Verkenner Gom van Strien ‘zeer rechts in de leer’

Gerard van As, de vastgoedman die ooit voor de LPF en zelfs heel even voor zichzelf in de Tweede Kamer zat, was in de jaren tachtig wethouder in Alphen aan den Rijn. Hij was toen nog VVD’er. Op een dag, zo herinnert hij zich, kreeg de lokale VVD-afdeling een nieuwe bestuurder. Een degelijke vent, zo eentje van de lijn-Wiegel. Van As: „Hij was behoorlijk rechts in de leer, om het heel simpel te zeggen.”

Die man was Gom van Strien, sinds donderdag als verkenner aangewezen om chocola te maken van de verkiezingsuitslag. Van Strien is inmiddels al jaren Eerste Kamerlid voor de PVV, maar zal de komende tijd veel in het Tweede Kamergebouw te vinden zijn. Als verkenner moet hij als eerste de meest voor de hand liggende opties voor de vorming van een kabinet in kaart brengen.

Gerard van As, nu wethouder voor zijn eigen partij Nieuw Elan in Alphen, ziet dat wel zitten. Gevraagd naar een omschrijving van zijn oud partijgenoot klinkt bij hem geen twijfel: „Betrouwbaar. Degelijk. Correct.” Henk Otten, tot voor kort Eerste Kamerlid (ook al voor zijn eigen partij, na een breuk met FVD), zegt het zo: „Intelligent. Verbindend. Gedreven. Gom snapt hoe de hazen lopen.”

‘Erudiet’

Van Strien, geboren in 1951 te Geertruidenberg in de kruin van Noord-Brabant, is afgestudeerd als natuurkundige en bedrijfskundige. Hij werkte in de jaren tachtig als rekenmeester bij het CBS en vervulde daarna allerlei functies aan de Universiteit Utrecht. Hij was onder meer directeur van de faculteit diergeneeskunde.

„Een erudiete man”, aldus PVV-leider Geert Wilders, die als verkiezingswinnaar iemand mocht voor dragen. De rest van de Kamer ging daarmee akkoord, op Denk na. Bij linkse senatoren kan er ook wel van af dat Van Strien „zeker niet dom” is. Maar daar houden de vriendelijkheden op.

Want Van Strien is ook een PVV’er die weinig twijfel over zijn politieke levensbeschouwing laat bestaan. Wilders sprak van iemand met „een niet te groot politiek profiel”, in lijn met wat de Kamer onlangs afsprak in een vooruitblik op de nieuwe formatie. Maar Van Strien vertolkt als politicus een consistent oerconservatief geluid, met aandacht voor klassieke PVV-thema’s en PVV-prioriteiten.

Immigratie en de islam staan daarbij op één. Die twee staan de ontwikkeling van Nederland als kennisland in de weg, maakte hij in 2011 duidelijk in een interview per e-mail met de Utrechtse universiteitskrant DUB. „Onmiddellijk stoppen met de massa-immigratie van vrijwel ongeletterden vind ik dus een erg belangrijk punt. Dat deze analfabeten ons ook nog een verwerpelijke ideologie, die waardevrije wetenschap belemmert, willen opdringen maakt het probleem alleen klemmender.”

Hoofddoeken, zei hij in hetzelfde interview, zijn „óf een symbool van vrouwenonderdrukking òf worden gebruikt als demonstratie tegen onze maatschappij”. En „om oplossingen door te drukken ook bij de EU (!!) heb je derhalve geen theedrinkende wauwelaars nodig maar PVV’ers”.

verkennerGom van Strien (PVV) Onmiddellijk stoppen met de massa-immigratie van vrijwel ongeletterden vind ik dus een erg belangrijk punt

Het was niet de enige keer dat Van Strien liet merken dat hij niet terugdeinst voor ferme uitspraken. Zo noemde hij de Eerste Kamer in een interview met de Limburgse omroep L1 in 2015 „een nepparlement”, nadat Wilders eerder hetzelfde had opgemerkt over de Tweede Kamer. Toen de NOS hem donderdagmiddag met die uitspraken confronteerde, wist Van Strien van niets. „Ik weet niet waar u dat vandaan heeft, maar dat lijkt me weinig relevant.” Hij kon het zich in elk geval niet voorstellen, voegde hij daar nog aan toe.

In de Eerste Kamer, waar Van Strien onder meer het woord voert over financiën, is hij meestal rustiger van toon. Hij haalt er tijdens debatten Vondel en Keynes aan en bekritiseerde in zijn betogen kabinet-Rutte II om het procyclische begrotingsbeleid, maar klaagt tegelijkertijd dat asielzoekers „in de watten gelegd worden”, dat „klimaathysterie” geld kost en dat „Henk en Ingrid de sigaar” zijn.

Zelf kon Van Strien zich weinig voorstellen bij de gedachte dat hij te weinig afstand tot de politiek zou hebben, zei hij donderdag. Hij wilde gewoon direct beginnen. „Het wordt voor iedereen weer wennen om uit de campagnestand te komen”, zei hij. Maar hij voelde een behoefte in het land „om vaart te maken”. En dus wil hij, na een weekend inlezen, vanaf maandag de eerste gesprekken met fractievoorzitters voeren.


Lees ook
Omtzigt vindt uitspraken Yesilgöz ‘bijzondere move’