„Stel, ik ben een zwarte man en ik zoek een kapper”, zegt Mmusi Maimane na een korte bedachtzame stilte. De leider van de kleine Zuid-Afrikaanse oppositiepartij BOSA ís een zwarte man en zijn metafoor gaat over de Zuid-Afrikaanse politiek. „Dan loop ik niet bij de eerste de beste witte figuur naar binnen en zeg: knip mijn haar. Ons haar is verschillend en ik heb niet genoeg vertrouwen dat hij mijn haar voldoende kent om het goed te doen. Dat betekent niet dat hij het niet kan leren, want haar is haar. Dus uiteindelijk kan hij mijn vertrouwen winnen. Maar ik begin niet bij die witte man.”
Na weer een ochtend campagnevoeren is Maimane neergeploft in de business lounge van een sjiek hotel in het noorden van Johannesburg. Op een televisie in de hoek spreekt Thabo Mbeki. De oud-president (1999-2008) is door het sinds 1994 regerende ANC ingezet om campagne te voeren voor zittend president Cyril Ramaphosa. Dat is nodig, want de partij staat er slecht voor. Dertig jaar lang heeft het merendeel van de kiezers de bevrijdingsbeweging gesteund die Zuid-Afrika verloste van de apartheid. Nu zijn veel Zuid-Afrikanen gedesillusioneerd. Bijna elke week zijn er wel ergens protesten tegen corruptie en het instorten van overheidsvoorzieningen. De onvrede is groot.
Toch slaagt de oppositie er niet in om de teleurgestelde kiezers te verenigen en het tij te keren. Het ANC komt bij de parlementsverkiezingen van 29 mei volgens peilingen mogelijk voor het eerst onder de kritische grens van 50 procent, maar met ruim vijftig verschillende oppositiepartijen die deelnemen is de kans op wezenlijk ander landsbestuur nihil. En dat is waar de kapper van Mmusi Maimane om de hoek komt kijken. Want de grootste oppositiepartij heeft een witte man als politiek leider en presidentskandidaat. In Zuid-Afrika, waar raciale scheidslijnen sociaal-economisch en politiek een grote rol blijven spelen, is dat volgens Maimane problematisch.
Lees ook
Oud-president Jacob Zuma mag toch niet meedoen aan Zuid-Afrikaanse verkiezingen
Leiderschap
Hij kan het weten. Bij de vorige landelijke verkiezingen, was hij, Mmusi Maimane, de voorman van de oppositie. Hij groeide op in Soweto, studeerde psychologie, bestuurskunde en theologie en werd in 2019 op 38-jarige leeftijd de eerste zwarte leider van de Democratic Alliance (DA). Maar niet voor lang. Na een tegenvallende uitslag – de partij zakte van 22 naar 21 procent van de stemmen – moest hij het veld ruimen. En nu heeft hij zijn eigen partijtje, BOSA. Dat staat voor Built One South Africa, bouw één Zuid-Afrika. In peilingen staat hij op een schamele paar procent. De DA, die met succes al jarenlang de provincie rond Kaapstad bestuurt, wordt nu geleid door John Steenhuisen, met wie Maimane destijds al een moeizame verhouding had.
„Het probleem van de DA is leiderschap”, zegt Maimane. „Ze begrijpen het gewoon niet.” Want niet alleen hij, ook andere charismatische DA-kopstukken van kleur hebben nu eigen partijen. Oud-burgemeester Herman Mashaba van Johannesburg is presidentskandidaat namens de op goed bestuur gerichte partij ActionSA, en voormalig burgemeester van Kaapstad Patricia de Lille leidt de kleine Kaapse partij GOOD. Anderen, zoals voormalig fractievoorzitter Lindiwe Mazibuko, zijn helemaal uit de politiek verdwenen. Met iemand als Steenhuisen, zegt Maimane, zal de partij nooit de zwarte meerderheid bereiken. „Kiezers zoeken iemand die op ze lijkt.”
John Steenhuisen kent de kritiek. En wijst die stellig van de hand. „Deze aantijgingen komen van wanhopige mensen die de aandacht willen afleiden van het feit dat de DA goed bestuur levert.” Het is waar: uit elk onafhankelijk onderzoek blijkt dat waar de DA de leiding heeft, de publieke voorzieningen goed geregeld zijn en corruptie verwaarloosbaar is. „De DA is verreweg de meest diverse politieke partij van Zuid-Afrika”, meent Steenhuisen. „Niemand vraagt waarom het ANC zo monochromatisch is.” Zoals alle politici in Zuid-Afrika draagt hij een herkenbare blauwe partij-outfit: kleuren en logo’s zijn in veel Afrikaanse landen essentieel in campagnetijd – voor de herkenbaarheid. „De DA is de enige partij die Zuid-Afrikanen kan samenbrengen rond een gedeelde set van waarden en principes, ongeacht achtergrond, ras of taal. Dat is de toekomst van Zuid-Afrika”, zegt hij.
