N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kunstmarkt Op het Forteiland bij IJmuiden beleeft kunstbeurs Art Island de tweede editie. Verkopen is er voor galeriehouders niet het belangrijkste. „Ik zie het in de eerste plaats als een mooi statement voor mijn galerie.”
Een rijdende Formule 1-bolide van karton. Een dertig vierkante meter grote textielsculptuur van Medusa, de monsterlijke figuur uit de Griekse mythologie. Een trappenhuis volgehangen met twintig meter lange rollen ‘fotobehang’.
Het is een selectie uit de vele ruimtevullende installaties die te zien zullen zijn op de tweede editie van Art Island, een beurs voor hedendaagse kunst.
Art Island vereist zeebenen. Op het Sluisplein in IJmuiden konden bezoekers maart vorig jaar voor het eerst de veerboot naar het Forteiland nemen. Dat is een voormalig verdedigingseilandje in de monding van het Noordzeekanaal, dat vanwege het negentiende-eeuwse bunkercomplex op de Unesco-erfgoedlijst staat.
Frits Bergsma en Jacko Brinkman van galerie Bergsma & Brinkman namen vorig jaar het initiatief. Een tegenhanger voor Art Rotterdam moest het worden, alleen voor Amsterdamse galeriehouders, bedoeld om een post-lockdowngevoel te creëren. Door de coronabeperkingen was de eerste editie klein van opzet en in een mum van tijd uitverkocht. Dit jaar doen er veel meer galeries en kunstinstellingen mee, ook van buiten Amsterdam, en is er plek voor tweeënhalf keer zoveel bezoekers: 4.000 maximaal.
Het is een lowbudgetbeurs. Dat betekent geen standbouw, de galeriehouders krijgen geen gratis toegangskaarten om uit te delen aan relaties, en als de kunstverkopers een maaltijd willen of oesters van de visboer op de beurs dan moeten ze daarvoor betalen. De galeriehouders klagen vooral dat ze voor toegangskaarten moeten betalen, zegt organisator Brinkman. „Je hebt verzamelaars die alleen komen als ze uitgenodigd worden.”
Onheilspellende ruimtes
De beursorganisatie adviseert galeriehouders om een presentatie te maken die toegesneden is op de kamers in de ondergrondse bunker. In de vaak onheilspellende ruimtes kunnen eventueel ook schilderijtjes worden opgehangen – in de voegen van het monumentale gebouw mogen ophanghaken worden aangebracht. Maar, zegt Brinkman, „het is veel interessanter om met de kunst te reageren om deze bijzondere locatie.” Met hun eigen galerie presenteren de organisatoren een installatie van Inez de Brauw met een schilderij, lampen en muurschildering.
Galerie Van Gelder toont de levensgrote kartonnen racewagen, een sculptuur van de Amerikaanse kunstenaar Lee McDonald. Op het Fort-eiland is verkopen voor hem van secundair belang, zegt eigenaar Kees van Gelder. „Ik zie die beurs als branding, om eens een heel commercieel woord te gebruiken. Mijn instelling als winkelier is het avontuur volgen, een beetje met mijn vlaggetje zwaaien. Dan gebeuren er onverwachte dingen.”
De bewegende sculpturen van Lee McDonald trekken vaak de aandacht, zegt Van Gelder. Eerder maakte hij van karton een levensgrote ‘Starfighter’-straaljager, die hij van een dak naar beneden liet zeilen. Door zo’n ‘test’ op video vast te leggen, zegt de galeriehouder, kan de energie van zo’n moment later steeds opnieuw herbeleefd worden.
Maurits van der Laar van de gelijknamige Haagse galerie vult zijn ruimte ook met één grote sculptuur. De Spaanse kunstenaar Susanna Inglada heeft van fluweel, zijde en katoen een zes meter brede sculptuur van Medusa gemaakt. Het cliché van Medusa als fatale vrouw stelt de kunstenaar bij, volgens de galeriehouder, door haar huilend uit te beelden. Uit haar ogen vloeien tranenbogen als glijbanen zo groot.
Verkoop
Een kleine kans dat hij het verkoopt, zegt Van der Laar. „Ik zie het in de eerste plaats als een mooi statement voor mijn galerie. Als ik het werk mooi kan presenteren en veel mensen zien het ben ik al tevreden.”
Ron Lang van LangArt toont twee lichtinstallaties van Lin de Mol. Het fort dwingt hem als galeriehouder om als een kunstenaar te reageren op de ruimte, zegt Lang. „Het heeft geen zin om daar schilderijtjes op te hangen. Wij hebben een ronde, zeven meter hoge ruimte waarvoor Lin de Mol de installaties speciaal heeft gemaakt.”
Op beurzen presenteren Lang en zijn dochter Sara vaker installaties. „Het lijkt misschien of we behoefte hebben om failliet te gaan”, grapt hij. Zo is het niet. Hun galerieruimte is klein, op beurzen kunnen zij de kunstenaars die ze vertegenwoordigen een groter podium bieden.
En met de verkoopbaarheid van ruimtevullende installaties valt het reuze mee, zegt Lang. Op de eerste Art Island toonde de galerie een video-kunstwerk van Laura Hospes. Ook niet heel commercieel, zegt de galeriehouder, maar wel aangekocht door Museum Voorlinden in Wassenaar.