In Sint-Catharinadal in het Brabantse Oosterhout wonen tien ‘zusters norbertinessen’. Samen vormen ze de oudste kloostergemeenschap die onafgebroken heeft voortbestaan – Norbertinessenklooster Sint-Catharinadal werd gesticht in 1271. Elke dag tijdens de avonddienst herdenken de tien zusters in hun kerk de ooit op die dag overleden zusters.
Als je buiten de diensten de kerk binnenwandelt, kom je de zusters niet tegen. Wel zie je Vincent de Boer (1988), de grafisch kunstenaar kalligrafeert op een brede, meters lange rol papier de namen van alle gestorven zusters. ‘Zr Maria Paridaens 1533’, schrijft hij net – hij is intussen vijf dagen bezig – in letters die zo uit een middeleeuws manuscript zouden kunnen komen. Ook lijkt hij zelf te werken als een monnik uit die voorbije tijd: ritmisch, zwijgend, toegewijd.
„Door urenlang een repetitieve handeling uit te voeren, kom ik dicht bij de splitsing van materie en nonmaterie, het biedt mij verlichting”, zegt hij erover in het boekje dat je meekrijgt als je de kunstbiënnale bezoekt waarvan hij deel uitmaakt.
h3h heet deze, dit jaar voor de vierde keer georganiseerde, biënnale, waarbij ‘h3h’ staat voor Heilige Driehoek. Die naam is in de volksmond gegeven aan deze bijzondere plek, waar drie nog actieve kloosters naast elkaar bestaan. Behalve Sint-Catharinadal zijn dat de Sint-Paulusabdij en de Onze Lieve Vrouwe Abdij, kloosters voor respectievelijk de Chemin Neuf-gemeenschap en zusters benedictinessen. Ruim een eeuw geleden vertrokken die door antiklerikale wetgeving uit het Franse Wisques naar Oosterhout.
Twintig internationale kunstenaars doen mee, velen hebben speciaal voor de biënnale nieuw werk gemaakt. Zij zijn komen kennismaken, en praten over hun soort kunst, met de broeders en zusters. Curator Nanda Janssen – zelf logeerde ze de afgelopen anderhalf jaar regelmatig een week in een van de kloosters – vroeg het hun. Ze zegt: „We zijn samen op zoek gegaan naar waar kunst en religie elkaar raken.”

Grafisch kunstenaar Vincent de Boer kalligrafeert op een brede, meters lange rol papier de namen van alle gestorven zusters van Sint-Catharinadal.
Foto Peter Cox

‘Silence dense’, sculptuur in de vorm van een kalebas onder een oude kerkklok. In de kalebas, van Shivay La Multiple, zit wijn uit de wijngaard van Sint-Catharinadal.
Foto Peter Cox

De toegangspoort van de ommuurde, gewoonlijk voor publiek afgesloten kloostertuin is nu open. Op de door haar met zink beklede deuren heeft de Franse kunstenares Jenna Kaës (1987) een gedicht gegraveerd van de 13de-eeuwse mystica Hadewijch.
Foto Peter Cox
Verstilling
Het resultaat: kunstwerken in een kerk, in tuinen, in schuren, langs paden, op muren en in kassen die allemaal op een eigen manier verstilling oproepen, als echo’s uit het verleden die contact hebben gemaakt met het heden. Soms gebeurt dat expliciet, zoals bij de gekalligrafeerde namen van de overleden zusters. Of, minder letterlijk maar wel in christelijke beeldtaal, bij de toegangspoort van een ommuurde, gewoonlijk voor publiek afgesloten kloostertuin.
Op die nu opengezette, door haar met zink beklede deuren heeft de Franse kunstenares Jenna Kaës (1987) een gedicht gegraveerd van de 13de-eeuwse mystica Hadewijch. De letters staan rond een met sterren afgezet, langwerpig vlak dat, mede door het gebruik van stukken spiegelend zink, een tweede toegangspoort lijkt, nu naar leegte en oneindigheid. Je krijgt het gevoel erin te verzinken, wat wellicht de bedoeling was van de zusters: zij waren het die op verzoek van de kunstenares het gedicht van de mystica uitzochten.
Je komt bij de poort na een wandeling over een pad dat twee kloosters verbindt. Wanneer je over dat pad loopt, hoor je muziek die lijkt te komen uit de bomen aan weerszijden. The Homeless Wanderer of Evening Breeze heten de pianoliedjes van de Ethiopische Emahoy Tsege Mariam Gebru (1923-2023). Begonnen als zangeres aan het hof van keizer Haile Selassie, overleed ze als zuster (emahoy betekent vrouwelijke monnik) in een Ethiopisch klooster in Jeruzalem. De muziek is tegelijk melancholisch en sprankelend, misschien zoals haar leven, misschien zoals het leven zelf.

‘Duin der dagen’ van Inge van Genuchten: een stellage waaruit een dunne straal zandkorrels naar beneden stroomt. Als bij een zandloper, alleen komt er geen eind aan de straal. Het zand zit in een silo en zal de komende weken een steeds hogere berg vormen.
Foto Peter Cox
Dunne straal zandkorrels
Hoe langer je rondloopt over het terrein, hoe meer je beseft dat de kunstwerken je laten stilstaan bij waarden als bezinning, innerlijke rust, het verstrijken van tijd. Dat begon al meteen na binnenkomst in een boerenschuur – de pachtende boer heeft hem tijdelijk afgestaan – met daarin een stellage waaruit een dunne straal zandkorrels naar beneden stroomt. Als bij een zandloper, alleen komt er geen eind aan de straal: je kunt de stellage niet omkeren. Duin der dagen heet de installatie van Inge van Genuchten (1988). Het zand zit in een silo en zal de komende weken een steeds hogere berg vormen in de schuur.
Er zijn associaties met ambachten die werden (of worden) beoefend door de broeders en zusters. Het kalligraferen is er een voorbeeld van, maar ook de vijf medaillons van metaaldraad aan een kloostermuur door de Franse Armel Barraud (1979). Ze zijn fijntjes en fragiel als kantklos, als je niet oplet kun je er zomaar aan voorbijlopen. Zie je ze wel en kijk je, dan ontwaar je bloemen en planten, vleugels van engelen, handen die elkaar vasthouden. Contemplations heten ze, overdenkingen.
Er is ook heftige kunst. Zoals de schilderijen van de Oostenrijkse Ceija Stojka, opgehangen in de processiegang van Sint-Catharinadal. Ceija Stojka (1933-2013) overleefde als Romameisje drie concentratiekampen. Haar naïeve, kleurrijke schilderijen zijn levenslustig – vrolijke mensen bij woonwagens, kleurrijke landschappen – maar er zijn ook Dunkle Bilder: spoorlijnen, hakenkruizen.
En er is vrolijke kunst, zoals de met gekleurd glas, glazen kralen en kleine schelpen versierde sculptuur in de vorm van een kalebas, die ligt onder een oude kerkklok. In de kalebas, Silence dense door Shivay La Multiple (1993), zit wijn uit de wijngaard van Sint-Catharinadal (de flessen zijn te koop in de kloosterwinkel en de webshop).
De kunstwerken, krijg je het gevoel, kloppen met het leven en werken in de kloosters. En ja, dat was precies de bedoeling. Curator Nanda Janssen: „We hebben geprobeerd elkaar te leren kennen. Kunst en religie proberen allebei betekenis te geven aan onze plek onder de zon, aan wat het is om mens te zijn.”
Lees ook
Kan kunst hoop bieden, of blijft toch altijd de wanhoop over?
