Als het aan de nieuwe topman van AkzoNobel ligt, Grégoire Poux-Guillaume, zal de verffabrikant over drie jaar niet langer een inefficiënt bedrijf genoemd kunnen worden. Onder zijn leiding is het in Amsterdam gevestigde bedrijf begonnen aan de al meermaals aangekondigde „transformatie” om efficiënter te worden en overcapaciteit uit te bannen, vertelde hij woensdag aan analisten bij de presentatie van de kwartaalcijfers.
Fransman Poux-Guillaume trad in februari aan bij het bedrijf waar 32.000 mensen werken, verspreid over 135 fabrieken wereldwijd. Zij maken verf voor consumenten, onder merknamen als Flexa en Sikkens, maar ook coatings voor de auto-industrie, voor schepen en ter bescherming van metalen daken.
Niet erg volwassen
Al bij zijn aantreden constateerde Poux-Guillaume dat AkzoNobel industrieel gezien niet erg volwassen is. Het concern „is zeer commercieel en innovatief, en erg gericht op de klant, maar de operationele kant is te complex”, zei de Fransman destijds tegenover het Financieele Dagblad. Zijn voorgangers waren ook al van plan daar iets aan te doen, maar door een overnamestrijd en corona kwamenzij er niet aan toe, aldus Poux-Guillaume in de zakenkrant.
Het herstructureringsprogramma, waarvan AkzoNobel woensdag vooral financiële details bekendmaakte, moet daar verandering in brengen. In de verschillende verffabrieken van het bedrijf, waarvan de capaciteit nu niet ten volle wordt benut, zijn er volgens Poux-Guillaume flinke stappen te maken door minder verschillende grondstoffen en verpakkingen te gebruiken en minder verschillende producten te produceren. Fabrieken kunnen dan sneller de productie van elkaar overnemen, waardoor op termijn bepaalde locaties gesloten kunnen worden.
De fabrieken van AkzoNobel in met name Europa en de Verenigde Staten moeten bovendien ook verder gemoderniseerd en geautomatiseerd worden. Poux-Guillaume: „Je kunt het bijna niet geloven, maar in fabrieken in Europa en de VS wordt er meer met de hand gedaan dan bij onze locaties in Azië.”
De bestuursvoorzitter verklaarde dat uit de manier waarop AkzoNobel – en veel van de concurrenten – zijn ontstaan: door vele fusies en overnames. „Als je niet oppast en niets doet, kruipt er dan een enorme inefficiëntie in je bedrijfsvoering.”
Welke fabrieken op de nominatie staan om te gesloten te worden en hoeveel banen daarbij mogelijk verdwijnen, wilde het bestuur van AkzoNobel nog niet bekendmaken. „Dat is een gesprek met de sociale partners.” AkzoNobel heeft in Nederland productielocaties in Wapenveld, Ammerzoden en Sassenheim. Bij de bekendmaking van de jaarcijfers in februari wil het bedrijf meer details geven.
Op een vraag van een analist wat er met eventueel te sluiten locaties gaat gebeuren – of ze definitief dichtgaan of worden doorverkocht – reageerde Poux-Guillaume met een historische les. „Je kunt niet zeggen dat er ondercapaciteit is in de verfsector. Dus ik denk dat het onwaarschijnlijk is dat er fabrieken in zijn geheel kunnen worden verkocht aan concurrenten”, legde hij uit. „Je ziet dat verffabrieken die sluiten vaak een datawarehouse worden of een distributiecentrum. Omdat het vaak oude bedrijven zijn, zie je bovendien dat fabrieken die eerst aan de rand van een stad stonden, nu zijn ingebouwd en daardoor op hele dure grond staan. Daar hebben wij bijvoorbeeld in Offenbach, Duitsland ook al goed op verdiend.”
Saneringskosten: 250 miljoen
Het herstructeringsprogramma kost AkzoNobel de komende jaren 250 miljoen euro. „Een echte investering in de toekomst”, aldus de topman. De besparingen en efficiëntieslagen moeten op termijn jaarlijks 250 miljoen euro opleveren.
Lees ook
Nieuwe topman AkzoNobel wil doen wat voorgangers niet lukte: het complexe concern versimpelen
AkzoNobel sloot woensdag op de Amsterdamse beurs 3,7 procent lager, op 61,74 euro. Het concern boekte met 324 miljoen euro een driekwart hoger operationeel resultaat, dankzij hogere prijzen en lagere grondstofkosten. De omzet nam echter met 4 procent af (tot 2,7 miljard euro) door ongunstige wisselkoersen en vlakke verkoopvolumes.
Voor de rest van het jaar verwacht het bedrijf ook geen groei te zien in de verkopen, vanwege onzekere economische ontwikkelingen. Het bedrijf verwacht over heel 2023 een bedrijfsresultaat te halen van 1,45 miljard euro. Bij de halfjaarcijfers was nog sprake van een bandbreedte tussen 1,4 en 1,55 miljard euro.