. Daar zouden de twee ministers spreken over de Israëlische aanvallen op Libanon en de voorgenomen vergeldingsaanval op Iran. In plaats van dit bezoek zouden Netanyahu en Biden elkaar later vandaag telefonisch spreken, voor het eerst in enige weken. De afzegging versterkte echter het idee dat Washington op dit moment nog maar weinig greep heeft op de oorlogshandelingen van Israël.
Een ander Israëlisch doelwit in Iran kan de olie-industrie zijn, de belangrijkste pijler onder de Iraanse economie. Het middelpunt van de Iraanse olie-industrie is de immense terminal op het eiland Kharg in de Perzische Golf. Daarvandaan wordt de olie – deels via geheime kanalen wegens de Amerikaanse sancties – naar elders vervoerd. Ook langs de Golf en aan de Straat van Hormoez heeft het land tal van grote raffinaderijen en oliehavens.
Maar ook een aanval op de Iraanse olie-industrie wordt ernstig ontraden, niet alleen door Washington, maar ook door de omringende olielanden in de Golf. President Biden maakt zich zorgen over de stabiliteit in de regio, maar ook over de mogelijke consequenties van zo’n Israëlische aanval voor de wereldwijde olieprijzen; een (veel) hogere olieprijs kan weer gevolgen hebben voor het gedrag van de Amerikaanse kiezer bij de presidentsverkiezing van 5 november.
Het ligt volgens Amerikaanse defensiefunctionarissen die spraken met The New York Times voor de hand dat Israël zich met zijn vergeldingsaanval eerst zal richten op Iraanse militaire bases en mogelijk op locaties waar de inlichtingendiensten of het Iraanse leiderschap zijn gevestigd. Israël zou zich kunnen richten op radar- en luchtverdedigingsinstallaties rond Teheran of zijn vele militaire fabrieken en accommodaties, zoals het commando- en controlecentrum van de Revolutionaire Garde in Teheran. Ook locaties waar raketten en drones worden geproduceerd – op tal van plaatsen verspreid over het hele land – zijn vermoedelijk doelwitten, net als munitiedepots en lanceerinstallaties voor ballistische raketten, onder meer bij Khorramabad en Arak in het westen van Iran.
Gebruik van het luchtruim
Aan een rakettensalvo op Iran kleven ook voor Israël aanzienlijke politieke risico’s. Israël kan er daarbij niet bij voorbaat van uit gaan dat zijn buurlanden Jordanië en Saoedi-Arabië akkoord gaan met het gebruik van hun luchtruim voor zo’n operatie tegen Iran.
In zowel Jordanië als Saoedi-Arabië ligt zo’n besluit gevoelig. Hoewel Jordanië een vredesverdrag met Israël heeft getekend en bij de aanvallen van april en ook weer vorige week hielp om overvliegende Iraanse projectielen onschadelijk te maken, staat de Palestijnse meerderheid van de bevolking zeer kritisch tegenover de Israëlische militaire acties in de Gazastrook, Libanon en de Westelijke Jordaanoever.
Ook Saoedi-Arabië neemt liever geen risico’s, al heeft ook dat vóór de Iraanse aanval van april wel inlichtingen met Israël gedeeld. De Saoediërs beseffen dat Iran al heeft aangegeven het als een vijandige daad te beschouwen als Riad Israëlische raketten zou laten vliegen door zijn luchtruim naar Iran bij een missie om bij voorbeeld Irans olie-installaties te raken. „Teheran zal dienovereenkomstig reageren”, waarschuwde een hoge Iraanse functionaris deze week.
De Saoediërs herinneren zich in dit verband nog goed hoe Iran, vermoedelijk via een pro-Iraanse militie in Irak, in 2019 een geslaagde drone-aanval uitvoerde op een grote Saoedische olieraffinaderij. De internationale oliemarkt raakte daardoor tijdelijk ontregeld. De Iraniërs hebben ook andere Golfstaten laten weten dat ze op Iraanse represailles konden rekenen als een van hen zou meewerken aan een aanval op Iran. Een westerse diplomaat vertelde persbureau Reuters dat neutraliteit het minimum is waarop Teheran rekent van de kant van de Golfstaten. Vorige week lieten de Golfstaten tijdens een bijeenkomst in Qatar weten dat zij ‘neutraal’ zijn in het conflict.
Jordanië, Saoedi-Arabië en de andere Golfstaten kiezen niet graag partij. Aan de ene kant willen ze hun relaties met Israël en – belangrijker nog voor hen – met Israëls belangrijkste bondgenoot, de Verenigde Staten, niet in gevaar brengen. Vooral voor de Golfstaten geldt daarnaast dat ze ook Iran, waarmee ze de laatste jaren de banden enigszins hadden zien verbeteren, niet graag tegen de haren in strijken.
Israëlische vliegtuigen kunnen ook een omweg via het noorden naar Iran kiezen, via Syrië en Irak, waar het vaker acties heeft ondernomen. Maar tijdens die vijftienhonderd kilometer durende reis zouden de vliegtuigen in de lucht boven vijandelijk gebied moeten worden bijgetankt. Een hachelijke operatie. Mogelijk zouden de vliegtuigen ook hinder ondervinden van luchtafweer van Russische makelij.
Volgens oud-premier Ehud Olmert hoeft Israël helemaal geen vernietigende klap uit te delen aan Iran. Als Israël er maar in slaagt een aantal militaire doelen op verschillende plekken te raken en zo laat zien wat het Iran potentieel kan aandoen, is dat voldoende. „Dat is precies waar het bij afschrikking om gaat”, zei hij.
Lees ook
Waarom kwam de aanval juist nu, en wat kan Israël terugdoen? Zeven vragen over de Iraanse raketaanval op Israël