Verdachte van drugslab Rotterdam komt op voorwaarden vrij, oorzaak van dodelijke explosie vooralsnog onduidelijk

De man die verdacht wordt van het runnen van een drugslab in een loods onder een appartementencomplex in de Rotterdamse buurt Zuidwijk, komt onder voorwaarden vrij. Zijn paspoort moet hij inleveren en hij krijgt een elektronische enkelband. In januari veroorzaakte een explosie in het pand een ravage en een brand waarbij drie mannen om het leven kwamen en vele appartementen onbewoonbaar werden.

Al vrij snel na de explosie rees het vermoeden dat in de garagebox drugs werden gemaakt. Er werden onder meer vaten aceton gevonden, dat wordt vaak gebruikt als oplos- en reinigingsmiddel tijdens de drugsproductie. Het blijkt lastig, zo werd duidelijk op de niet-inhoudelijke zitting in de Rotterdamse rechtbank, aan te tonen dat de ontploffing door het drugslab komt. Zo kan bijvoorbeeld ook een gaslek de explosie hebben veroorzaakt. Het rechercheteam vermoedt dat sommige mensen meer weten en looft daarom tipgeld uit.

Onderhuurders

De verdachte, Jalal O. (35), huurde de loods. In de dagen na de explosie en de daaropvolgende brand zocht hij mee naar slachtoffers en gedroeg zich agressief tegen de politie.

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzoekt met TNO de oorzaak van de explosie. Dat onderzoek is naar verwachting afgerond in maart 2025. Het Openbaar Ministerie besluit daarna of Jalal O. ook wordt vervolgd voor het veroorzaken van de explosie en daarmee verantwoordelijk kan worden gehouden voor de drie doden.

Jalal O. zegt dat hij niets wist van de drugsproductie in de garagebox. De drugs werden volgens hem gemaakt door zijn onderhuurders, een van hen was zijn neef. Twee mannen die aan het werk waren in de door hem gehuurde ruimte kwamen om door de explosie, evenals de buurman uit het belendende pand. Die had daar een badkamerzaak en had niets met het drugslab te maken.


Lees ook

Drugs, daar praten de buren liever niet over in Rotterdam-Zuidwijk

Ravage na de explosie van een opslagruimte aan de Schammenkamp.