Dat is politiek wetenschapper William Gumede met hem eens. Daarom nam hij, samen met Steenhuisen, het initiatief tot samenwerking tussen een aantal oppositiepartijen, met als belangrijkste doel een verenigd front te vormen als alternatief voor het ANC.
„Zoiets heeft in landen als Brazilië gewerkt”, zegt Gumede. „Dus waarom zou dat hier niet kunnen?” Het zogenoemde Multi-Party Charter (MPC) hoopt bovendien de oppositiepartijen EFF van voormalig ANC-jongerenleider Julius Malema en MK van ex-president Jacob Zuma, beide populistische afsplitsingen van het ANC, uit de regering te houden.
„Partijen die de grondwet aanvallen zijn niet welkom in de coalitie. En partijen die van de markteconomie af willen, ook niet”, zegt hij in een café in Johannesburg. Gumede schreef jaren geleden een veelgeprezen boek over Thabo Mbeki, de president die tegen de ANC-retoriek in de markteconomie volledig omarmde. Sindsdien is hij veelgevraagd commentator. „Zuid-Afrika heeft nu eenmaal een grote, concurrerende private sector. Die moet je als politiek serieus nemen.”
Maar van daadwerkelijke samenwerking is in de campagnes niet veel te merken. De deelnemende partijen staan samen op zo’n 30 procent van de stemmen, de DA is met zo’n 24 procent in de peilingen de grootste partner. Maar ze staan als afzonderlijke partijen op het stembiljet. Je kunt niet op ‘de MPC’ stemmen. „Wil je hier echt een succes van maken, dan zou je met één kandidaat en één politieke agenda moeten komen”, zegt Afrika-analist Ziyanda Stuurman van de Eurasia Group. „Nu blijft het initiatief halverwege steken.”
Het echte probleem van de Zuid-Afrikaanse oppositie blijft op deze manier de fragmentatie. „We hebben enorm veel partijen op de stembiljetten. Maar waar oppositiepartijen steeds weer niet in slagen is echt tegemoet te komen aan wat de kiezers nodig hebben.”
Het ANC doet dat volgens haar nog altijd ontzettend goed door als klassieke sociaal-democratische partij de nadruk te leggen op sociale bescherming. Al sinds 1994 krijgen mensen die zonder werk zitten, een kleine basisuitkering waarvan ze kunnen leven. En deze week nog keurde president Ramaphosa plannen voor een universele ziektekostenverzekering goed.
„Het beleid van het ANC snijdt hout, in ieder geval op papier, in een land met zulke hoge werkloosheid en ongelijkheid”, zegt ze. „Als oppositiepartij kun je nog zulke geweldige plannen hebben, maar als je niet die bijna emotionele connectie met kiezers hebt zoals het ANC die heeft, dan werkt het niet.”
Onkruid wieden
Ook Stuurman werkte vroeger voor de DA en ook zij ziet dat die partij moeite heeft bredere groepen aan te spreken. „Hun echte probleem is die verbinding met zwarte kiezers te vinden. Maar ook om zwarte leiders te behouden die authentiek zichzelf kunnen blijven in een partij die in wezen traditioneel liberaal is en zich in de eerste plaats richt op witte kiezers in de betere stadswijken.”
Lees ook
Geen water, stroom of veiligheid – in township Inanda in Zuid-Afrika is het geduld met het ANC op
Dat beaamt Mmusi Maimane, die zich discussies in de partij herinnert over de vraag of in Johannesburg geld uitgegeven moest worden aan onkruid wieden in de sjieke wijken of aan een kliniek in een grote township met overwegend zwarte, arme mensen.
Uiteindelijk, zegt hij, is het een privilege om, zoals de DA doet, te zeggen dat je geen kleur ziet. „Dan ontken je ook fundamentele dingen, zoals het onrecht dat heeft geleid tot de ruimtelijke en economische inrichting van Zuid-Afrika.” Hij heeft zich met zijn partij BOSA vooralsnog niet aangesloten bij de MPC-coalitie van wetenschapper Gumede en DA-voorman Steenhuisen. Maar hij sluit niet uit dat hij dit na de verkiezingen alsnog doet, op het moment dat daadwerkelijk een regeringscoalitie gevormd moet worden. „Ik treur om het falen van het ANC, maar evengoed om het falen van de oppositie.”