‘Vermiglio’ is een verpletterende momentopname van de Italiaanse geschiedenis

Het is 1944 en Vermiglio, hoog in de Alpen, is verzonken in zijn routines. De oorlog laat dit bergdorp links liggen; wel zijn er mannen opgeroepen en is de gedeserteerde boerenzoon Attilio met zijn Siciliaanse vriend Pietro in een stal ondergedoken.

Vermiglio, dat vorig jaar in Venetië de Grote Juryprijs won, oogt met zijn sneeuw en bleke licht heel naturel; de film is verschoond van het clair-obscur en de gepolitoerde Rai Uno-glans die in Italië de norm is voor historisch drama. Regisseur Maura Delpero – haar grootouders zijn afkomstig uit Vermiglio, nu een ski-oord – grijpt met haar hang naar grimmige authenticiteit eerder terug naar regisseur Ermanno Olmi, die in films als De Klompenboom de levens van kleine luyden in liefdevol antropologisch detail evoceerde.

In Delpero’s dorp overheerst een stoïcijns soort pragmatiek. De rijzige dorpsonderwijzer Cesare, aanvankelijk de held van Vermiglio, doet in zijn zwarte pak qua autoriteit weinig onder voor meneer pastoor. Wanneer een boer in de taveerne roept dat hij de ondergedoken deserteurs gaat aangeven – „alleen lafaards vluchten” – volstaan één grom en doordringende blik van Cesare om hem tot zwijgen te brengen. Hij bepaalt welke dorpskinderen doorleren in het internaat van Trento en welke op het land gaan werken.

Het lijkt een welwillend patriarchaat: Cesare geeft zijn klas – en volwassen dorpelingen – op milde, maar gedecideerde toon onderwijs en raad. Hij heeft een zwak voor grammofoonplaten die hij zich eigenlijk niet kan veroorloven met zoveel maagjes te vullen thuis. Maar niet bij brood alleen: Cesare die zijn schoolklas laat kennismaken met Vivaldi levert een kostelijke scène op. Helaas is er ook iets oedipaals gaande met zijn oudste zoon Dino, steeds bokkiger omdat hij in pa’s ogen niets goed kan doen. En valt zijn oudste dochter Lucia voor deserteur Pietro. Smelt de sneeuw, dan volgt een vrolijk Alpenhuwelijk – het is ook vrede. Maar die brengt een verpletterende complicatie met zich mee die laat zien hoe precair de status van een vrouw kan zijn.

Als historisch snapshot is Vermiglio bewonderenswaardig; een triest, maar niet uitzichtloos beeld van een patriarchaal systeem dat door zowel mannen als vrouwen in stand wordt gehouden. Maar Maura Delpero opent tevens een verdwenen wereld waarin een atlas het venster op de buitenwereld is, de naderende dood van een baby met fatalistische droefheid wordt aanvaard en zusjes elkaar onder dikke dekens roddels toefluisteren – alle intieme gesprekken vinden sowieso in bed plaats.

Een klein smetje is een wat implausibele reis die dochter Lucia in de finale onderneemt, al is dat vermoedelijk bedoeld als indicatie dat zij klaar is om het dal te verlaten en de moderne wereld binnen te stappen.