Veel Nederlandse topsporters liepen weg met ‘bijdehand ventje’ Ted Troost

Toen de sportpsychologie in Nederland nog in de kinderschoenen stond, zweerden veel topsporters bij Ted Troost. De deze maand op 88-jarige leeftijd overleden haptonoom had op het EK van 1988 en het WK van 1990 de halve selectie van Oranje in handen. Met wisselend succes, zou de cynicus kunnen denken. Na het EK-goud in West-Duitsland volgde roemloze uitschakeling op het WK in Italië.

Ted Troost werd door de opeenvolgende bondscoaches Rinus Michels en Leo Beenhakker oogluikend binnengelaten in het hotel van Oranje. Bondsarts Frits Kessel vond hem misschien een kwakzalver, maar moest zich schikken vanwege het teambelang. De vedetten Ruud Gullit, Marco van Basten en Hans van Breukelen zeiden er baat bij te hebben. Net als Johan Cruijff en Willem van Hanegem, Wimbledonkampioen Richard Krajicek, de schaatskampioenen Hein Vergeer en Yvonne van Gennip en vele anderen.

Over zijn slechte contact met Kessel zei Troost in 2022 tegen Voetbal International: „De bondsdokter háátte me. Logisch. Ik was toch een bijdehand ventje geworden. En ik deed dingen die hij niet kon uitleggen. Maar driekwart van het elftal wilde door mij worden geholpen. Michels stond het oogluikend toe.”

Tennisleraar

De geboren Rotterdammer Troost was korte tijd tennisleraar, voordat hij fysiotherapie ging studeren. Al in de jaren 60 werd hij gegrepen door haptonomie en ging hij in de leer bij grondlegger Frans Veldman. In zijn bestseller Het lichaam liegt nooit uit 1989 schreef hij wat zijn therapie behelsde. „Het is een geneeswijze, die mensen via hun gevoel confronteert met de emotionele problemen die aan hun kwaal ten grondslag liggen. Door de aanraking wordt opnieuw geleerd te voelen. Daardoor ontdooit het bevroren gevoel van binnen.”

In 1988 legde hij een NRC-verslaggever uit hoe de surfplank van Martine van Soolingen een verlengstuk van haar lichaam moest worden. Haar houding zou verkeerd zijn, waarna Troost staande op haar rug aangaf hoe het wel moest. „Zoals hij op mij ging staan, zo zou ik op de plank moeten staan. Hij leerde me ontspannen waardoor het geen pijn deed als hij op mij stond”, liet Van Soolingen optekenen in het boek.

Drievoudig olympisch kampioene Yvonne van Gennip zei zich mentaal weerbaarder te zijn gaan voelen dankzij Troost, vertelde ze een jaar na haar goldrush in Calgary. „De eerste keer hebben we niet zoveel gepraat, maar heeft hij me dingen laten voelen. Dan trekt hij je aan je nekvel, laat je stuiteren en probeert je te laten voelen wat voelen eigenlijk is”, aldus Van Gennip. Minder tevreden was wielrenner Jacques Hanegraaf. Zijn boosheid was volgens Troost terug te voeren op een moeilijke jeugd. Hanegraaf liet zich niet meer zien.

Niet onomstreden

Troost was een begrip in sportkringen, maar niet onomstreden, net als zijn leermeester Veldman. In NRC sprak Frits Abrahams in 1989 met oud-patiënten over de werkwijze van beide haptonomen. Seksualiteit was een belangrijke factor in hun medische denken, vertelden zij. Veldman gaf naakt demonstraties en bij Troost, die na ruzie voor zichzelf was begonnen, werden cursisten in het kruis gegrepen.

Ongewenste intimiteiten of niet, Oranje-doelman Van Breukelen legde aan de vooravond van het mislukte WK in 1990 in NRC uit welke positieve invloed Troost op hem had: „Ted heeft me laten zien dat ik waardering voor mezelf behoor op te brengen. Verder moet ik mezelf accepteren zoals ik ben met alle positieve en negatieve punten. Voor mijn eigen bestwil sta ik nu open voor bepaalde dingen zoals kritiek. In het verleden kon ik me mateloos ergeren aan wat er over me geschreven en gezegd werd, als ik weer eens niet naar behoren had gepresteerd. Daar kan ik nu mee omgaan. Als ik vroeger een blunder maakte, kon ik daar een week mee zitten. Nu ga ik dat relativeren en me afvragen wat er precies is fout gegaan.”

‘Elkaar aanvoelen, letterlijk’

Behalve Van Breukelen kwamen de WK-gangers Joop Hiele, Adri van Tiggelen en Gerald Vanenburg in de behandelkamer van de haptonoom. In Voetbal International legde hij zijn werkwijze tijdens het WK uit. „Toen heb ik nog vier van die voetballers op elkaar gelegd. Over zulke dingen dacht ik niet na, ik voelde gewoon wat er diende te gebeuren. Soms legde ik ze op elkaar, soms liet ik ze bij elkaar op schoot zitten. Dat zorgde voor meer zelfvertrouwen en voor verbinding in het team. Ze moesten elkaar aanvoelen, letterlijk. Daar is niets spiritueels aan”, aldus Troost. „Het is net als wanneer je een kind op schoot neemt. Je versmelt. Ook een voetballer heeft geborgenheid nodig. Leg de as op elkaar en je elftal wordt veel hechter. In 1988 is het gebleken.”

Maar op het WK in 1990 dus niet, zo bleek een paar weken later toen Oranje vroegtijdig werd uitgeschakeld. De toenmalige bondscoach Beenhakker, die tegen de zin van de meeste en belangrijkste internationals van het bondsbestuur de voorkeur had gekregen boven Cruijff, hoopte met de komst van de haptonoom de ‘onwillige honden’ aan het voetballen te krijgen.

Beenhakker in NRC: „Wat ik persoonlijk van Troost vind, is niet interessant. In dit circus zoekt een speler zekerheid. De een doet dat via een gesprek met zijn vrouw, de ander zakt een avondje door, de derde zoekt deskundige hulp. Mijn zegen hebben ze.”

Ted Troost was getrouwd met oud-toptennisster Marianne van der Torre, met wie hij drie dochters kreeg.