Verontrustende fantasieversies van de Karpathoskikker en witvleugeluil

Recensie Beeldende kunst

Expositie Een levende plastic kerstboom, een AI-libel: ‘Wonderbaarlijke wezens’ in Kunsthal KAdE toont indringend hoe mensen andere dieren beschouwen.

Beeld uit ‘Critically Extant’ van Sofia Crespo, 2022
Beeld uit ‘Critically Extant’ van Sofia Crespo, 2022

Het is vanaf de eindexamenbacchanalen van Chersonissos maar 150 kilometer naar een van de zeldzaamste kikkersoorten ter wereld. Op het eiland Karpathos, ten oosten van Kreta, leeft een bruingroene kikker. Er zijn er nog maar een paar honderd over. Ze zijn ernstig met uitsterven bedreigd. De kans dat u ze ooit in het echt zult zien, is minimaal.

Diersoorten die uitsterven, verdwijnen langzaam maar zeker uit beeld. Vanuit die gedachte maakte de Italiaans-Argentijnse kunstenaar Sofia Crespo het indringende en gelaagde videowerk Critically Extant (2022), dat sinds vorige week te zien in de nieuwe tentoonstelling Wonderbaarlijke Wezens in Kunsthal KAdE in Amersfoort. Het is een indrukwekkende expositie, met werk van zestien hedendaagse kunstenaars, die bevraagt hoe de mensheid dieren – andere dieren – beschouwt. In Dierenpark Amersfoort zijn nog acht andere werken te zien.

De zaalvullende installatie Critically Extant in KAdE is het openingswerk. Op de muren geprojecteerde, bewegende illustraties tonen op het eerste gezicht dieren en andere organismen. Een zwemmende paling, een libel, een knaagdiertje, een bloem, een kikker. Maar die herkenning maakt snel plaats voor groeiende vervreemding.

De dieren zijn geen dieren. Ogen zwellen op en verdwijnen weer, het aantal ledematen varieert verontrustend, schubben duiken op in de achtergrond. Het is natuur middenin de uncanny valley – de term uit de robotica die het gevoel van onbehagen beschrijft als artificiële intelligentie nét niet echt is.

Crespo fabriceerde haar natuuranimaties met AI, tijdens een residency bij Meta, het moederbedrijf van Facebook. Ze liet een algoritme beelden genereren van ernstig bedreigde soorten (de titel verwijst naar de biologenterm critically endangered).

Wat het algoritme uitserveerde, zijn benaderingen, impressies. De beelden lijken – en zijn – niet gemaakt door iemand die de Karpathoskikker of de witvleugeluil ként in de menselijke zin van het woord. Crespo gebruikt de imperfectie van AI-gegenereerde beelden knap om haar punt te maken: deze bedreigde soorten zijn uit zicht aan het verdwijnen. Wat overblijft, is een algemene notie van wat ze zijn of waren.

Spuitend zeemonster

Wat is een dier? Wat zien we, welke eigenschappen kennen we het toe? De vragen die Critically Extant oproept, komen in de expositie steeds terug. Na Crespo’s installatie volgt, goed gekozen, een zaal vol reproducties van historische dierenplaten uit de collectie van het Rijksmuseum. De makers wilden hun publiek deelgenoot maken van de ‘wonderbaarlijke wezens’ in verre landen, en hadden die doorgaans niet zelf aanschouwd – net zoals Crespo’s AI.

Exotische dieren, anoniem, naar Adriaen Collaert, 1595-1652.
Collectie Rijksmuseum

Daarbij raakte de werkelijkheid met fabels verweven. De neushoorn kreeg een versierd harnas, de walvis werd een spuitend zeemonster, tuk om weerloze zeevaarders naar de kelder te jagen. Dieren werden weergegeven zoals de mens ze wilde zien.

De 16e- tot 19e-eeuwse etsen en gravures vormen het enige historische deel van een expositie: de nadruk ligt op installaties en videokunst. Ook die werken belichten de vraag hoe we ons tot dieren of de natuur verhouden – en de beste werken doen dat zo onnadrukkelijk dat ze onder de huid kruipen.

Beeld uit ‘Critically Extant’ van Sofia Crespo, 2022

Daarbij is de vraag onvermijdelijk óf we nog wel in een dierenwereld leven. Als je alle zoogdieren ter wereld op een hoop zou vegen, bestaat die berg voor slechts 4 procent uit wilde dieren. Ongeveer een derde zijn wijzelf. De bulk, bijna tweederde van de zoogdierenberg, is ons vee.

Naar die onbalans tussen natuur en de door de mens gemaakte wereld lijkt zowel het werk van Mette Sterre als dat van Jordan Herregraven te verwijzen. Sterre bouwde een metersgroot diorama met een bijna even grote titel: The Yestradamus Enigma Complex (Simulating Stimulae Reactor Fusion Cooking When All Becomes (F)one), 2023. Sterre liet wezens verrijzen uit een humuslaag van schroot en oud papier waarin, spoiler alert, een vale kunstkerstboom een sterrol speelt.

Herregraven vulde een zaal met zijn sculpturen die deels bestaan uit gladde, houten dieren. Maar nooit zijn die dieren heel: losse koppen zijn het, hoefjes, vinnen en poten, gemonteerd op geometrische sokkels in pasteltinten. Het is wat er overblijft van dieren als wij, de mensen, ze hebben gebruikt, en Herregraven maakte er monumenten voor.

Is het dood?

Wonderbaarlijke wezens is een rijk gevulde expositie. Dat heeft één nadeel: voor sommige filmkunst is te weinig plek. In Haemocyanin van de Fin Tuomas A. Laitinen verkent een octopus een door de kunstenaar glasgeblazen object, speels en nieuwsgierig (denkt de menselijke toeschouwer).

Maar die prettige verwondering is lastig vast te houden, omdat op de achtergrond continu naargeestig gekerm klinkt. Dat geluid komt uit een tv in een hoek, waarop de animatie Diary Room (2021) van de Zweedse kunstenaar Philip Ullman draait. Een wit hert lijkt verdiept in introspectie, en aangenaam is dat niet. Droomt het? Is het dood? Door de opstelling ontbreekt de mogelijkheid om het intrigerend werk, en de octopusfilm, intens te ondergaan.

Dat geldt nog sterker voor de acht werken die te zien zijn in Dierenpark Amersfoort, waarvan het 75-jarige bestaan de aanleiding vormde voor de expositie. Het blijkt lastig kunst kijken tussen een berenklimparcours en peuters in buggy’s. De grote, grappige ufo van Sander van Noort (Tortoise Dreams in the Drowned World), die is neergestort tussen de reuzenschildpadden doet het hier prima – al heeft die weinig te maken met het thema. Maar de meeste sculpturen komen hier niet tot hun recht. Deels zijn ze slecht zichtbaar, omdat ze zijn opgesteld in een dierenverblijf dat is afgeschermd met metaaldraden of veiligheidsglas.

En dan zijn er nog de dieren zelf die hun best doen de aandacht af te leiden. Wie heeft er oog voor de grimmige mariboe-achtige vogel van Tom Claassen achterin de zandbak van de prairiehondjes, als bijna onder handbereik zo’n prairiepup ligt te zonnen? Anderzijds: ook dat zegt iets over de verhouding tussen mens en dier. Als het zo bedoeld was, is het geniaal.