Verslag van een conflict dat de lezer doorlopend uitnodigt om partij te kiezen

Kort na de vrijspraak van de van verkrachting verdachte politieman kwamen drie klachten binnen over de berichtgeving in NRC. De klagers vonden dat er overbodige persoonlijke informatie was gedeeld en dat de artikelen niet objectief waren. Een van hen stuurde een tien pagina’s omvattend kritisch epistel over de handelswijze van NRC in de zaak, die speelt sinds 2019. Later in de week voegde hij daar zes pagina’s aan toe. De briefschrijvers maakten alle drie duidelijk dat zij de vrijgesproken politieman kennen.

Eenvoudig samen te vatten is de zaak niet. NRC berichtte er negen maal over, te beginnen met het nieuwsbericht Weer politiechef naar huis gestuurd van 30 september 2019, waarin de krant schreef dat de teamchef van de politie in de Haarlemmermeer was geschorst naar aanleiding van een beschuldiging van grensoverschrijdend gedrag. Die was gedaan door een agente die eerder uit Den Haag was weggepest nadat zij daar racisme aan de kaak had gesteld. NRC zat dicht bij het vuur, omdat de agente haar relaas eerst aan verslaggever Marcel Haenen had gedaan, waarna hij bij de politieleiding om een reactie had gevraagd. Daarna volgde een reeks gebeurtenissen, waar Haenen verslag van deed: de agente werd aangehouden op verdenking van lekken naar NRC (maar uiteindelijk niet vervolgd), de teamchef werd ontslagen (wat later door de rechter onrechtmatig werd bevonden), de agente werd ontslagen (terecht, volgens de rechter, de Centrale Raad van Beroep moet er nog over oordelen) en de teamchef werd vervolgd voor verkrachting (en vrijgesproken). Wie alle krantenartikelen en gerechtelijke stukken leest, krijgt een uitermate deprimerend beeld. De strijdende partijen beschuldigen elkaar van leugens en manipulaties. Ik las over laster, pesterijen, racisme, porno op werktelefoons, een buitenechtelijke verhouding, gerommel in de administratie, intieme lichaamsdelen – kortom een parade van vreemde gedragingen die door een romanschrijver als ongeloofwaardig terzijde zou zijn geschoven. Het toont de politie als een hogedrukvat van animositeiten waarin het de een na de ander over de schoenen loopt.

Zoals dat gaat bij ernstige conflicten lezen de teksten als een doorlopende uitnodiging om partij te kiezen voor hetzij de teamchef, hetzij de hoofdagente. Onder de verwijten aan NRC ligt de veronderstelling dat de krant partij heeft gekozen, dat de sympathie van verslaggever Marcel Haenen bij de vrouwelijke hoofdagent lag en dat de verslaggeving daardoor gekleurd is geraakt. Daarbij speelt op de achtergrond mee dat Haenen door eerdere artikelen over de politie – en met name over racisme in de organisatie – toch al niet geliefd is in delen van het korps.


Voor mij gaat het echter om wat er uiteindelijk is gepubliceerd en de kritiek daarop. Zo vonden de lezers dat de teamchef onrecht was aangedaan door niet alleen zijn initialen, maar ook zijn functie en zijn lidmaatschap van een denktank over diversiteit te noemen. Daardoor was hij online eenvoudig te traceren. Haenen stelt dat hij die gegevens noemde om duidelijk te maken dat het om een prominente politieman ging – eentje die bovendien al eerder in de media had opgetreden. Dat lijkt me in het licht van de andere berichten over het functioneren van de politie terecht. In het zittingsverslag van 10 maart werd de etnische afkomst van de man benoemd, maar dat gebeurde in een citaat waarin hij zichzelf „Portugees-Angolees gedreven” noemde. Wel vond ik de vermelding van de huidige werkkring van de inmiddels ex-teamchef overbodig.

Een ander punt van kritiek betrof iets dat ontbrak in de verslaggeving. Toen de rechtbank op 12 juli 2021 het ontslag van de teamleider als onrechtmatig beoordeelde, wijdde Haenen daar een tweet aan met een link naar de uitspraak, maar het nieuws haalde NRC niet, wat de binnenlandredactie achteraf betreurt. Voor Haenen speelde mee dat „die uitspraak niet over de aanranding ging”. Dat klopt: de rechter vond dat het onderzoek waarop het ontslag was gebaseerd, niet goed genoeg was. Dat de teamchef een appje met toespelingen op anale seks aan zijn ondergeschikte had gestuurd, vond de rechter onvoldoende grond voor ontslag. Over het al of niet plaatsvinden van de aanranding zegt dat inderdaad niets, maar het vonnis laat zien dat de politieleiding niet in staat was om adequaat te reageren in de ingewikkelde en explosieve situatie. Dat is interessant, ook gezien andere worstelingen van de organisatie met integriteit.

Worstelende politie-organisatie

NRC meldde de uitspraak wel in latere artikelen over de zaak, die degelijk en feitelijk waren. Helemaal aan het begin van de keten gebeurtenissen lijkt de publicatie in 2019 mij gerechtvaardigd op basis van de verhalen van betrokkenen en het hierboven genoemde appje. Daarna heeft NRC de stappen in het proces gevolgd zonder zich te verliezen in de veelheid aan details uit de verschillende rechtszaken. De uiteindelijke vrijspraak werd in de papieren krant prominent gebracht op pagina 2, dezelfde plaats waar eerder het zittingsverslag stond. In het verslag stond duidelijk vermeld dat de rechter de verklaringen van de ex-hoofdagente onvoldoende consistent vond voor een veroordeling.

Uit het berichtverkeer dat Haenen mij toonde blijkt bovendien dat hij de teamchef en later zijn advocate herhaaldelijk om commentaar vroeg en aanbood om eventuele feitelijke onjuistheden recht te zetten, maar dat leverde geen concreet verzoek op. Een appwisseling in 2021 over een eventueel interview leidde ook tot niets. Haenen blijft verslag doen van de zaak, waarin mogelijk een hoger beroep volgt. Dat de worstelende politie-organisatie alle journalistieke aandacht waard is, lijkt me door dit somber stemmende verhaal alleen maar helderder geworden.

Arjen Fortuin

Reacties: [email protected]