Verdeling spreidingswet bekend: meeste opvangplekken asielzoekers komen in Zuid-Holland

Nederlandse provincies en gemeenten moeten voor de komende twee jaar gezamenlijk zorgen voor 96.000 opvangplekken voor asielzoekers, als onderdeel van de spreidingswet die komende donderdag van kracht wordt. Dat is woensdagochtend bekendgemaakt in de Staatscourant, waarin ook de verdeling per provincie te lezen staat. Zuid-Holland moet met 19.776 plekken de meeste locaties creëren, gevolgd door Noord-Holland (16.290) en Noord-Brabant (14.689).

Het publiceren van de verdeling is de eerste concrete stap in de uitvoering van de wet, die eerder deze maand definitief werd aangenomen. De spreidingswet moet voorzien in een eerlijker verdeling van opvanglocaties voor asielzoekers over Nederland dan tot nu toe het geval was. De nu besloten spreiding is besloten op basis van het aantal inwoners en de sociaaleconomische status van gemeenten. Amsterdam moet 4.479 plaatsen creëren, Rotterdam 2.667, Den Haag 2.513 en Utrecht 1.988. Schiermonnikoog hoeft met vijf de minste opvangplekken te realiseren, gevolgd door Vlieland (7).


Lees ook
De spreidingswet is aangenomen, kan een volgend kabinet er nog omheen?

Eric van der Burg, demissionair staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, schudt fractievoorzitter Edith Schippers (VVD) de hand na afloop van de stemming in de Eerste Kamer over de spreidingswet. Foto Sem van der Wal/ANP

Momenteel verblijven meer dan 65.000 mensen met recht op opvang in Nederland. Ruim 16.000 van hen hebben al een verblijfsvergunning. Daarmee zouden zij eigenlijk moeten verhuizen naar een woning, maar vanwege het schrijnende woningtekort verblijven zij nog steeds in een opvang van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).

De provincies krijgen nu tot 1 november de tijd om met de gemeenten de opvangplannen te organiseren. Die moeten dan worden ingeleverd bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Gemeenten die meer opvangplekken creëren dan wettelijk verplicht is, kunnen aanspraak maken op een financiële vergoeding van het ministerie. De staatssecretaris voor Asiel zal voor 1 januari 2025 alle plannen beoordelen, waarna gemeenten bij goedkeuring een halfjaar de tijd krijgen om die daadwerkelijk te realiseren. Als provincies geen goed plan indienen, mag de staatssecretaris ingrijpen om alsnog bij bepaalde gemeenten genoeg opvangplekken te creëren. Dit dwangaspect van de nieuwe wet ligt gevoelig bij meerdere politieke partijen en gemeenten.