Veroordeelde criminelen nog eerder vrij vanwege ‘code zwart’

Vanwege de ‘code zwart’ in de gevangenissen worden veroordeelden maximaal twee weken eerder vrijgelaten. Dat heeft staatssecretaris Ingrid Coenradie (PVV) van Justitie en Veiligheid vrijdag na afloop van de ministerraad bekendgemaakt.

In een brief aan de Tweede Kamer stelt Coenradie met haar rug tegen de muur te staan en genoodzaakt te zijn „hele pijnlijke keuzes” te maken. Omdat zowel de gevangenissen, huizen van bewaring en cellen op het politiebureau vol zitten – Coenradie spreekt van een bezettingsgraad van 99,5 procent – is er geen doorstroom mogelijk. Verdachten die door de politie worden gearresteerd, kunnen dan niet vastgehouden worden.

Coenradie wil daarom gedetineerden die een maximum gevangenisstraf van een jaar opgelegd hebben gekregen maximaal veertien dagen voor hun straf erop zit naar huis sturen. Zedendelinquenten en gedetineerde die voor ernstige geweldsmisdrijven zijn veroordeeld worden hiervan uitgezonderd. Met deze stap breidt de staatssecretaris een reeds bestaande noodmaatregel uit. Momenteel wordt deze groep gedetineerden drie dagen eerder vrijgelaten.

De maatregel ligt evenwel politiek gevoelig. Toen vorige maand uitlekte dat Coenradie deze maatregel overwoog, keerden coalitiepartijen PVV en VVD zich er fel tegen. PVV-leider Geert Wilders kwam in aanvaring met Coenradie en stelde dat zijn staatssecretaris als oplossing maar meer gevangenen op een cel moest plaatsen. Ook de rechterlijke macht toonde zich eerder kritisch over het vervroegd vrijlaten van veroordeelden. Het betekent namelijk dat het vonnis van de rechter niet wordt nageleefd: de verdachte ondergaat immers niet de (volledige) opgelegde straf.

Cellentekort

De crisis in het gevangeniswezen ontstond in de loop van 2023 en werd in eerste instantie vooral veroorzaakt door personeelstekorten bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en het toenemende aantal gedetineerden vanwege hogere straffen. Inmiddels is ook sprake van een cellentekort. Sindsdien namen Coenradie en haar voorganger Franc Weerwind (D66) verschillende maatregelen. Zo worden veroordeelden die het ondergaan van hun celstraf in vrijheid mogen afwachten niet opgeroepen. Inmiddels lopen meer dan vierduizend van zulke zelfmelders vrij rond. Ook zijn duizenden personen die eigenlijk de cel in zouden moeten, omdat ze hun taakstraf niet uitvoerden of hun boete niet betaalden, nog op vrije voeten.

Op de bijna 6.800 plekken in reguliere gevangenisregimes komt Coenradie eind dit jaar zo’n 330 plekken tekort. Met verschillende kleine maatregelen, waaronder ook het creëren van maximaal honderd extra plekken op meerpersoonscellen, krijgt de staatssecretaris dat gat niet gedicht, schrijft zij in de Kamerbrief. Ook onderzochte maatregelen zoals het inzetten van defensiepersoneel of het overbrengen van gedetineerden naar Estse gevangenissen zijn geen opties.


Lees ook

In de grootste gevangenis van Nederland zoekt Coenradie haar gelijk

Staatssecretaris Ingrid Coenradie tijdens een bezoek aan de penitentiaire inrichting Zaanstad.

Daarom kiest de staatssecretaris voor de ‘noodmaatregel’ om DJI een specifieke groep gedetineerden maximaal twee weken eerder naar huis te laten sturen. Dat gebeurt met ‘maatwerk’: DJI beslist aan de hand van de drukte wie en waar eerder naar huis mogen. Om hoeveel veroordeelden het dit jaar naar verwachting gaat, meldt de staatssecretaris niet.

Na de ministerraad zei Coenradie dat er voor de maatregel binnen het kabinet „voldoende draagvlak” is en dat ook Wilders de maatregel inmiddels zou accepteren. Formeel dient voor de vervroegde vrijlating een ministeriele regeling te worden aangepast: een traject dat enkele maanden duurt. DJI mag er van Coenradie evenwel direct toe overgaan.

Coenradie riep de afgelopen weken op tot een investering van ‘honderden miljoenen’ om de capaciteitsproblemen in het gevangeniswezen het hoofd te kunnen bieden. Met dat geld wilde zij onder meer de eerder gesloten gevangenis in Almere renoveren en heropenen. Het kabinet lijkt echter niet bereid extra investeringen te doen. Coenradie schrijft de Tweede Kamer dat er in principe „geen aanvullend (structureel) budget beschikbaar is” en er gekeken moet worden naar wat binnen bestaande budgetten mogelijk is.