Veranderen? Een ‘omgekeerde’ aanpak kan helpen

Als je aan een gedragswetenschapper vertelt dat je iets wilt veranderen in je leven – gezonder eten, meer bewegen of nóg succesvoller worden in je werk – zal zij of hij waarschijnlijk iets zeggen als: „Leuke casus. Als je dat wilt, dan moet je aan de slag met de determinanten van je gedrag.” Determinanten? Dat zijn – simpel gezegd – de factoren die je gedrag aanjagen. Volgens gedragswetenschappers zijn dat: capaciteit, motivatie en omgeving. Ik schreef er al eens over.

Eerlijk

Heel kort iets over die drie factoren. Capaciteit gaat over wat je kunt: heb je de kennis en vaardigheden om het nieuwe gedrag te vertonen? Motivatie gaat over de innerlijke drang om het gedrag te vertonen. En onze sociale en fysieke omgeving biedt ons meer of minder gelegenheid om het nieuwe gedrag te vertonen.

Als de gedragswetenschapper die je spreekt een beetje eerlijk is, dan zal ze je waarschijnlijk ook vertellen dat het niet meevalt om je capaciteit te vergroten. Daarvoor moet er meestal flink geoefend worden. Je motivatie opschroeven gaat ook niet vanzelf. Als het je al lukt om jezelf moed in te spreken, dan is deze vaak een paar uur – of minuten – later weer verdwenen. En die omgeving dan? Stel dat tijdgebrek op dit moment je mogelijkheden beperkt, tja, dat verander je ook niet zomaar.

Omkeren

Maar er is een verfrissend alternatief. Je kunt het traditionele denkmodel ook omkeren. In plaats van het nieuwe, gewenste gedrag als uitgangspunt te nemen en daar met alle macht naartoe te werken, kun je ook kijken wat er nu al mogelijk is. Met de huidige capaciteit, met de huidige motivatie, binnen de huidige omgeving. Oftewel: welke kleine stap in de richting van je doel kun je zonder problemen nu al zetten?

Een persoonlijk voorbeeld. Ik probeerde al een paar jaar om wat vaker te gaan hardlopen. Ik rende ooit twee keer per week, maar dat was vervallen tot eens in de twee weken. Dat moest beter. Een gesprek met een andere hardloper hielp me op weg. Op zijn advies ren ik nu al iets meer dan een halfjaar om de dag. Met de hond. De ene dag rennen we. De andere dag wandelen we. Het is het eerste wat ik doe op de dag. Hoelang wordt er gerend? Dat maakt niet uit. Het gaat erom dat we gaan. Soms hebben we een halfuur de tijd. Soms maar een paar minuutjes. Beide is goed.

Opluchting

Als je besluit om te werken vanuit wat er nu al kan, kun je vandaag al aan de slag. Dat kan leiden tot een positieve spiraal. Door eens in de twee dagen te hollen met de hond, is mijn capaciteit op hardloopgebied toegenomen, is mijn motivatie gegroeid en sta ik nu soms zomaar eerder op om een paar minuutjes extra te gaan. En zo is het volhouden van mijn nieuwe routine makkelijker geworden.

Het kan ook mentaal een grote opluchting zijn om op deze ‘omgekeerde’ manier naar veranderen te kijken. Als je al lange tijd, met weinig succes, poogt om iets te veranderen in de richting van een of ander ideaalbeeld, kan dat leiden tot teleurstelling en ontevredenheid. Maar als je eenvoudigweg begint waar je nu al bent, sta je na een paar maanden misschien wel versteld van jezelf.

Ben Tiggelaar schrijft wekelijks over persoonlijk leiderschap, werk en management.