Veilinghuis Christie’s getroffen door cyberaanval

De website van veilinghuis Christie’s is voor de tweede keer in een jaar tijd gehackt. Als gevolg daarvan kunnen klanten alleen live en per telefoon bieden. De inbraak komt op een voor het veilinghuis zeer ongelegen moment, want in New York beginnen dinsdagavond de belangrijke voorjaarsveilingen van moderne en hedendaagse kunst. Een substantieel deel van de jaaromzet (vorig jaar 6,2 miljard dollar) wordt tijdens deze veilingen gemaakt.

De digitale inbraak legde de site van het veilinghuis plat. Het veilinghuis beloofde afgelopen donderdag dat de problemen snel opgelost zouden zijn, maar kwam vooralsnog niet verder dan een provisorische site waarop de catalogi van komende veilingen te raadplegen zijn. Online bieden of je als potentiële bieder registreren is vooralsnog onmogelijk. Zondag riep het veilinghuis klanten op om voor de voorjaarsveilingen een telefoonlijn aan te vragen of naar de veilingzaal te komen.

In augustus onthulde een Duits cyberbeveiligingsbedrijf een datalek bij het veilinghuis. De locaties van kunstwerken in bezit van enkele van ’s werelds rijkste verzamelaars lekten daardoor uit.

‘Staat van paniek’

The New York Times zegt medewerkers van het veilinghuis te hebben gesproken. Zij vroegen de krant om niet te worden geïdentificeerd, omdat ze niet bevoegd zijn om in het openbaar te spreken. Volgens de anonieme medewerkers was sprake van „een staat van paniek” waarbij leidinggevenden van het veilinghuis geen vragen wilden beantwoorden over de details van de digitale inbraak. Of de hackers toegang hebben gekregen tot vertrouwelijke informatie over klanten en deze willen ruilen voor losgeld, een praktijk die regelmatig voorkomt, is niet bekend.

The New York Times sprak ook met Thomas C. Danziger, een kunstmarktadvocaat die vaak cliënten vertegenwoordigt op veilingen. „Een dergelijke cyberaanval is het 21ste-eeuwse equivalent van een handgranaat in een kleine kamer”, zegt Danziger. „Vijfentwintig jaar geleden zou het een overstroming of een orkaan zijn geweest.”